Het toepassen van wijnmaaktechnieken

In dit derde deel gaan we verder hoe wijnmakers een stempel op de wijn kunnen drukken door het toepassen van wijnmaaktechnieken.

Correcties

Soms zijn aanpassingen nodig aan het druivensap omdat er te weinig natuurlijke suikers in zitten (in koelere klimaten) of omdat het zuurgehalte te hoog of te laag is. Dit is echter aan zeer strenge regels gebonden en verschillen per gebied.

Suiker

Indien het mostgewicht (suikergehalte in het sap) te laag is voor alcoholische vergisting, kan de wijnmaker kiezen om gerectificeerde geconcentreerde druivenmost toe te voegen (RCGM). Deze verrijking kan, bij zorgvuldige handeling, betere wijn opleveren . Echter bij een slechte uitvoering kan wijn hard en dun smaken omdat er onvoldoende smaken tegengewicht geven aan deze kleur- en geurloze vloeistof. Indien suiker uit andere grondstoffen dan druiven wordt gebruikt, dan heet dit chaptilisatie.

Een andere mogelijkheid door het verwijderen van water, concentreert het suikergehalte zich. Echter dit concentreert ook andere smaken zoals tannine en smaakstoffen. Tevens vermindert het de hoeveelheid sap waardoor er minder vloeistof overblijft voor het bottelen.

Zuur

Wanneer het druivenzuur te ver gedaald is, kan je aanzuren door wijnsteenzuur toe te voegen. Dit gebeurd vooral in warme en hete gebieden.

Het zuurgehalte verlagen (ontzuren) is gebruikelijker in koele klimaten en kan de hoge zuurgraad worden geneutraliseerd door alkali toe te voegen.

Vergisting

Wanneer de most wordt opgevangen wordt deze doorgepompt naar grote tanks. Hier zal de alcoholische vergisting gaan plaatsvinden door gist toe te voegen aan de most. Van nature bevat de druif reeds gist (vooral op de schil), maar het voordeel van zelf (gecultiveerde) gist toe te voegen is dat men de complexiteit (smaken die de gist afgeeft) meer kan sturen hetgeen ook een vorm is van het toepassen van wijnmaaktechnieken.

Een ander belangrijk element is de temperatuur beheersing. Wanneer wijn gaat gisten, komt er CO2 en dus warmte vrij. Maar wanneer de temperatuur te hoog is, gaat de gist dood en stopt de vergisting dus. Vandaar dat gistingtanks zijn uitgerust met hun eigen verhitting- en koelsysteem. Wanneer vergisting op lage temperatuur plaatsvindt, is er geen verlies van vluchtige aroma’s. Hierdoor blijven bloemige en fruitige karakters beter behouden (en dus relevant voor vooral witte wijnen). Hoge temperaturen zijn nodig voor extractie van kleur en tannine uit de schillen van blauwe druiven.

Een andere vergisting is de malolactische vergisting waarbij de scherpe appelzuren die in druiven voorkomt om te zetten in zachtere melkzuren. Deze vindt plaats voor rode wijn na de alcoholische vergisting is gestopt. Voor witte wijn is dit een keuze van de wijnmaker.  MLF verzacht en vermindert de zuren en geeft een boterige smaak aan de wijn. De wijnmaker kan dit stimuleren door de temperatuur te verhogen en geen SO2 toe te voegen na de alcoholische vergisting. Hij kan dit vermijden door opslag bij lage temperatuur, het gebruik van SO2 or door de bacteriën uit de wijn te filteren.

Helder maken

Onder invloed van schil, pitjes en vruchtvlees is de wijn troebel. De wijnmaker kan ook kiezen om een troebele wijn te maken maar de meeste consumenten ervaren dat niet altijd als prettig. Echter overmatige filtering verwijdert tevens smaken en aroma’s uit de wijn. Vooral bij betere kwaliteit wijnen vindt je bezinksel in de fles, aangezien deze wijnen op de fles nog verder rijpen. Zie in het volgende deel. Om de wijn helder te maken kan de wijnmaker diverse wijnmaaktechnieken toepassen;

Bezinken

Door wijn over te pompen naar een ander vat kan de wijnmaker de gezonken partikels (grove gistcellen ofwel lie) in het originele vat achter laten (racking genaamd). Hierdoor vindt de eerste belangrijke klaring plaats aangezien de grove gistcellen onaangenaam ruikende geuren ontwikkelen in wijn.

Klaren

In de loop van de tijd klonteren wijnbestanddelen samen waardoor ze zo groot worden dat ze zichtbaar zijn. Klaring is een methode om dit proces te versnellen en deze deeltjes voor de botteling uit de wijn kan halen. Door klaringsmiddel, zoals eiwit of kleideeltjes, toe te voegen binden dode gistcellen of andere vaste stoffen. Middels filtratie kunnen deze deeltjes verwijderd worden. Dit is een belangrijk middel om stabiele wijnen te creëren.

Filteren

Dit proces verwijdert de deeltjes daadwerkelijk uit de wijn. Filteren kan na de vergisting gefilterd worden of tijdens de rijping. Dit is vaak dieptefiltratie om de grove lie te verwijderen en oppervlaktefiltratie (voor de fijne lie). Doorgaans voor het bottelen vindt er nogmaals een filtering plaats om de wijn helder te maken, de steriele filtratie.

Stabilisatie

Wijn ontwikkelt zich in de loop der tijd, de truc voor de wijnmaker is om dit te voorspellen. Een goedkope wijn in massa geproduceerd wordt geacht geen bezinksel te hebben. Een 50 jarige port daarentegen wel. Vandaar dat filtratie een vorm van stabilisatie is.

Wijnsteenzuur is minder oplosbaar in wijn dan in druivensap en kan kristallen (tartraten genaamd) gaan vormen. Deze kristallen beïnvloeden de wijn niet, maar bederven het uiterlijk voor veel consumenten. Een lage temperatuur versnelt de vorming van tartraten. Wanneer een wijn lang in een koele kelder is opgeslagen, zal een deel van de tartraten neerslaan. Indien er geen lange rijping is kan de vorming van tartraat gestimuleerd worden door de wijn gedurende korte tijd te koelen tot onder 0◦C. De kristallen die dan vormen kan via filtratie worden verwijderd. Dit proces heet tartraat stabiliteit.

Micro-organismen zoals gisten en bacteriën gedijen in restjes van druiven en wijn. Grondig schoongemaakte uitrusting is daarom van belang voor micro-biologische stabiliteit. Alcohol gehalte (denk aan versterkte wijn), zuurgraad en gebrek aan voedingsstoffen (suiker) maken het moeilijk voor gist of bacteriën om te overleven. Zorgvuldige behandeling en de juiste hoeveelheid SO2 is vereist om wijn onder alle omstandigheden te beschermen. Steriele filtering voor de verpakking kan de laatste restjes verwijderen.

Wijn oxideert wanneer grote hoeveelheden zuurstof met de wijn in aanraking komt. De wijn verliest de frisse fruitaroma’s en al geleidelijk bruin verkleuren. Om zuurstof stabiliteit te creëren zal de wijnmaker zuurstof blootstelling minimaliseren, SO2 gehalte optimaliseren en vooral tijdens het verpakken extra voorzorgsmaatregelen nemen, zoals flessen vullen met koolzuurgas of stikstof om zuurstof te verdrijven.

Rijpen en bottelen

Rijpen is het laatste proces waar de maker met het toepassen van wijnmaaktechnieken de wijn kan beïnvloeden. Tenslotte wordt de wijn bewaard voor de ontwikkeling. Dit kan in stalen/RVS tanks (afgesloten van zuurstof) of houten vaten (wel bevattelijk voor zuurstof waardoor er een smaakafgifte is).

by M Meijboom

Of zoals bij mijn blog over orange wines, in aardewerken kruiken. Hierbij moet ook rekening worden gehouden dat indien zuurstof weg is gehouden bij de vinificatie, zuurstof toe laten bij de rijping weinig tot niets toevoegt.

Wijn maken en hoe worden druiven verwerkt

Na het eerste deel omtrent Oktober wijnmaand, gaan we vandaag verder met hoe we wijn maken. Hoe worden druiven verwerkt voordat er wijn kan worden gemaakt? De verschillende wijnmaak technieken zullen volgende week aan bod komen.

Druiven sorteren

Wijn maken - verwerking druiven op sorteertafel

Op het moment van aankomst in de wijnmakerij, krijgen druiven vaak hun eerste dosis zwaveldioxide. Wanneer de wijnmaker een kwaliteitswijn voor ogen heeft, zullen de druiven worden nagekeken op een sorteertafel. Hier verwijdert men onrijpe of rotte druiven. Dit is niet haalbaar in geval van bulkwijnen vanwege de gepaarde kosten. Hoewel er volop technologische ontwikkelingen zijn om dit efficiënter te kunnen doen.

Druiven ontstelen en kneuzen

Het ontstelen is een essentieel onderdeel van het wijn maken. Machinaal geoogste druiven bevatten geen steeltjes, vanwege het “afschudden” van de druiven van de rank. De harde deeltjes van een druif (pitjes en steeltjes) bevatten veel tannine en dus bitterstoffen. En het is aan de wijnmaker in welke mate tannine in de wijn moet manifesteren. Natuurlijk kan dit handmatig, maar voor een gemiddelde wijngaard is dat een aardige klus. Er zijn speciale ontsteel machines die de druiven tevens kneuzen. Het kneuzen breekt de schil en laat een eerste hoeveelheid sap lopen, de zogenaamde afloopsap.

Druiven persen

wijn maken en verwerking druiven - vertikale mandpers

De volgende stap is het persen van de druiven. Dit gebeurt niet meer met de voeten (behalve dan in de Douro (PT) voor het maken van Port). Je hebt 2 soorten persen; een om van bovenaf aan te draaien waardoor je de druiven rustig in elkaar drukt en dus perst (de verticale mandpers). Het risico is dat de pitjes kunnen beschadigen en daardoor de wijn stringenter wordt. Meest gebruikte pers is een pneumatische pers waar een ballon wordt opgeblazen om zo de druiven te persen. Dit gebeurd rustiger en gelijkmatiger. De most wordt onderin de bak opgevangen.

Bij witte wijn wordt vergisting tegen gegaan tot na het persen. Bij rode wijn vindt vergisting doorgaans plaats voor het persen. De vloeistof die bij de start van het persen vrijkomt is qua smaak en textuur anders dan de vloeistof die tegen het eind vrijkomt. De wijnmaker kan besluiten om diverse persingen te scheiden (zogenaamde fracties). De verschillende persingen kunnen worden gebruikt om zo mengverhoudingen te verkrijgen om een specifieke blend te creëren. De most die aan het eind wordt geperst is over het algemeen dieper van kleur en heeft een hoger tanninegehalte. Dit is perswijn.

Volgende week gaan verder met hoe wordt wijn gemaakt en hoe worden de druiven verwerkt na de persing. Met name met betrekking tot de correcties van wijn, vergisting tot aan bottelen.

Oktober wijnmaand

Oktober is begonnen, het is de 10e maand van de gregoriaanse kalender, maar opvallend is de verwijzing naar het Latijnse “octo” wat 8 betekent. Hoe zit dit dan? Nu blijkt dat volgens de Romeinse kalender het nieuwe jaar op 1 maart begon en dus is oktober de 8e maand. Vandaar dus de verwijzing naar “octo” in de maand. Maar er zijn ook alternatieve namen voor de maanden. En zoals velen wel weten, is oktober ook wijnmaand genaamd.

Oktober wijnmaand

Waarom noemen we oktober wijnmaand ? Wijnen komen meestal in het voorjaar volgend op de pluk in de winkels. Op het noordelijk halfrond vindt het plukken van druiven meestal in september plaats. Aangezien klimaat verandert, wordt er steeds noordelijker wijn geproduceerd. Echter om goede suiker rijpheid te hebben, vindt de pluk later plaats dan in de gerenommeerde gebieden zoals in Frankrijk, Duitsland, Spanje, Italië, Portugal e.d. Dus deze verwijzingen zullen het niet zijn. Maar na de pluk volgt natuurlijk het wijn maak proces. En dit begin meestal in oktober.

Voilà daar hebben we de reden waarom oktober wijnmaand wordt genoemd (zie ook onzetaal.nl).

Wijn maak proces

In vorige blogs is er ook al gerefereerd aan smaken die ontstaan tijdens wijn maken. Wat houdt het wijn maken nu eigenlijk in? Het wijn maak proces bestaat uit een aantal stappen;

Oktober wijnmaand
  • Druiven sorteren
  • Druiven ontstelen
  • Druiven persen
  • Correcties
  • Vergisting
  • Klaren en bewaren

Een belangrijke vraag die de wijnmaker zich eerst dient te stellen is “Wil ik een wijn maken met vooral primaire fruitsmaken”. De reden is namelijk dat druiven die in een vroeg stadium in contact komen met zuurstof ook de oxidatie in de wijn hebben (complexiteit) en dus minder pure fruitsmaken bevatten. Om dit te bewerkstelligen, kan bijvoorbeeld ’s nachts worden geplukt. Het is koeler en dat verkleind de invloed van zuurstof want chemische reacties verlopen trager bij koudere temperaturen. Vandaar dat druiven gekoeld de wijnmakerij bereiken. Voorafgaand aan de verwerking van de druiven gebruikt men luchtdichte wijnmaakapparatuur d.m.v. koolzuurgas of stikstof.

In de volgende blog gaan we dieper in op het wijnmaakproces.

Mooiste uitzichten over de Duitse wijngebieden

Duitse wijn gebieden

Wist je al dat het Duits Wijninstituut een wedstrijd organiseert om de mooiste uitzichten over de Duitse wijngebieden te nomineren? Onlangs heeft deze stemming plaatsgevonden. Dit is de derde keer dat dit heeft plaats gevonden; eerder in 2012 en in 2016.

Zoals vermeld in de blog van vorige week, kent Duitsland 13 wijngebieden. Voor de meeste Nederlanders zijn Baden, Pfalz, Mosel en Nahe de meest aansprekende gebieden. Maar er zijn dus meer gebieden te bewonderen en te ontdekken.

Door regionale wijnadverteerders zijn 48 uitzichten ingezonden voor deze nominatie. In totaal hebben 10,000 mensen gereageerd en hun online stemming uitgebracht. De locaties met het mooiste uitzicht in elk gebied worden geëerd met een kunstwerk van Ulrich Schreiber. Nu vraag je je misschien af, wat zijn deze uitzichten dan? Nu deze kan je vinden op de website van het Duits Wijninstituut. Je kan tevens genieten van de mooiste uitzichten van de andere jaren.

Vanuit een toeristisch oogpunt is het Duits Wijninstituut ook hard aan de weg aan het timmeren. Want je kan tevens een mooie wandeling maken door deze gebieden en het uitzicht zelf bewonderen. Op de website staat een korte beschrijving en je kan een GPX bestand downloaden!

Hieronder een paar mooie voorbeelden van de mooiste uitzichten over Duitse wijngebieden;

Duitse wijn van verrassende kwaliteit opnieuw ontdekt

Een stukje voorgeschiedenis

Tot in de jaren 90 van de vorige eeuw stond Duitsland bekend om haar zoete, eenvoudige wijnen (zoals de Liebfraumilch). Maar wat is er in 30 jaar toch veel verandert! Duitsland is nu eenmaal een land met een rijke wijn traditie. De Romeinen introduceerden de wijnbouw ruim 2,000 jaar geleden. De eerste wijngaarden werden aangelegd op de steile hellingen in het Moezeldal en later langs de Rijn. Na de val van het Romijnse Rijk namen kloosters de werkzaamheden over. In de middeleeuwen was het aantal beplante hectare drie keer zo groot als de huidige 100,000 ha!

Duitse wijn gebieden

Echter nu is er Duitse wijn van verrassende kwaliteit. Dit is mede ontstaan door de implementatie van het classificatie systeem. Hierdoorzijn er 13 wijnbouwgebieden (“Qualitätswein bestimmte Anbaugebiete”) aangewezen. Deze gebieden zijn vervolgens opgedeeld in districten (“Bereich”). Een Bereich vertegenwoordigt een groep wijngaarden (wat “Grosslagen” genoemd wordt).

De meest nauwkeurige herkomstbenaming is “Einzellage”. Dit refereert aan een wijngaard. Helaas is het niet zo eenvoudig om een Grossanlage van een Einzellage te onderscheiden, zonder de nodige geografische kennis. In beide gevallen staat op het etiket de dorpsnaam en de naam van de wijngaard (in geval van Einzellage). Of de dorpsnaam en de naam van het Grosslagen. Daarom moet je plaatselijk goed bekend zijn om aan het etiket te kunnen aflezen of de wijn van 1 wijngaard afkomstig is of van een groep van wijngaarden.

De Ahr

Een van de wijnbouwgebieden is de Ahr, gelegen tussen Altenahr en Ehlingen. En is een van de dichtst bijgelegen wijngebieden voor Nederland. In minder dan 3 uur rijden (vanaf Utrecht) kan je dit al bereiken. Het kleinste wijnbouwgebied van Duitsland en beslaat slechts 563 ha waarvan tweederde is aangeplant met Spätburgunder (pinot noir). Dit is een Duitse wijn van verrassende kwaliteit!

de Ahr

Vanwege de exposie langs de rivier de Ahr liggen de meeste wijngaarden op zuidelijke helling en dus vol in de zon. De donkergekleurde stenige bodem warmt snel op en draineert goed. Verder ligt het gebied in de regenschaduw en luwte van de Eifel. Deze omstandigheden creëren een klein microklimaat voor het anders zo koele midden-Duitsland.

Inmiddels is de Ahr erkend als topgebied voor de Pinot Noir buiten de Bourgogne. Door deze omstandigheden kan de “cool-climate” Pinot Noir prima tot goede suikerrijpheid komen; 100 Oechsle, welke een potentieel van ongeveer 13.8% alcohol geeft.

De Ahr is niet het enige gebied dat leisteen heeft (dit is ook te vinden langs de Moezel en Mittelrheid), maar is wel de grootste, vrij homogeen gebied voor Pinot Noir op leisteen. Dit geeft ook meteen aan dat een Pinot Noir uit de Ahr niet te vergelijken is met Bourgogne. Aangezien de ondergrond hier bestaat uit kalksteen, klei en/of mergel.

Karakter van een Ahr-wijn

Omdat het gebied zo klein is, is het belangijk onderscheidend te zijn. Spätburgunders uit de Ahr zijn vaak kruidige wijnen met veel fruit. Het is een elegante wijn met hoge mineraliteit. Geen vuursteen (zoals afkomstig van kalkrijke bodems), maar eerder de geur natte stenen alsof het net geregend heeft.

Uitdagingen

Over het algemeen is de temperatuurstijging een van de grootste uitdagers, gepaard met verdroging in de regio. Druiven worden blootgesteld aan meer droogte, zonnebrand en wijzigingen in oogstschema’s (waarbij beschikbaarheid van mensen en apparatuur centraal staan). Droogte is een groot risico voor jonge wijnstokken, die hebben zich nog niet gezet en hebben het dus moeilijker om water en voedingsstoffen uit de diepere lagen te halen.

Door het loofbladbeheer anders aan te pakken bijvoorbeeld minder blad te laten hangen, zal minder water verdampen en meer water in de plant blijven. Echter ook hier moet over nagedacht worden, want bladeren creëren schaduw tegen de felle zon. Wanneer druiven teveel direct en fel zonlicht krijgen, resulteert dit in verbranding van de druif, zogenaamde zonnebrand. Omdat dit veel bitterheid toevoegd aan de wijn, verwijderen de plukkers deze druiven (veelal handmatig).

Het oogstmoment is ook zo een variabele. Door eerder te oogsten kan je temperatuurstijging ondervangen. Echter, de druiven moeten wel de juiste suikerrijpheid hebben. Hoe hoger het suikergehalte, hoe hoger de alcohol. Hoe lager het suikergehalte, hoe lager dus de alcohol. De vraag is wil de wijnmaker een volle wijn maken hoger in het alcohol en lager zuur, of juist een slanke wijn met goede zuren. Ook de bitterheid (tannine) moet goed in balans zijn, dit kan afgelezen worden aan de kleur van de pitjes (groene pitjes geven meer bitterheid, bruine pitjes mooie rijpe tannines).

Conclusie

 De Ahr is een mooi wijngebied waar veel te ontdekken valt. Het is niet eens al te ver rijden en je waant je in een volledig andere wereld met een lekker klimaat en fantastische wijnen. Het is zeker de moeite waard om er eens een kijkje te nemen! Wil je een voorproefje? Kijk eens bij Gall naar Meyer-Nägel old vines Ahr Spätburgunder. Deze Duitse wijn is van verrassende kwaliteit! Dit wijnhuis is een van de gerenommeerde huizen in deze regio en grondlegger zoals de kwaliteitswijnen nu in de regio gemaakt worden. De wijn wordt gekenmerkt door fruitige tonen van framboos, braam en bessen. Maar door de houtrijping ook de ondertonen van vanille en zoethout. De wijn komt wat aards over en kan echt wel een zachte kalfsvlees of gevogelte gebruiken.

Ervaar een interessante en smaakvolle vergelijking met Port

Ferreira proefpakket, een interessante en smaakvolle ervaring met port

We hebben al een paar gure dagen achter de rug, lijkt een eeuwigheid vergeleken met de huidige zomerse temperaturen, terwijl de herfst eraan komt volgens de meteorologische kalender. Dus wordt het tijd om te schrijven over een bijzonder mooi product; te weten port. Wie kent port niet. Maar er zijn zoveel mogelijkheden! Nu had ik nog een leuk klein proefpakket liggen van Ferreira Port met 5 verschillende flesjes. Ideaal voor een leuke blog; Port, ervaar een interessante en smaakvolle vergelijking!

Wat is port en hoe wordt het gemaakt?

Port is een versterkte wijn afkomstig uit de Portugese Douro vallei. Het is een zoete wijn (zowel rood als wit) en wordt vaak geserveerd als dessertwijn. Hoewel in Portugal al eeuwen wijn wordt verbouwd, is port pas ontstaan in de 17e eeuw. Als gevolg van de oorlog tussen Engeland en Frankrijk weken de Engelsen uit naar Portugese wijn. Echter aangezien de overtocht te lang duurde, verging de wijn. Daarom voegden de Engelsen wijnalcohol toe, zodat de vergisting stopte en de wijn langer goed bleef.

Waar kan je port vinden?

Port wordt geproduceerd van druiven van wijngaarden uit de Douro regio.

De Douro regio kan worden opgedeeld in 3 sub regio’s;

  • Baixo Corgo (meest westelijk; mindere kwaliteit van druiven door klimatologische omstandigheden),
  • Cima Corgo (hoge kwaliteit van druiven) en
  • Douro Superior (meest oostelijk tegen de Spaanse grens aan, hooggelegen, minder toegankelijk gebied waar druiven van goede kwaliteit vandaan komen).

Over het algemeen gebruikt men alleen de volgende inheemse druivenrassen; Tinta Barroca, Tinto Cão, Tinta Roriz (Tempranillo), Touriga Francesa, and Touriga Nacional. Eerst wordt een basiswijn gemaakt en die wordt vervolgens versterkt door het toevoegen van een alcohol (aguardente). Dit zorgt ervoor dat de vergisting stopt en restsuikers worden behouden en dus alcoholgehalte hoog is. Vervolgens wordt de wijn opgeslagen in grote fusten om te ouderen.

Wegwijs in de verschillende soorten port

Er zijn vijf verschillende soorten port;

  • Ruby port

Dit is de meest gedronken port. Het is jong en fruitig. Na het persen en gisten wordt ruby port twee tot drie jaar in (stalen) tanks opgeslagen. Daarna rijpt deze verder op de fles. Ook verkrijgbaar als Reserva, wat een betere kwaliteit aanduidt.

  • Tawny port

Rijpt op houten vaten 3 tot 7 jaar en wordt daardoor lichter van kleur. Hier dankt deze port de naam tawny (taan) aan. Taankleur is een licht tot middelmatig donkerbruine tint. Tevens verkrijgbaar als Reserva of met specifieke leeftijdsaanduiding. De leeftijd hangt samen met de gemiddelde leeftijd van de wijnen die zijn gebruikt in de blend. Het jaartal op het etiket verwijst naar het jaar van bottelen.

  • Rose port

Pas sinds 2009 erkent Portugal rosé port wettelijk als een officiële portsoort. Deze port gist minder lang, hierdoor heeft hij een frissere smaak en blijft ‘ie rozig van kleur.

  • Witte port

Wordt gemaakt van puur en alleen witte druiven (niet zoals bij witte wijn van blauwe druiven). Witte port moet minimaal drie jaar op vaten rijpen en heeft een frisse smaak.

  • Vintage port

Vintage port staat voor kwaliteit: Vintage port wordt alleen in zeer goede oogstjaren gemaakt van de beste druiven. De port gaat tientallen jaren ontwikkelen op de fles en is een stuk duurder dan de bovenstaande soorten!

Het wijnhuis van Ferreira Port

Ferreira Port behoort tot de top van de Portugese Porthuizen. Voor de Portugees staat de naam synoniem voor kwaliteit en eeuwenoude traditie. Verscholen in het achterland van Porto, gelegen in de indrukwekkende Douro Vallei, liggen de prachtige Quinta’s van Ferreira Port, de Portugese wijnboerderijen, met namen als Quinta de Seixo en Quinta do Porto. Schitterende landgoederen waar de geschiedenis van Ferreira Port meer dan 250 jaar geleden is begonnen. Het is dan ook een van de oudste porthuizen met eigen wijngaarden die een oppervlakte bestrijken van meer dan 150 hectare.

José Ferreira was een van de pioniers in de Douro-vallei die in 1751 op kleine schaal is begonnen. Het was echter Dona Antonia Adelaide Ferreira, een zakenvrouw pur sang die de export en de verbreiding van het merk op een hoger plan heeft gekregen, zonder enige concessies te doen aan de kwaliteit van haar familie product. Zij leefde van 1811 tot 1896 en behoorde tot de vierde generatie van de familie.

Dona Antonia werd al op haar 33ste weduwe, waar zij de kracht uit putte om met een enorme energie en flair haar Porthuis verder op te bouwen. Zij was zeer geliefd bij het volk en zeer begaan met het lot van de minderbedeelden en richtte daarom verschillende liefdadigheidsinstellingen op, die heden ten dagen nog steeds functioneren. Een vrouw met een bijzonder grote invloed op het “Port-metier”. Om haar blijvend in gedachte te houden brengt Ferreira nog steeds haar “Personal Reserve” de “Dona Antonia” op de markt. Een meesterlijke selectie van portwijnen, komend van de Quinta do Seixo. Met een gemiddelde leeftijd van 6 jaar en een elegante opvoeding op eiken, is men erin geslaagd het intense fruit van een Ruby met de zachte rijpheid van een Tawny te combineren.

Vergelijking van het port proefpakket

Het pakketje bestaat uit 5 kleine flesjes en bevat een branco, ruby, tawny, Dona Antonia Reserva Branco en Dona Antonia Reserva Tawny. Ik heb deze verschillende portwijnen naast elkaar geproefd, vergezeld van een lekker kaasplankje. Ervaar deze interessante en smaakvolle vergelijking met port!

Branco port

Deze witte port kent als basis de malvasia en heeft een strogele kleur. Het is lekker verfrissend en elegant met exotische tonen van abrikoos, lychee en amandel.

Ruby port

Ruby port

Een duidelijke jeugdige rode port. Robijnrood van kleur, rijp rood fruit. Zwoel en zoet. De alcohol is minder scherp aanwezig maar de tannine is stroever.

Tawny port

Tawny port

De tawny port is mooi roodbruin door de houtrijping. Een duidelijk karakter van gedroogd fruit, krenten, noten en eikenhout! Vleugje karamel in de afdronk. Wel wat hoog in alcohol en lichtelijk onbalans.

Dona Antonia Reserve Branco

Ferreira Dona Antonia Reserve Branco

Deze bijzondere port is goudgeel van kleur met intense tonen van marmelade en bloemen. Tevens gedroogd fruit (mede door het feit dat de druiven overrijp geplukt worden) en noten. De houtrijping maakt dat deze portwijn complex is.

Dona Antonia Reserve Tawny

Dona Antonio Reserve Tawny

Bekroond met 92 punten in “The Wine Spectator”. Kent een uitgesproken kruidig smaakpalet, een licht pepertje met een forse dosis cassis, kersen en een mondvullende warme finish. Met een gemiddelde leeftijd van 6 jaar en een elegante opvoeding op eiken heeft deze portwijn de combinatie van het intense fruit van een Vintage met de zachte rijpheid van een houtgelagerde Tawny.

Conclusie

Het mag duidelijk zijn dat de ene port niet de andere port is. Elke soort port heeft zijn eigen karakter. Wanneer je je verder gaat verdiepen in het product kom je elke keer weer nieuwe karakteristieken tegen. Het is niet verkeerd om verschillende soorten port naast elkaar te zetten en zelf te ervaren wat een interessante en smaakvolle vergelijking dit kan zijn.

Conclusie van wijn

WSET wijn beoordelen

In de afgelopen drie weken hebben we het gehad over hoe je een wijn kan beoordelen. Dit beoordelen bestaat uit drie elementen; het uiterlijk, de geur en het proeven. We hebben deze losse elementen hebben beoordeeld. En we kunnen daardoor tot een uiteindelijke conclusie komen van de wijn. We doen dit aan de hand van het benoemen van de BLIC; Balans, Lengte, Intensiteit en Complexiteit.

Balans

Om de balans te boordelen laat je je gedachten gaan over de verhouding tussen de fruitigheid (frisheid), tannine gehalte (mate van bitterheid), alcohol (mate van scherpte in de wijn). Indien iets overheersend is, vermeld je dat. Wanneer dit perfect in balans is, heb je eigenlijk een zijdezachte wijn, mooi gerijpt waarbij de elementen elkaar mooi ondersteunen en versterken. De balans is een belangrijk onderdeel van de conclusie van de wijn.

Lengte

De lengte van de afdronk heb je bepaald bij het proeven van de wijn. Maar wat proef je nu precies in de afdronk, is dat fruitigheid of begint deze muf te worden (wat duidt op fouten of het feit dat de wijn over zijn top is). Of proef je juist meer secundaire of tertiaire aroma’s (zie ook de blog over geur waarnemen)?

Intensiteit

Elk element van het proeven en beoordelen van wijn bevat een vorm van intensiteit; of het nu kleur, geur of smaak intensiteit is. Echter deze kan je vaak niet los van elkaar zien. Wanneer de wijn een lichte kleur intensiteit heeft (vaak jong dus), zal de geur en smaak bijzonder fruitig zijn, zonder sporen van secundaire of tertiaire aroma’s. Echter wanneer een wijn donker van kleur is (bij witte wijn richting oranje, bij rode wijn richting bruin), zal de geur vaak muf zijn en de smaak zal weinig fruit aroma’s bevatten.

Zo zie je de samenhang qua intensiteit tussen de verschillende elementen.

Complexiteit

De complexiteit is eigenlijk een afspiegeling van de primaire, secundaire en tertiaire aroma’s. Een wijn met alleen primaire aroma’s is niet complex. Echter dit wilt niet zeggen dat de kwaliteit minder is. Dit moet wederom in het totaal plaatje worden bekeken.

Conclusie

Het is allemaal niet zo direct en simpel. Je moet duidelijk verbanden leggen tussen alle verschillende elementen en sub-conclusies. Maar bovenal het is erg toegespitst op de persoonlijke voorkeur. Niet iedereen houdt van jonge wijnen met weinig complexiteit. Maar dit geldt juist ook voor oudere wijnen. Echter oude wijnen van hoge kwaliteit waarbij de balans mooi soepel en zijdezacht is, de lengte mond vullend, watertandend, is toch wel vaak een wijn die vele mensen laat genieten. Helaas moet je daarvoor of het geduld hebben (wijn jong kopen en opslaan onder juiste condities) of een wat dikkere portemonnee hebben….

Kortom, je stopt nooit met leren, ontdekken, jezelf ontwikkelen door te blijven proeven maar dan wel met aandacht!

Wijn proeven en beoordelen

In de afgelopen twee weken hebben we het gehad hoe we wijn kunnen proeven volgens de WSET-methode. Nadat we het eerst het uiterlijk hebben beoordeeld, hebben we daarna kennis gemaakt met het waarnemen van de geur. Vandaag gaan we dieper in op hoe we wijn proeven en beoordelen. Dit noemen we ook het palet van de wijn.

Suikergehalte, zuurgraad en tannine zijn belangrijk om dat deze bijdragen aan het balans en de stijl van de wijn. Daarnaast zijn deze drie componenten de belangrijkste indicatoren om wijn te matchen met voedsel.

Om het palet van een wijn te beoordelen gebruik je je smaakvermogen (om suikergehalte, zuurgraad en bitterheid vast te stellen), het mondgevoel en geur (voor de smaak karakteristieken).

Smaak papillen

Alle delen van de tong zij gevoelig voor smaken, maar sommige delen zijn gevoeliger dan anderen. Dit is reeds in detail beschreven in een eerder blog. Maar komt op neer dat de voorkant van de tong vooral de zoetheid vast stelt. De zuurgraad door de zijkant langs de tong en bitterheid achterop de tong.

Om het beste resultaat te krijgen bij het doordacht proeven van wijn is het van belang dat je maar kleine slokjes neemt. Om vervolgens lucht aan te zuigen tussen je lippen. Dit zorgt ervoor dat de wijn zich door je mond verspreidt (een coating over je tong aanbrengt) en de dampen achterlangs je neus bereiken. Zo “proef” je de aroma karakteristieken van de wijn.

Wanneer we volgens WSET het palet beoordelen, dan komen de volgende aspecten aan bod; zoetheid, zuurgraad, tannine gehalte, alcohol niveau, mondgevoel (body), sprankelendheid, smaak intensiteit en karakteristieken en tenslotte de afdronk. We gaan nu in op deze aspecten.

Zoetheid

Zoals gezegd zitten de belangrijkste receptoren van zoetheid in het puntje van de tong. Zoetheid geeft de mate van suikergehalte in de wijn. Echter, ook hoger alcohol en glycerol geeft de perceptie van zoetheid. Glycerol is een bijprodukt van de alcoholische vergisting. De meeste wijnen zijn droog (suikergehalte tot 4 gram suiker per liter). Boven de 45 gram suiker per liter wordt een wijn geclassificeerd als “zoet”, zoals Sauternes en port-wijn. Indien de wijn echt zoet is (het glazuur springt van je tanden bij wijze van spreken) spreken we van “erg zoete” wijn, zoals Rutherglen Muscats en Trockenbeerenauslese. Deze kunnen suikergehaltes tot wel 150 gram suiker per liter bevatten! Riesling is over het algemeen een hele mooie druif om als voorbeeld te nemen; deze druif kan van gortdroog tot mierzoet gemaakt worden en alles wat er tussen zit.

Zuurgraad

Zuren geven de frisheid aan de wijn en samen met alcohol zorgt de zuurgraad voor een onveilige omgeving voor microben. De belangrijkste zuren zijn wijnsteenzuur en appelzuur (afkomstig uit de druif) en melkzuur (afkomstig uit het wijnmaak proces). Zuren worden het best opgevangen door de zijkant van de tong waar het een scherp tintelende sensatie geeft wat vervolgens voor speeksel zorgt omdat de mond probeert het natuurlijk zuurgehalte in je mond te herstellen. Hoe meer speeksel wordt aangemaakt, hoe hoger de zuurgraad is van de wijn. Over het algemeen kan je stellen dat wijnen met een hoge zuurgraad afkomstig zijn van een koel klimaat. Houdt er rekening mee dat zuurgraad en zoetheid elkaar kunnen maskeren, mooie voorbeelden hiervan zijn Canadese ijswijn of Hongaarse Tokaji.

Tannine

Tannine is afkomstig van de druivenschil, steeltjes en pitjes. Deze verbindt proteïne in je speeksel waardoor je een droog mondgevoel krijgt en voelt ruw aan op je tandvlees. Het geeft rijkheid aan de textuur van de wijn, maar ook een bittere smaak. Tannine komt alleen voor in wijnen die schilcontact hebben gehad. Kort genomen zijn dat alleen rode wijnen en rosé, aangezien schilcontact de kleur bepaalt. De wijnmaak techniek kan grote invloed hebben op de tannine. Onrijpe druiven geven een heel ruwe tannine, echter een goede cabernet sauvignon met weinig houtrijping (wat de scherpe kantjes van de tannine af kan halen) geeft dezelfde tannine ervaring. Terwijl een goede syrah uit een heet klimaat met een hoge concentratie van zijdezachte volle tannine helemaal niet ruw overkomt.

Alcohol

De viscositeit van de wijn bepaalt het alcoholgehalte. Hoe hoger de alcohol, hoe zwaarder de wijn lijkt te zijn. Terwijl een lichte alcoholische wijn eerder waterig aanvoelt. Een hoge alcoholische wijn kan ook branderige sensatie geven wanneer je deze doorslikt of uitspuugt. Dit kan ook een tintelende sensatie geven, waardoor het te verwarren is met zuurgraad – maar kijk dan naar het aanmaken van speeksel.

Body

Het mondgevoel is de textuur die je ervaart wanneer je wijn in je mond neemt. Het is een algehele impressie gecreëerd door het samenspel van alle structurele componenten. Alcohol is de grootste bijdrager aan de body, daarnaast voegen het suikergehalte en het fruit extract waarde toe. Hoge zuurgraad laat een wijn over het algemeen lichter in body ervaren. Een wijn die hoge alcohol heeft, mooie rijpe tannnines en hoge fruit intensiteit kent een hoge body (bijvoorbeeld een hoge kwaliteit Bordeaux wijn of Argentijnse Malbec). Een wijn met laag alcohol, hoge zuren en delicaat fruit kent een laag mondgevoel (bijvoorbeeld een simpele pinot noir).

Mousse

Mousse zijn de bubbels in een sprankelende wijn zoals cava, prosecco, champagne. Deze zijn creamy (levendige sprankel zonder te agressief te zijn), agressief (wanneer ze heersend zijn in de smaak maar snel weg ebben) of delicaat (wanneer ze zacht en fijntjes zijn).

Smaak intensiteit en karakteristiek

De wijn in je mond past aanpast aan je lichaamstemperatuur, Smaak intensiteit en karakteristiek proef je doordat de temperatuur van de wijn in je mond wordt verhoogd naar je lichaamstemperatuur. Dat draagt bij dat aromatische moleculen je neus binnendringen vanuit je mond. Meestal zullen de smaak karakteristieken overeen komen met de geur karakteristieken. Echter door de verhoogde temperatuur kunnen andere aroma’s worden geïdentificeerd. De aardse smaken en specerijen neigen beter door smaak geïdentificeerd te worden. Fruitige en vegetale aroma’s zullen eerder door de geur bepaald worden.

Afdronk

De afdronk is het collectief van alle sensaties die je hebt ervaren door het proeven van de wijn. Hoe langer de afdronk na-ijlt (let op wel van gewenste aroma’s), hoe beter de kwaliteit van de wijn is. Indien een wijn een lange bittere afdronk kent met weinig fruit, heeft de wijn een korte afdronk.

Over de finale conclusie van alle drie de componenten zal ik een volgende keer ingaan. Maar ik hoop dat ik je nu meer duidelijkheid heb gegeven in hoe je een wijn écht kan proeven en beoordelen.

Wijn proeven – geur waarnemen

Vorige week zijn we begonnen aan een blog serie over wijn proeven. In het eerste deel is het beoordelen van het uiterlijk van de wijn aan bod gekomen. Deze week wil ik je meenemen in het beoordelen van de tweede stap; de geur waarnemen in wijn.

Geur waarnemen

Het zal je waarschijnlijk niet ontgaan zijn, maar vaak draaien mensen de wijn in hun glas rond (het zogenaamde walsen). Nu vraag je je misschien af waarom dat dat is. Zuurstof is een belangrijk element om geuren los te maken. Het is daarom van belang dat je een goed glas hebt om de wijn goed te kunnen laten walsen. Hiermee komt meer van de vloeistof in aanraking met zuurstof en komen dus geuren (en ook smaken) beter vrij.

Tevens is het van belang dat je het glas niet hoog bij de rand pakt. Want dan “besmet” je het glas met je eigen geur (parfum of lichaamsgeur), waardoor je de geur van de wijn minder kan waarnemen. Het beste is halverwege de steel van het glas om dan te walsen.

Na het walsen plaats je neus aan de rand van het glas en snuif kort en diep. Hierdoor neem je de conditie en aroma karakteristieken waar. Sommige karakteristieken zijn toegankelijker dan anderen. Nu gaan we kijken hoe we volgens WSET een proef notitie kunnen schrijven.

Geur waarnemen

Conditie

Allereerst beoordelen we de conditie. Wat is dit nu eigenlijk? Conditie betekent niets anders dan of er fouten in de wijn zitten. Een wijn kan er helder uit zien, maar dat wilt niet zeggen of de conditie zuiver is. De meest aansprekende fout is dat je “kurk” ruikt. Dit heeft niets met een slechte kurk te maken of zo. Maar de wijn kan bloot zijn gesteld aan de TCA bacterie. Deze bacterie kan zowel in het wijn maak proces (schoonmaken van installatie) als in de kurk fabricage terecht komen. TCA besmetting kenmerkt zich door een muffe natte karton geur (vandaar de verwijzing naar kurk).

Een andere waarneming kan reductie of juist het tegenovergestelde oxidatie zijn. Bij reductie is de wijn te weinig in contact met zuurstof gekomen tijdens het wijn maak proces. Je bemerkt dan een geur van rotte eieren of gekookte kool. Reductie kan gecompenseerd worden wanneer de wijn geopend wordt. In geval van oxidatie is de wijn juist teveel blootgesteld aan zuurstof. Dit is reeds aan de kleur te bemerken; deze is donkerder en bruiner dan de bedoeling is. De wijn mist de fruitige karakter en daarvoor in de plaats bespeur je chocolade, toffee, honing, karamel. Dit betekent natuurlijk niet dat wijn altijd foutief is wanneer je oxidatie bespeurd. Zowel reductie als oxidatie kan een bewuste keuze zijn in wijn maak techniek. Het gaat dan meer om het geheel van de observatie.

Brett (Brettanomyces) is een wilde schimmel die reeds op een druivenschil aanwezig kan zijn. Wijnen besmet met Brett is een langzaam groeiende gist die in moeilijke omstandigheden, zoals bij hoge alcohol percentage en weinig voedingsstoffen, kan overleven. De groei wordt gestimuleerd door kleine hoeveelheden zuurstof, zoals je die kunt vinden in niet goed bijgevulde vaten. Deze besmetting kenmerkt zich door animale geuren.

Overige fouten zoals slechte conditie (de wijn is te oud, of slecht bewaard – dan ruikt deze muf en steels), Zwaveldioxide wordt gebruikt in het wijn maken om het zuurstofcontact te beperken (waardoor de wijn fris en fruitig blijft) en voorkomt de groei van ongewenst schimmels en bacteriën (wat de wijn zuiver houdt). Omdat astma patiënten kunnen reageren op sulfiet, staat het op de fles vermeldt wanneer dit wordt toegevoegd. Echter, in het gistingsproces komt er ook natuurlijke sulfieten vrij, dus er bestaat geen sulfiet-vrije wijn! Wanneer een wijn een hoog sulfiet gehalte heeft, bemerk je de geur van pas ontbrande lucifers. Vluchtige zuren komen voor in wijn wanneer deze teveel is blootgesteld aan oxidatie in het wijn maak proces. Waardoor de wijn besmet is met azijn makende bacteriën. Dit kenmerkt zich door de geur van nagellakremover.

Intensiteit

De intensiteit is een heel subjectieve beoordeling. Je kan de volgende logica toepassen. Indien je de aroma’s kan ruiken zonder je neus in het glas te stoppen, kan je zeggen dat de wijn een “uitgesproken” geur intensiteit heeft. Indien je niet echt een idee hebt wat je nu precies ruikt, nadat je je neus in het glas hebt gehad, dan is de geur intensiteit “licht”. En de regel is anders “gemiddelde” intensiteit.

Ontwikkeling

Je kan de waar te nemen aroma’s onderverdelen in drie klassen; primair, secundair en tertiair. Primaire aroma’s zijn heel fruitige, florale aroma’s van de druiven. Bij jonge wijnen kan je aan de hand van de primaire aroma’s de verschillende druivensoorten onderscheiden.

Secundaire aroma’s zijn aroma’s die ontstaan in het wijn maak proces (zie ook de blog over wat proeven we in wijn). De beste voorbeelden is het contact met hout (levert vanille, toast of cederhout hinten), malolactische fermentatie (MLF; de omzetting van appelzuur naar melkzuur geeft boterachtige aroma’s), maar ook het spelen met de duur van gistcontact zoals je bemerkt bij de bubbels (je bespeurt aroma’s van biscuit, gist en dergelijke).

De laatste, tertiaire aroma’s vinden hun oorsprong in het rijpingsproces. Dit kan oxidatief zijn (zoals het rijpen of houten vaten) zodat er aroma’s vrijkomen van koffie, chocolade, toffee, karamel. Maar kan dus ook reductief zijn zoals bij het rijpen op een afgesloten fles, waardoor je hartige aroma’s van paddenstoelen of aardig kan bespeuren.

Over het algemeen kan gesteld worden dat wanneer wijn wordt gedomineerd door primaire en/of secundaire aroma’s de wijn nog jong is. Indien de geur kenmerken worden gedomineerd door tertiaire aroma’s dan is de wijn volledig ontwikkeld. Wanneer de wijn niet jong is en niet volledig ontwikkeld, classificeren we deze als “in ontwikkeling”. Als een wijn voorbij de volledige ontwikkeling is, en eigenlijk in kwaliteit achteruit gaat, dan is deze “vermoeid“.

Aroma karakteristiek

Maar welke primaire geur nemen we nu eigenlijk waar in wijn? Dat is bijzonder uiteenlopend en ook bijzonder persoonlijk. Ieder persoon proeft nu eenmaal anders. Ik zal hieronder een kort overzicht geven.

Floraalacacia, kamille, roos, viooltje
Groen fruitgroene appel, peer
Citrus fruitgrapefruit, citroen, limoen
Steen fruitperzik, abrikoos, nectarine
Tropisch fruitbanaan, lychee, mango, meloen
Rood fruitaardbei, framboos, rode bes, cranberry, rode kers
Zwart fruitbraam, zwarte bes, zwarte kers
Rijpheidgroene/witte peper, paprika, tomaat
Kruidachtiggras, asperge
Kruidigeucalyptus, munt, lavendel, dille
Een verkorte lijst van geur en smaak kenmerken

Wederom deze geuren worden niet toegevoegd aan een wijn, het zijn natuurlijke aroma’s die ontstaan door de groei van de druif en haar soort.

Volgende week komt het smaakpalet aan bod. Tot volgende week!

Wijn proeven

Je hebt wijn proeven en wijn proeven. Natuurlijk wanneer je wijn drinkt, proef je. Maar proef je ook echt welke smaken complexiteit aan je wijn toevoegt?

Er zijn reeds diverse artikelen gepubliceerd over wat je proeft in een bepaalde wijn, zie de voorgaande blogs. Maar hoe doe je nu wijn proeven, welke smaken kan je erin herkennen  en hoe kan je dit systematisch vast stellen? WSET heeft hier een methode voor ontwikkeld, die het inzichtelijk maakt om op een neutrale, onafhankelijk wijze de wijn te proeven, deze te beschrijven en de kwaliteit te beoordelen. Daar wil ik het met jullie over hebben in de komende blogs.

De drie onderdelen

Je kan het beschrijven van een wijn onderverdelen in drie categorieën; het uiterlijk, de geur en de smaak. Door deze drie categorieën te beschrijven, kan je tot een algehele conclusie komen. In deze blog hebben we het over het uiterlijk van de wijn.

Helderheid

Bij het beoordelen van het uiterlijk van de wijn kijk je naar de helderheid, de kleur intensiteit en de kleur zelf. De helderheid geeft aan of de wijn troebel is. Troebelheid wordt veroorzaakt door deeltjes die in de wijn verspreid zijn. Wanneer de wijn uitgegist is, ziet deze er troebel uit. Dit komt door (dode) gistcellen en/of pitdeeltjes die nog in de wijn aanwezig zijn. Dit kan op een fout in de wijn wijzen, maar kan ook met opzet zijn gedaan. Dit laatste is het geval bij natuurwijnen indien niet “geklaard” wordt. Klaren is het helder maken van wijn door het toevoegen van eiwitten (wat op problemen stuit bij veganisten). Hierdoor binden de deeltjes zich met het eiwit waardoor deze naar de bodem zakken. Vervolgens middels filtratie wordt de wijn helder gemaakt.

Kleurintensiteit

De kleurintensiteit geeft aan hoeveel kleur de wijn geeft (let op, niet welke kleur!). Intensiteit is de hoeveelheid kleur (pigment) die aanwezig is in de wijn en is o.a. afhankelijk van het druivenras. Maar ook in het wijnmaak proces is de intensiteit te beïnvloeden door de lengte van het schilcontact te bepalen (hoe langer het contact, hoe dieper de kleur).

Wanneer de kleur, die je in het midden ziet, doorloopt tot de rand van de wijn dan is de wijn diep van kleur. Het kan ook zijn dat de buitenste rand van de wijn waterig is en dus eigenlijk geen kleur meer heeft. Hoe groter de kleurloze rand hoe lichter de wijn is.

Bij rode wijn kan je de wijn boven een wit vel papier houden en van boven in het glas kijken. Pak met duim en wijsvinger het pootje vast, vlak onder de kelk. Zie je je duim en wijsvinger door de wijn heen dan is de intensiteit gemiddeld. Zak je met duim en wijsvinger naar het voetje en blijf je ze zien dan is de intensiteit licht. Kan je beide niet zien en kan je er niet of nauwelijks doorheen kijken dan is deze diep. Over het algemeen kan je zeggen; hoe ouder de wijn wordt, hoe minder diep van kleur deze wordt bij rode wijn. Maar bij witte wijn krijgt deze met de leeftijd een diepere kleur!

Kleur

WSET wijn beoordelen

En dan de kleur zelf. De kleur is de balans tussen de gehaltes aan rood, blauw, geel, groen of bruin in de wijn. Witte wijnen hebben doorgaans een citroengele kleur. Indien er een waarneembare groene tint in zit, is deze groengeel. Heeft de wijn een oranje of bruine tint, dan is de kleur goudgeel. Wijnen die duidelijk richting bruin gaan, worden omschreven als ambergeel of bruin.

Jonge wijnen hebben doorgaans een groene tint. Oude wijnen of wijnen die geoxideerd zijn, gaan meestal richting bruin.

Rode wijnen kennen een kleur schakering van paars tot bruin. De meest voorkomende kleur is robijnrood. Wanneer er een duidelijk blauwe of paarse toets te zien is, wordt de wijnkleur als paars omschreven. Is deze meer oranje of bruin, dan is het granaatrood. Is de wijn meer bruin dan rood, noem het dan roodbruin.

In het geval van rosé wijnen duiden we de zuiver roze incl een paarse tint aan als roze. Is er een oranje tint, dan duiden we de wijn aan als zalmroze. Is de oranje kleur dominant, dan duiden we de kleur aan als oranje. Deze zijn echter bijzonder zeldzaam.

Overige kenmerken

Tenslotte zijn er nog een paar algemene opmerkingen te maken omtrent het uiterlijk van de wijn. Alle wijnen tonen tranen ofwel benen (stroompjes wijn die aan de zijkant van het glas blijven hangen na het walsen). Wijnen die suiker bevatten of een hoog alcoholgehalte hebben, zijn stroperiger. Dit kenmerkt zich doordat de tranen dikker zijn en langer aanhouden.

Sommige stille wijnen tonen een lichte tinteling of “pétillance” door koolzuurgas. Hoe wel dit kan indiceren op een fout in de wijn (zoals hergisting of malolactische omzetting in de fles), worden sommige lichte, niet-houtgerijpte witte wijnen gebotteld met een beetje opgeloste koolzuurgas, voor een prettige frisheid en textuur.

Belletjes zijn van fundamenteel belang voor mousserende wijnen. Het is een algehele mis opvatting dat hoe de belletjes eruit zien, een aanwijzing is voor de kwaliteit van de wijn. Er zijn echter andere factoren, zoals eventuele onrechtmatigheden in het wijnglas, die van invloed kunnen zijn op hoe de wijn zich in het glas toont.

Conclusie

Het is dus niet zonneklaar vanuit het uiterlijk of een wijn nog goed is. Echter indien de wijn troebel én donkerbruin is, is de kans wel erg groot dat de wijn niet meer goed is. Vandaar dat geur en smaak er ook toe doen. Maar deze volgen nog!