Nadat we twee weken geleden Hongarije hebben geïntroduceerd gaan we de regio’s nu verder verdiepen. We beginnen in het noordoosten van Hongarije waar we naast de wijnen uit prachtig Tokaj, ook de krachtig en volle Stierenbloedwijn vinden. Deze week gaan we ons verder verdiepen in deze subgregio’s.
Prachtig Tokaj
De eerste wijnen waar menig wijnliefhebber aan denkt wanneer Tokaj wordt gezegd, zal ongetwijfeld de prachtig zoete dessertwijnen uit Tokaj zijn. Dankzij deze nectarachtige wijn gebotrytiseerde wijn is Tokaj lang het meeste gerespecteerde wijngebied van Hongarije geweest. Leuk feitje is dat zelfs in het Hongaarse volkslied men refereert aan deze wijnstreek; “Tokaj szolovesszein nektárt csepegtettél” (in de wijngaarden van Tokaj druppelde je zoete nectar). De regio ligt in het noordoosten tegen Slowakije aan. Ooit maakte het Slowaakse Tokaj deel uit van deze regio. Tokaj beslaat ongeveer 30 dorpen en heeft ongeveer dezelfde omvang als de Côte d’Or in Bourgondië. De belangrijkste centra voor de wijnhandel zijn de steden Mad, Tarcal en Tokaj zelf. Het gebied dat geschikt is voor wijnbouw in het wijngebied is 11.149 hectare, maar er is momenteel slechts 5.803 hectare onder wijnstokken.
Tokaj is ’s werelds tweede oudste wijnregio, die met koninklijk besluit in 1757 werd bevestigd. De eerste is Chianti in 1716. Maar de eerste aanwijzing van wijnbouw dateert reeds uit de 12e eeuw, maar er zijn aanwijzingen van eerdere activiteiten. Daar waar vroeger ook rode druivensoorten aangeplant waren, zijn nu alleen witte druivenvariëteiten toegestaan.
Klimaat en geologie
Tokaj kent een continentaal klimaat met hete zomers en koude winters. Het wordt beschermd door het Karpatengebergte dat in een halve maan vorm om het gebied heen ligt. De vele zonneschijn in combinatie met mistvorming in de herfst vormen ideale omstandigheden voor de vorming van botrytis. De bodem is bijzonder divers. Op de hoger gelegen wijngaarden vinden we vulkanisch klei, terwijl de lager gelegen hellingen vooral bedekt zijn met löss. Dichterbij de oevers van de Bodrog heersen zanderige bodems. De regio omvat ongeveer 5.720ha aan wijnbouwgebied. Overigens is Tokaj in 2002 tot Werelderfgoed benoemd. Documentatie bewijst dat de wijnteelt hier terug gaat naar 1561 en nog steeds (deels) op dezelfde authentieke wijze plaatsvindt. Hiermee is Tokaj aszu ’s werelds oudste gebotrytiseerde wijn!
Een ander uniek gegeven is dat in de periode 1400 tot 1600 na Christus een uitgebreid systeem van kelders is uitgehouwen uit massief gesteente. Ze zorgen voor een constante temperatuur van 10-12C. De kelders zijn bedekt met de kenmerkende schimmel die zich voedt met alcohol die tijdens het rijpen verdampt.
Dr druivensoorten voor Tokaj zijn Furmint, Hárslevelú, Sárga Muskotály (Muscat Blanc) en Kabar. Furmint is de dominante druivensoort, deze levert de hoge zuurgraad en suiker niveau die zo belangrijk zijn voor de lange bewaarpotentieel en het kruidenachtige aromaprofiel. Met het aroma profiel onderscheid deze wijn zich van de andere dessertwijnen.
Hoe wordt Tokaj gemaakt?
De aszú (gebotrytiseerde) wijn is dus gemaakt van de druiven die geïnfecteerd zijn met de botrytis schimmel. Deze schimmel droogt de druif uit waardoor de suikers concentreren.
De zoetheid van de wijn wordt uitgedrukt in “puttonyos”. Een puttonyo is een grote mand die men gebruikt voor de oogst. De traditionele wijze om de zoetheid van de wijn te meten wordt berekend door het aantal manden dat toegevoegd wordt aan een vat van 136lt basiswijn.
Tegenwoordig meet men dit meer precies. De dessertwijn begint bij 3 puttonyos wat ook op de fles vermeld staat en omvat 25gr/lt restsuiker. Elke extra puttonyos voegt 5gr/lt restsuiker toe. Deze schaal gaat tot 6 puttonoys. Daarna komt nog de Aszu Aszencia. Dit is een zeer zeldzame aszu wijn in de allerzoetste stijl. Met maar liefst 800gr/lt restsuiker is ze zeer laag in alcohol (5%). Het is onverdunde nauwelijks gefermenteerde druivensap van gebotrytiseerde bessen. Dit is dan ook wijn dat meer dan 200 jaar kan rijpen.
Vanzelfsprekend zijn niet alle bessen geïnfecteerd, dus is er ook een niet-zoete Tokaj wijn. Dit is de Szamorodni, wat letterlijk “zoals het werd geteeld” betekent. Deze wijn is echter pas sinds het nieuwe millennium in beeld gekomen. Het zijn vaak raszuivere wijnen zoals Tokaj Furmint, Tokaj Hárslevelu of Tokaj Zeta (Oremus). Binnen deze stijl zijn er droge (száraz) tot zoete (édes) varianten beschikbaar. Om een vergelijking met de aszu wijnen te trekken. De édes kan je vergelijken met 2 tot 3 puttonyos. Doordat deze wijnen vaak geoxideerd rijpen, krijgen ze vaak een sherry-achtig karakter.
Opper Hongarije
Tussen Budapest en Tokaj ligt het district Opper Hongarije. Dit bestaat uit drie belangrijke regio’s Mátra, Bükk en Eger. De wijngaarden staan aangeplant op de hellingen van Bükk en Mátra, wat de hoogste bergen van Hongarije zijn, en bestrijken 13.000ha. Wat deze regio uniek maakt is dat de wijngaarden meestal op een hoogte tussen 200 en 300m liggen, terwijl aan de kant van Nagy-Eged heuvel deze op 500m hoogte liggen. Ook hier ondervinden de wijngaarden bescherming van de Noordelijke Centrale bergen.
Bükk
Ten zuidwesten van Tokaj vinden we Bükk. Hier vind je vooral knisperend frisse en fruitige rode en witte wijnen. De belangrijkste druivensoorten zijn Kékfrancos (Blaufränkisch), Leányka, Olaszrizling (Welschriesling), Zweigelt, Chardonnay en lokale Cserszegi Fuszeres en Zenit. Vooral de experimenten met Zenit zijn veelbelovend! Het is niet verwonderlijke dat de Oostenrijkse druivenrassen zeer populair zijn, gelet op de innige historische band die de twee landen hebben gehad.
Het totale productiegebied omvat ongeveer 17.600ha en is onderverdeeld in twee klassen; Klassiek Bükk en Terroir Bükk. Voor de klassieke variant moeten de druiven uit de Bükk regio afkomstig te zijn. Chaptilisatie is niet toegestaan en het gebruik van houten chips is verboden. Het alcoholpercentage dient tussen de 11.5% en 14% te liggen na een rijpingsperiode van 6 maanden. De terroir gedreven wijn is afkomstig van druiven van Eerste Klasse wijngaarden waar deze handmatig geselecteerd moeten worden. Wijngaard beheer behoort biologisch te zijn. De wijn moet 6 maanden te rijpen op vat om vervolgens nog 6 maanden te rijpen op fles.
Het klimaat in Bükk wordt vooral bepaald door het Bükk-gebergte in het noorden dat de bescherming biedt. Echter de winters kunnen toch erg koud zijn. De lente heeft de neiging om pas laat haar intrede te doen, terwijl de eerste vorst zich vaak al in oktober meldt. Dit maakt het seizoen dus erg kort.
De geschiedenis van wijnbouw gaat terug naar een publicatie uit 1313. In de 18e eeuw bloeide de wijnproductie en de wijnhandel, mede onder invloed van Tokaj. Terwijl in de 20e eeuw Bükk vaak in de schaduw van Eger heeft gestaan. Maar eigenlijk is dit allemaal zeer onterecht. Bükk produceert zelf ook heel prettige wijnen.
Een Chardonnay uit Bükk kenmerkt zich kruidige wijnen met aroma’s van appel, rijpe peer en perzik. Aangenaam zacht romig met een prettige lange afdronk. Vooral lekker als aperitief of bij een romig vegetarisch gerecht. Maar vooral de rode wijnen zijn buitengewoon lekker. Neem bijvoorbeeld Medea van Sandor Zsolt. Deze biologische wijn die 14 maanden houtrijping geniet is een kruidenbom die gedomineerd is door zwarte bessen, kruidnagel en kaneel. Aanbevolen bij stevige gerechten als een stoofpotje. Helaas genoeg worden de meeste wijnen lokaal geconsumeerd en zijn dus internationaal lastig verkrijgbaar.
Matra
Het dichtst bij Budapest vinden we Mátra wat gelegen is tegen de lager liggende uitlopers van het Mátra gebergte. Hier produceert men aromatische witte wijnen, en in beperkte volume, mooi gestructureerde rode wijnen. Een hele reeks witte aromatische druivensoorten zijn toegestaan zoals Olaszriesling (Welschriesling), Müller-Thurgau en Muscat Ottonel. Maar ook Kékfrancos (Blaufränkisch), Cabernet Sauvignon en Zweigelt.
Hoewel het productiegebied 32.500ha omvat, waarvan 24.200ha als Eerste Klasse is aangemerkt, is slechts 6.000ha aangeplant. Deze beperkte aanplanting is gelegen op vulkanisch gesteente, op naar het zuiden gelegen hellingen. Eigenlijk vond er een grote omslag plaats na de phylloxera-plaag. Daarvoor stond er vooral de rode Kadarka aangeplant. Maar na de plaag kwamen vooral witte druivensoorten terug.
De bodem is significant anders, bosgronden, arm aan kalk en humusrijk. Dit maakt de wijnen zo mooi complex in combinatie met de rijke aromatische druivensoorten die aangeplant staan.
Serveer de kruidige witte, ronde wijn bij gevogelte of lamsvlees gerechten.
Eger
Wanneer Tokaji de meest onevenaarde wijn van Hongarije is, dan is Eger Bikavér wel de beroemdste rode wijn van het land. Deze stijl, wat een complexe blend van verschillende druiven met een donkere schil is, werd voor het eerst gemaakt eind 19e eeuw in Szekszard. De doorbraak kwam in de jaren 70 toen het staatsbedrijf Egervin de stijl monopoliseerde en internationaal op de kaart zette. Deze blend kent maar liefst negen druivenvariëteiten, te weten Kadarka, Kékfrankos, Zweigelt, Blauburger, Kekmedoc, Cabernet Franc, Cabernet Sauvignon, Merlot en Pinot Noir. Geen van deze variëteiten mag meer dan 50% bedragen, maar Kadarka en Kékfrankos nemen samen wel vaak een groot deel van de blend voor hun rekening. Een goede Bikavér is diep paars-karmozijnrood van kleur met zachte tannine een gemiddelde body met aangename zuurgraad en kruidige primaire aroma’s.
Ook vind je beperkte hoeveelheid witte wijn van vooral Olaszrizling (Welschriesling), Leanyka en Hárslevelyu. Maar deze benaderen de Bikavér geenszins. Het productiegebied omvat maar liefst 22.000ha waarvan 18.300ha tot de eerste klasse behoort. Echter de totale aanplant is slechts 5.700ha.
Eger heeft een redelijke bescherming van het Bükk gebergte in het noordoosten en de uitlopers van de Mátra in het westen. Daarom hebben de koude winden van het Karpatengebergte weinig invloed. Hoewel de zomers zeer heet kunnen zijn (ook wel boven de 40C), compenseert de barre winters de gemiddelde temperatuur. Hierdoor is de regio één van de koelste van Hongarije met een gemiddelde temperatuur 10C. De regio ligt op dezelfde breedtegraad als het bekende Oostenrijkse Neusiedlersee. Ook in deze regio vinden we de Kékfrankos en Bordeaux-variëteiten hetgeen natuurlijk geen toeval is. Geniet van deze wijn naast een rijk (wild) vleesgerecht, gevogelte in (licht) pikante saus) of stoofvlees.
De wijnlegende van Bikavér
De geschiedenis van Eger gaat terug tot in de 10e eeuw. Koning Stefanus I stichtte de stad en bisdom in Eger. Dit ondersteunde de verdere ontwikkeling van wijnbouw. Vervolgens branchten de Waalse kolonisten in de 11e eeuw de Franse wijnkennis. De beroemdste wijngaard, Eged-hegy, is vernoemd naar St Egyed. Eén van de patroonheiligen van een benedictijns abdij in Frankrijk.
Echter in de 16e eeuw vielen de Turken het land binnen. Toen de Turkse troepen de stad Eger belegerden, stuitten ze op een heftige weerstand. Hierdoor dachten de Turken dat de inwoners zich versterkt hadden door het drinken van het bloed van de stieren (bikavér). En zo ontstond de bijnaam voor de wijn Bikavér of wel “Stierenbloed”. Ondanks de alcohol onthouding van de Turken, werd de wijnproductie niet stopgezet omdat de belasting op wijn een goede inkomstenbron vormde.
Ben je nu ook nieuwsgierig geworden naar deze prachtig zoete wijn uit Tokaj of de krachtig en volle Stierenbloedwijn? Kijk dan ook eens op www.tokajwijnen.nl of neem even contact met ons op.