Geeft tannine hoofdpijn?

Veel mensen zullen het herkennen. Na een avondje wijnen geconfronteerd worden met hoofdpijn. Maar geeft tannine echt hoofdpijn of speelt er meer? Sommige mensen vinden tannine in wijn lekker terwijl andere mensen dit niet waarderen. Tannine in wijn kan subtiel zijn, maar ook grof en dominant.

Wat is tannine eigenlijk?

Tannine, ofwel looizuur, is een verzamelnaam voor stoffen die een belangrijke bijdrage leveren aan het uiterlijk en smaak van wijn. De scheikundige naam is polyfenolen. Deze bevinden zich in vele planten en vruchten in de natuur. Met name de druivenschil, druivenpitten en steeltjes bevatten tannine, maar bijvoorbeeld ook theebladeren (vooral earl grey thee), donkere chocolade en hout. Maar tannine is van zichzelf smaakloos en voegt dus geen bitterheid toe. Echter het doet iets met je smaakperceptie.

Nu zal je je afvragen, wijn wordt niet gemaakt van schil, pitjes en steeltjes, maar van de druivensap. Echter, tijdens de vergistingsfase van met name rode wijn vergisten pitjes en steeltjes mee. Ook de druivenschil gaat mee want die is van belang voor de kleuring van de wijn. Zonder schil gaat het alleen om het vruchtvlees en sap, en dat levert witte wijn op, ook van rode druiven. Doordat de schil, pitjes en steeltjes mee vergisten, zit er in rode wijn altijd tannine. In witte wijn is dat een keuze van de wijnmaker. Vaak vergist men pas nadat de druiven geperst zijn, en dus geen invloed van pitjes, schil en steeltjes zijn.

Hoe proef je tannine?

Wil je weten hoe je tannine kan herkennen? Bijt maar eens een druivenpit stuk of neem een slok koude thee. Die wrange smaak op het midden van je tong en gehemelte, je mondhoeken die samentrekken en het bijtende, ruwe gevoel op je tandvlees, dát is tannine.

Tannine kan zich op verschillende wijzen uiten.

Tannine

Indien deze zwak is, wilt dat zeggen dat de wijn ruggengraad mist.

Wanneer de tannine zacht en subtiel aanwezig is, noemen we dat subtiel.

Wanneer de tannine een prettige sensatie geeft, betekent dit dat deze goed geïntegreerd en gebalanceerd is. Dit noemen we zijdezacht of rond.

De tannine is duidelijk aanwezig of stevig wanneer de tannine blijft hangen. Het heeft een drogend effect in de mond. Vaak bij jonge wijn kan de tannine krachtig zijn. Je merkt dit vooral aan het bijtende gevoel op het tandvlees. Tenslotte wanneer de tannine de wijn overheerst, heb je intense, ruwe tannine. Dit noemen we grof of agressief. Dit zien we vooral wanneer de druiven onrijp geplukt zijn.

Wat is het nut van tannine?

Laten we eerst eens kijken wat tannine eigenlijk doet. Hoe dikker de schil, hoe meer tannine de druif bevat. Maar van groter belang is de rijpheid van de druif. Indien de druif niet rijp geplukt is, zijn de tannine nog niet doorontwikkeld en dus onrijp. Vaak uit zich dat in een wijn met grove, drogende tannine. Druivenrassen als Cabernet Sauvignon, Syrah Tempranillo, Montepulciano, Malbec en Nebbiolo bevatten gemiddeld veel tannine omdat deze rassen een dikke schil hebben. Daarentegen hebben Pinot Noir, Barbera, Zinfandel, Grenache en Merlot juist weinig tannine.

Hoe langer de wijn vergist, hoe langer deze in aanraking is met de tannine uit de schil, pitjes en steeltjes. Hierdoor komt er meer tannine in de wijn. Tevens kleurt de wijn ook donkerder.

Van de tannine die uiteindelijk in de wijn terechtkomen is zo’n 65% afkomstig van de pitjes, 30% van de schil en 5% uit het sap.

Dankzij tannine heeft wijn een langere houdbaarheid en kan het langer rijpen. Omdat het een antioxidant is, remt het de groei van bacteriën af. In de loop der jaren gaat de tannine een verbinding aan met de kleurstoffen in de wijn en slaan ze neer als depot. Dit is de reden waarom oudere wijn naar bruin neigt en niet meer rood gekleurd is. Maar ook zorgt de tannine ervoor dat de wijn na een paar jaar niet verandert in azijn.

Wijnmaker en tannine

Niet alleen de druiven, maar ook de wijnmaker kan bepalen welke tanninegehalte in de wijn komt. De eerste invloed heeft betrekking op houtrijping. Tijdens de rijpingsfase krijgt het hout van de wijnvaten de kans om tannine af te geven en onderdeel van de wijn te worden. Nieuwe wijnvaten geven meer smaak af dan oude wijnvaten.

Een andere keuze is dat de wijnmaker gebruikt maakt van houtschaafsel of tanninepoeder toe te voegen aan de wijn. Voordeel is dat de wijn niet lang op hout hoeft te rijpen en dus goedkoper geproduceerd kan worden. Ook kan een wijn moet minder karakter of body net iets meer “bite” krijgen.

Wat te doen bij veel tannine

Wanneer een wijn (te)veel tannine bevat, is er gelukkig iets wat je kan doen. Door de wijn bloot te stellen aan zuurstof, ofwel te karaferen, wordt de wijn ronder gemaakt en zichzelf meer kan openen. Bij hele oude wijnen moet je dan weer oppassen met karaferen, omdat de tannine reeds meer geïntegreerd is in de wijn.

Tannine en gerechten

Als je een wijn hebt dat veel tannine bevat en je wilt daar een goed gerecht bij, kijk dan naar gerechten met veel eiwitten. Voorbeelden zijn vlees en kaas. Tannine verzacht door de verbinding met eiwit. Ook zorgt het voor een beter balans tussen het vet van het eten en de wijn.

Probeer eens de Chianti Rufina (Sangiovese), Kaiken Ultra (Malbec) of Montes Limited (Cabernet Sauvignon) met 5% korting! Gebruik deze éénmalige kortingscode MNRXPYQM tot en met 30 september.

Wat je zeker niet moet combineren zijn tanninerijke wijnen en pittig eten. Tannine heeft de eigenschap om de pittigheid te verergeren. Ook zoete gerechten passen niet goed bij tanninerijke wijnen. Omdat de zoetigheid de wijn zal overheersen.

Hoe zit het dan tussen tannine en hoofdpijn?

Natuurlijk kan je gevoelig zijn voor tannine. Dan is deze overgevoeligheid de trigger voor een eventuele hoofdpijn. Maar over het algemeen genomen geeft wijn met tannine geen hoofdpijn. Er is in ieder geval geen wetenschappelijk onderzoek dat de relatie tussen tannine en hoofdpijn bewijst. De oorzaak zal je eerder moeten zoeken op andere gebieden. Sulfietrijke wijnen (wat je vaak tegenkomt bij de “goedkopere supermarktwijnen”) hebben ook een grotere kans op gevoeligheid (1 op de 100 mensen). En dit uit zich ook in hoofdpijn. Sulfiet is een stofje om de versheid te behouden en oxidatie te voorkomen.

Suiker is een andere oorzaak. Suikers hebben veel water nodig om goed te verteren en te verwerken wanneer ze je lichaam binnenkomen. Dat betekent dat je grotere hoeveelheden vloeistof moet consumeren om dat proces te helpen. Daarnaast zorgt alcohol ervoor dat je meer vloeistof uit je lichaam verdrijft dan je binnenkrijgt. De combinatie van deze twee elementen kan ervoor zorgen dat je sneller uitgedroogd raakt dan wanneer je alleen een alcohol met een laag suikergehalte zou drinken. Het aloude advies blijft natuurlijk wel staan. Geniet met mate en drink regelmatig water. Dit laatste zorgt ervoor dat je lichaam gehydrateerd blijft en het risico op hoofdpijn vermindert.

Alles over vergisting

Alcoholische vergisting is een essentiële stap in het wijn maken. Dit maakt het mogelijk om een alcoholische drank te creëren, dankzij het omzetten van suikers in alcohol. Maar naast alcoholische vergisting bestaat er nog een andere vorm van vergisting. Ook is er een verschil tussen het gebruik van gecultiveerde en wilde gisten. Vandaar dat we alles over vergisting gaan onderzoeken.

Ontstaan van alcohol

Reeds duizenden jaren maken mensen alcoholische dranken, of het nu wijn, bier of iets anders is. Er zijn sporen dat 10.000 jaar voor onze jaartelling alcoholische fermentatie is toegepast. Zonder dat men het besefte maakte men toen al gebruik van gisten. De onzichtbare gistcellen landden ongezien in de zoetige drank en startten daar ongezien de schijnbaar spontane transformatie naar een alcohol houdende drank.

Pas in 1680 ontdekte Antoni van Leeuwenhoek onder zijn microscoop dat er cellen in de drank dreven. Hij wist toen nog niet dat gisten levende organismes zijn. Hij zag ook nog niet dat het gisten zijn die de vergisting op gang brengen. Dus men ging er nog steeds vanuit dat vergisting spontaan op gang kwam.

Louis Pasteur toonde aan eind 19e eeuw dat alleen contact met lucht niet genoeg was om alcohol te laten ontstaan. Het vocht moest eerst met microben die in de lucht zitten in contact komen. Maar niet al deze microben hadden een positief effect op de vloeistof. Contact met de gistcellen leverde alcohol en koolzuur op maar met de gistcellen vielen er ook vaak bacteriën in de vloeistof.

Vergisting stoppen

Om de invloed van de bacteriën na het brouwen volledig te elimineren, toonde Pasteur, hoefde je de vloeistof alleen maar te verhitten na de vergisting. Dit noemen we pasteuriseren. Zowel bacteriën als gistcellen leggen daarbij het loodje en zo bleef de smaak van de drank veel langer constant.

Natuurlijk stopt de vergisting ook wanneer alle (druif)suikers zijn omgezet in alcohol, omdat er geen voedingsstoffen voor de gisten is. Maar ook wanneer het alcohol de 15-16% heeft bereikt. Omdat bij dit percentage de alcohol de gistcellen dood.

Wijn of azijn?

Dit is wat ze noemen de alcoholische vergisting. Wijnmakers kunnen hiermee spelen. In principe blijft de vergisting doorgaan totdat alle suikers zijn omgezet in alcohol. Door deze omzetting komt er ook warmte vrij. Zonder in te grijpen loopt de temperatuur op tot boven de 35C en verstikt de vergisting. Waarna andere gistcellen het proces overnemen en er azijn ontstaat. De temperatuur waarop de vergisting plaats vindt, is bepalend voor het vrijkomen van allerlei aroma’s en tannine die voor het karakter van de wijn van belang zijn. Vandaar dat het gistingsproces tegenwoordig een nauwkeurig temperatuurgecontroleerd proces is. Dit kan gereguleerd worden door het laten circuleren van koud of warm water in de dubbele wand van de tank, de druppelmethode.

Zeker bij rode wijn is dit van belang, omdat er anders onaangename kruidachtige aroma’s of bittere smaken vrijkomen. De vergistingstemperatuur is van belang omdat dit de aroma’s mede bepaalt. Bij lagere fermentatietemperaturen krijg je fruitige vergistingsaroma’s die het bijproduct zijn van de stofwisseling van de gistcellen. De meeste complexiteit en frisse aroma’s worden tussen de 15°C en 19°C bereikt. Deze frisse fruitige aroma’s verdwijnen na één tot twee jaar. Meer gerijpte aroma’s vervangen deze aroma’s en deze temperatuur is dus ongeschikt voor wijnen die moeten rijpen.  

Voor rode wijn is de hogere vergisting temperatuur ook van belang voor de extractie van de kleur en tannine.

Voor een optimale chemische reactie dient rode wijn te vergisten tussen 28 en 30C, witte en rosé wijn tussen 18 en 20C. Terwijl zoete wijn tussen 20 en 22C dient te vergisten.

Macération Carbonique

Een veelvuldig toegepaste vergistingsmethode in de Beaujolais is de Macération Carbonique. Hierbij worden de druiven(trossen), zonder kneuzing, in een gesloten vat vol kooldioxide gestopt. Onder invloed van de druk begint binnen elke druif vervolgens te vergisten en ontstaat een alcoholgehalte van 2%. Na een bepaalde tijd wordt zuurstof toegevoegd en start het normale vergistingsproces. Hierdoor creëert de wijnmaker een zuivere fruitige wijn van een relatief laag alcohol percentage.

Chaptilisatie

Door alcohol toe te voegen, ofwel chaptilisatie, dood je de gistcellen en hou je een wijn over die zoeter is maar lager in alcohol. Goede voorbeelden zijn sherry en port-wijnen.

Afkoeling

Soms passen wijnmakers het afkoelen van de wijn toe. Indien alle vloeistof onder de 15C komt, stopt de vergisting. Dit is echter geen permanente oplossing, indien de temperatuur er weer boven komt gaat de vloeistof weer opnieuw vergisten.

Toevoegen van sulfer en filteren

Een andere methode die gebruikt wordt in het toevoegen van sulfer. Dit voorkomt het herstarten van de vergisting. En natuurlijk door de wijn goed te filteren halen wijnmakers alle onzuiverheden en bezinksel uit de wijn. Hierdoor worden de gistcellen verwijderd en stopt de vergisting dus.

Tanks voor optimale vergisting

Het type tank, RVS, hout, cement/beton of zelfs aardewerk is relevant voor de vergisting. Voor port-wijnen zijn cement bakken bijvoorbeeld gebruikelijk. Hierbij komen grote hoeveelheden CO2 en warmte vrij. RVS heeft een voorkeur voor gecontroleerde aroma ontwikkeling terwijl eikenvaten in dit stadium minder gebruikelijk is vanwege de oxidatie. De gemiddelde vergisting duurt 2 weken.

Alles over vergisting

Wat is dan malolactische vergisting?

Alcoholische gisting is ongetwijfeld de meest essentiële stap bij het produceren van een kwaliteitswijn. Maar er is ook een ander type fermentatie : malolactische fermentatie.

Malolactische gisting, die net na de alcoholische gisting wordt geactiveerd, bestaat uit het omzetten van appelzuur in melkzuur , onder invloed van melkzuurbacteriën. Als het eerste gistingsproces het vervolgens mogelijk maakt om het alcoholgehalte van de wijn te verhogen en voor fruitige en bloemige aroma’s te zorgen, biedt deze tweede fase de wijn meer zoetheid en rondheid. De alcoholische drank is dan soepeler en de melkbacteriën zorgen voor tonen van biscuit, brioche of zelfs boter.

Malolactische gisting wordt niet op alle wijnen toegepast en veel producenten slaan deze stap over bij het maken van witte wijnen, om de zuivere eigenschappen van de wijn te behouden. Aan de andere kant is deze fermentatie voor rode wijnen bijzonder belangrijk, omdat ze de zuurgraad van de wijn vermindert .

Hoe zit het dan met natuurwijn?

Het grote verschil tussen “reguliere” wijn en natuurwijn is zit onder andere in de vergisting. Natuurwijnmakers enkel maken gebruik van gisten op de druif zelf of die in de wijngaard voorkomen. Deze starten spontaan de gisting van het druivensap. Het toevoegen van onnatuurlijke gisten, ook wel kweekgisten genoemd, is uit den boze voor natuurwijnproducenten, omdat zij heilig geloven in het idee dat gisting het beste verloopt wanneer je de natuur z’n gang laat gaan. Dat de gisting hierdoor traag op gang kan komen, is volgens natuurlijke wijnmakers juist goed, omdat verschillende natuurlijke gisten elk bij hun eigen temperatuur actief worden en unieke geur- en smaakstoffen produceren. Op deze manier kan iedere gistsoort optimaal bijdragen aan de complexiteit van een wijn. En kan de wijn het terroir van de wijngaard perfect uitdrukken.

Biologische en biodynamische wijnmakers proberen zoveel mogelijk met de eigen gistcellen van de druif te werken of met een soort gistcellen die eigen is aan de omgeving waar de druif groeit, voor een authentiekere smaak.

In de Loire komen we veel van deze interessante wijnen tegen.