Wie het over wijn heeft associeert dit niet vaak met Oostenrijk. Toch kent Oostenrijk een grote geschiedenis met spannende geheimen als wijnland. Maar wat maakt Oostenrijk zo bijzonder? Het is niet een wijnland die in één adem wordt genoemd met Frankrijk, Italië of Spanje. Toch is de wijnbouw al langer dan 1.000 jaar actief in dit bergland. Opererend in de schaduw van andere grote wijnlanden met een eigenzinnigheid die zo typerend is voor dit land, bouwt Oostenrijk langzaam aan de wederopbouw van hun wijnen.
De geschiedenis van wijnbouw in Oostenrijk
De allereerste bewijzen van wijnbouw gaan terug tot de 10e eeuw BC. Geconserveerde druivenpitten uit de bronstijd bevestigen het bestaan van een duizenden jaren oude wijntraditie. Met name in het Traisental en in het dorp Stillfried an der March in Weinviertel. De druivenpitten die daar worden gevonden, zijn toegeschreven aan een soort Vitis vinifera en vormen dus een van de oudste dergelijke ontdekkingen in Midden-Europa.
Vervolgens berichten in Zagersdorf, in het uiterste oosten van Burgenland, zijn er druivenpitten gevonden in urnen uit 700 BC. Vooral onder de Romeinen bloeide de wijnbouw in de regio. Aangezien keizer Marcus Aurelius Probus het verbod op wijnbouw ten noorden van de Alpen ophief. Men neemt aan de Grüner Veltliner reeds in deze tijd haar faam maakte, maar echt bewijs is hier nog niet voor gevonden.
Toen het grote Romeinse rijk viel, begonnen ook de problemen voor de Oostenrijkse wijnbouw. Pas in 8e eeuw AD, na een decreet van Karel de Grote werden wijngaarden in ere hersteld.
Hoe het verder ging
In de 10e eeuw brengen monniken de Bourgondische wijncultuur naar de huidige Thermenregio in Oostenrijk. Langs de Donau waren het vooral de Beierse bisdommen en abdijen die aan de slag gingen met de ontginning en ontginning van rivierdalen. Een mooi voorbeeld is de aanleg van terrassencultuur in de Wachau.
In de 12e eeuw werd het klooster van Stift Klosterneuburg door de Congregatie van de Oostenrijkse Augustijner kanunniken in gebruik genomen. Markgraf Leopold III gaf de opdracht om hier een wijngoed te stichten. Al bij de inwijdingsplechtigheid van de basiliek in 1136 werd wijn afkomstig uit de kloosterwijngaarden gedronken. In de lange geschiedenis van het klooster bleef de wijnbouw van de allergrootste betekenis.
In de 14e eeuw werd Wenen zelfs het centrum van de wijnhandel dankzij haar strategische ligging aan de Donau. Zo zie je hoeveel wijnland Oostenrijk reeds meemaakte en spannende geheimen heeft doorstaan.
Hoe oorlogen de wijnbouw beïnvloedde
Oorlogen hebben altijd een grote invloed gehad op de Oostenrijkse wijngeschiedenis. Op een zeker moment in de 16e eeuw telde het land 170.000 hectare wijnstokken. De Dertigjarige Oorlog in de 17e eeuw en de daaropvolgende invasies door Turkse legers betekenden echter het einde van deze grootschaligheid.
In de 19e eeuw waren het geen mensen, maar biologische vijanden die de wijncultuur belaagden. De verschillende vormen van Meeldauw verspreidden zich in de wijngaarden en ruïneerden een groot deel van de gewassen. Een van de positieve gevolgen daarvan was de oprichting van een wijnschool in Klosterneuburg. Dit kennisinstituut hielp de Oostenrijkse wijncultuur vorm te geven. Het is tevens de oudste wijnbouw opleiding ter wereld! Helaas sloeg vervolgens in 1872 de druifluizenplaag toe, net als in de rest van Europa. Deze plaag verwoestte een groot deel van de wijngaarden in Centraal-Europa, en 25 procent van de Oostenrijkse druiven.
In de 20e eeuw werd het niet veel beter. Na de Eerste Wereldoorlog en de val van het Oostenrijks-Hongaarse Rijk, werden de Oostenrijkse grenzen hertekend. Dit resulteerde in een verlies van wijnregio’s. Het aantal hectares liep terug van 50.000 tot 18.000. Door de Tweede Wereldoorlog en de opkomst en val van nazi-Duitsland, werden de Oostenrijkse grenzen nogmaals herzien. Helemaal toen later de Sovjet Unie prikkeldraadafscheidingen plaatste in wijngaarden om de nieuwe staatsgrenzen te markeren.
Het antivries-schandaal
Maar hetgeen wat de meeste mensen is bijgebleven is het grote antivries-schandaal. Dit is toch wel een hoogtepunt van de geheimen uit wijnland Oostenrijk die veel spannende verhalen met zich meebracht. In 1985 was er een klein groepje wijnhandelaren die besloten de wijn aan te zoeten. Dit was net op het moment dat Oostenrijkse wijnen enorm in de lift zaten. Doordat zij di-ethyleenglycol (een ingrediënt voor antivries) toevoegden aan de wijn, werd deze zoeter. En in deze tijd beoordeelde men de kwaliteit van de wijn op haar zoetheid. De handelaren vielen door de mand doordat één van hen de kosten van het product terug te krijgen van de belastingdienst. Gelukkig vielen er geen slachtoffers van deze actie, echter de Oostenrijkse wijnhandel stortte volledig in.
Oostenrijk nam vervolgens maatregelen door het invoeren van de strengste productiewetgeving in Europa. Producenten richten zich weer op kwaliteit en dat werpt haar vruchten af. In 2020 is het geschatte volume 2.4 miljoen hl wijn, met een kleine 50.000ha aan wijnbouwgebied.
Klimaat en terroir
Daar waar in de 17e eeuw wijnbouw in heel Oostenrijk voorkwam, is dit nu geconcentreerd in het oosten van het land vanwege de betere klimatologische omstandigheden. Hoewel Oostenrijk natuurlijk een berglandschap is, vind je hier toch vele kleine microklimaten. In het westen van Oostenrijk domineren de Alpen. Maar in het oosten zijn er meer vlaktes. Er heerst een koel continentaal klimaat die invloed ondervindt van koude noordelijke winden. Terwijl nabij de Hongaarse grens de gebieden opgewarmd worden door de oostelijke winden.
Het meest interessant voor wijnliefhebbers nu, is misschien wel hoe dit de terroir beïnvloedde van Oostenrijkse wijn. Wijnmakers werken veel samen met buitenlandse druiventelers. Natuurlijk is dit ook ingegeven door de vele oorlogen en verplaatsen van landsgrenzen als gevolg. De Welschriesling van Gamser gebruikt druiven die aan beide kanten van de Oostenrijks-Sloveense grens groeien, terwijl de Blaufränkisch een Hongaarse tegenhanger heeft in Kékfrankos. Het is ook een wijn die in nauwe samenwerking met Slovaakse wijnmakers geproduceerd wordt. Dit is te danken aan een ongebruikelijk systeem, ‘Historischer Doppelbesitz’, dat toestaat dat druiven aan beide kanten van de grens gebruikt worden voor Oostenrijkse wijn.
De kwaliteit en haar classificatie
Het label op een wijnfles moet de informatie bevatten die verwijst naar de herkomst, druivenvariëteit, alcohol percentage en dergelijke. De maximale opbrengst per hectare is 10.000kg ofwel 7.500 liter. Dan mag de wijn het predikaat landwijn, kwaliteitswijn of DAC dragen. Indien de opbrengst groter is, dan mag de gehele oogst van dat jaar geen classificatie op het etiket hebben staan. Er staat slechts “Wein” of voorheen “Tafelwein” op het etiket.
Landwein
Wanneer we één stapje hoger gaan, komen we in de IGP. Er is feitelijk slechts één geografische aanduiding voor Oostenrijk; “Landwein”. Andere vermelding is niet toegestaan. Hierdoor weet je als consument dus niet waar precies de wijn vandaan komt. De druiven zijn afkomstig uit één van de drie regio’s Weinland, Steirerland of Bergland die tezamen het hele land beslaan.
Qualitätswein
Aan de top van de piramide staat de “Qualitätswein”. Druiven zijn dan afkomstig uit één van de regio’s en de productie vindt er ook plaats. Tevens dient de wijn gekeurd te zijn door een Oostenrijks Proefcommissie. De kwaliteitswijn mag “Kabinett” of “Kabinettwein” op het label dragen onder strikte voorwaarden en is droog. Deze wijn mag zeker niet aangezoet worden.
Binnen de kwaliteitswijn categorie heb je de DAC ofwel “Districtus Austriae Controllatus“. Dit vormt een nadere specificatie van waar de wijn vandaan komt. Maar ook richtlijnen voor wijnstijlen die specifiek zijn voor de betreffende regio. Sinds oktober 2020 hebben 16 van de 18 specifieke regio’s een DAC status. Alleen Wagram en Thermenregion hebben geen DAC status.
Prädikatswein
Tenslotte heb je binnen de kwaliteitswijnen de “Prädikatswein”. Dit is wijn met een minimum suikergehalte en/of oogstemethodes. Deze kunnen worden aangeduid per regio of specifiek wijngebied. Prädikatswein heeft als extra voorwaarde dat een wijninspectie certificaat verleend dient te zijn (een Mostwägerbescheiningung) die de kwaliteit van de oogst bevestigt. Chaptilisatie is niet toegestaan. In volgorde van suikergehalte, gemeten in Öchsele zijn dit;
- Spätlese – perfect gerijpte druiven met suikergehalte van 94Ö
- Auslese – handmatige selectie van druiven om niet rijpe of aangetaste druiven te verwijderen met een suiker gehalte van minimaal 105Ö
- Beerenauslese – wijn van overrijpe druiven en druiven die zijn aangetast met Botrytis, minimaal 127Ö
- Eiswein – wijn van druiven die tijdens de oogst en persen volledig bevroren waren, minimaal 127Ö
- Strohwein of Schilfwein – wijn van rijpe en suikerrijke druiven die minimaal drie maanden voor de vinificatie op stromatten zijn gedroogd (soort van appassimento). Minimaal 127Ö
- Trockenbeerenauslese – wijn van late oogst druiven die aangetast zijn door Botrytis en deels ingedroogd met minimaal suikergehalte van 156Ö
Sekt
Sinds 2015 heeft ook Sekt haar plaatsgevonden in dit illustere lijstje. De Oostenrijkse sekt is synoniem voor verfrissende lichte mousserende wijn en is gemaakt volgens de Méthode Traditionelle. Sekt komt in drie categorieën; Klassik, Reserve en Grosse Reserve. Er wordt zelfs beweerd dat Reserve Sekt op hetzelfde niveau zit als de Italiaanse Franciacorta en Franse Champagne!
De verschillende regio’s in vogelvlucht
Oostenrijk produceert slechts 1% van de wijnen in de wereld. En maar liefst 30% van haar wijn exporteert men vooral naar buurlanden Duitsland en Oostenrijk. Op verrassende 3e plaats staat de VS. Zoals reeds in een eerdere blog vermeldt, is Grüner Veltliner de meest geliefde druif en ook nationaals trots. Maar liefst 37% van de wijngaarden staat aangeplant met deze mooie verfrissende druif.
Niederösterreich
Gelegen in de regio Weinland, is dit het grootste wijndistrict in Oostenrijk. Het neemt maar liefst 60% van de productie voor haar rekening. Tevens vind je hier de crème de la crème van Oostenrijks wijnen; top wijnen van “Gru-Ve” maar ook Riesling en historische wijnrassen Zierfandler en Rotgipfler. Wijnen van deze laatste twee druivensoorten zijn zeer zeldzaam.
De regio kenmerkt zich door haar warme en droge klimaat. Het zijn nochtans de grote temperatuurverschillen die een belangrijke rol spelen voor de aromatische intensiteit. Door de zonnige warme herfst verlengt het groeiseizoen waardoor druiven voldoende suikerrijpheid behalen in combinatie met een mooie zuurgraad.
Burgenland
De volgende in omvang is Burgenland, welke ook in Weinland ligt. Hier vind je vooral rode wijnen met mooie volle body van Blaufränkisch, Zweigelt of St Laurent. Ook produceert men mooie dessertwijnen zoals ijswijn of trockenbeerenauslese.
Het klimaat hier is warmen en vochtiger in vergelijking tot Niederösterreich.
Steiermark (Styria)
In de regio Steiterland vinden we Steiermark. Met ongeveer 10% van Oostenrijks wijngaarden, maken ze hier mooie wijnen van Sauvignon Blanc, Welschriesling, Gelber Muskateller (Muscat Blanc a Petit Grains) en Weissburgunder (Pinot Blanc).
Vienna of Wenen
In 2013 heeft Wenen haar eigen DAC gekregen. Gelegen in het midden van Niederösterreich heeft de kleine 600ha aan wijngaarden haar eigen status verdiend. De wijngaarden helpen de stad haar groene gordel te behouden en zijn de basis van een eerste klas wijn.
Bergland
Dit is een verzamelregio die Öberösterreich, Kärnten, Salzburg, Tirol en Vorarlberg dekt. De belangrijkste witte druivensoorten hier zijn de pinot-familie, Sauvignon Blanc, Riesling, Traminer, Grüner Veltliner, Müller Thurgau en Chardonnay. Terwijl voor rode wijn Zweigelt, Roesler en Blauer Burgunder (Pinot Noir) gebruikt worden.
Volgende week gaan we ons verder verdiepen in dit prachtige wijnland Oostenrijk met haar spannende geheimen.