Krachtig en gevarieerd Pannon

Even ten zuiden van de wijnregio Balaton in Hongarije ligt Pannon. Deze regio is onderverdeeld in vier subregio’s waarvan Villany mogelijk de meest bekende is. Mede doordat in Pannon hier wijnen vandaan komen die krachtig zijn met een bodem die gevarieerd is. Het gebied wordt beïnvloedt door de Donau in het oosten, de Drava in het zuiden en het Balaton-meer in het noorden. De regio ligt in nagenoeg een aaneengesloten gebied van heuvels met veel zonneschijn en een aangenaam mediterraan meso-klimaat. De wijnregio omvat 7.800ha waarbij de bodem gedomineerd wordt door een löss bodem. De wijnproductie vindt hier reeds plaats sinds de Romeinse tijd en in tegenstelling tot de eerder besproken gebieden, domineert de blauwe druif de aanplant. Het zijn vooral de Bordeaux rassen Cabernet Sauvignon, Cabernet Franc en Merlot.

De wijnen in deze regio leveren een zachtere zuurgraad en rijpere evenwichtigere rode wijn dan in de gebieden ten noorden van het Balaton-meer. Ook zijn de witte wijnen meer ingetogen en zachter en minder levendig. Rassen die in andere delen van Hongarije niet goed rijpen, komen in krachtig en gevarieerd Pannon tot hun recht. De meest bekende wijnen zijn waarschijnlijk de Szekszárdi Bikáver en de Villány wijnen met volle body in Bordeaux-stijl. De regio kent in totaal vijf beschermde oorsprongsbenamingen, één voor elke regio en de overkoepelende Pannon.

Krachtig en gevarieerd Pannon

Net als we in de andere regio’s gezien hebben beslaat het kader een veel groter gebied dan de werkelijke aanplant.

De twee gezichten van Tolna

Bij het horen van de naam van het wijndistrict Tolna weten veel mensen niet precies wat het is. Dat komt omdat Tolna een van de jongste wijndistricten van Hongarije is. Het werd pas in 1998 aangewezen en bestaat voornamelijk uit het voormalige Völgységi-regio van het wijndistrict Szekszárd, aangevuld met een paar andere goede wijnbouwgebieden. Aan de andere kant is het een van de oudste wijndistricten van Hongarije, omdat het een 2000 jaar oude geschiedenis heeft als onderdeel van Szekszárd.

Het totale productiegebied is bijna 11.500ha groot, waarvan 7.363ha eerste klas is. Momenteel staat slechts 2.117ha aangeplant. De bodemstructuur is vrijwel hetzelfde; löss-leem en bruine bosgrond.  Het gebied heeft een gematigd landklimaat. Vergeleken met het wijndistrict Szekszárd zijn de Völgység en Noord-Tolna, die iets verder naar het westen liggen, iets koeler en iets natter. Het zuidelijke deel van de Mezőföld is echter iets warmer en droger. Dit doet denken aan het landklimaat van de Alföd in de Danube regio. Het heeft gunstigere neerslagcondities dan Szekszárd, dat regelmatig de lijdt onder droogte.

We komen hier bekende druivenrassen tegen zoals Chardonnay, Pinot Gris, Olaszrizling, Pinot Blanc en dergelijke. Ook van de blauwe druivenrassen komen we bekenden tegen zoals Kékfrankos, Bordeaux-rassen, Zweigelt en Kadarka. De witte wijnen zijn zacht mede onder invloed van de löss bodem en het koelere klimaat. Het zijn levendige fruitige wijnen. De rode wijnen zijn ook zacht en zeer goed gestructureerd door hun volle body en iets rijkere tannine. Vooral de Bordeaux-rassen kunnen goed rijpen wanneer de wijnbouw en kelder methodes zorgvuldig zijn. Denkend aan de hetere zomers van de afgelopen jaren, is het zonder twijfel dat het koelere klimaat in het profijt heeft gewerkt.

Illes Chardonnay 2019

Illes Chardonnay

Illes Borhaz is een kleine wijnmakerij die in 2014 is begonnen met 35ha grond.

In de rijke Chardonnay bespeur je in de aanzet mango en ananas, dan later perziken en groene appels. Op de achtergrond is er een beetje boter en toast te bespeuren door de malolactische omzetting en houtrijping. De complexe zuren en lichte zoetheid vormen een aangenaam smaakeffect, waarin je de vruchten kan ontdekken die ook voorkomen in het aroma en de tonen van houtachtige rijping. Geniet van deze wijn bij vis en witvlees, gevogelte, gerechten van jong kalfsvlees of zelfs voor desserts.

Beroemdheden in Szekszárd

Het wijngebied Szekszárd ligt tussen de Tolna-Baranyai heuvels en de Donauvlakte, ten westen van Sárköz. Aan de oostkant van de noord-zuid route van Szekszárd naar Báta liggen de wijngaarden die dit landschap zo beroemd maakten. Op deze oostelijke helling vindt u ook de beroemde wijngaarden van Õcsényi, Decsi en Sárpilisi, hoewel hun gelijknamige dorpen zelf 3-5 kilometer verderop liggen, op de voormalige uiterwaarden van de Donau. Het productiegebied beslaat zo’n 6.000ha waarvan 3.800ha staat geclassificeerd als 1e klas. Werkelijk staat er 2.038ha aangeplant. De dikke lössbedekking van de heuvels van Szekszárd biedt een uitstekende basis voor de vorming van bodems die gunstig zijn voor de teelt van blauwe druiven. Zoals reeds aangegeven kent ook Szekszárd een landklimaat maar het is hier droger dan in Tolna.

De geschiedenis is zeer indrukwekkend. Franz Schubert en zijn kwintet die het lied “Trout” inspireerde op de Szekszárd Kadarka en Franz Liszt die een welkome gast was in de regio.

De belangrijkste druivensoorten zijn Kékfrankos, Merlot, Cabernet Franc, Cabernet Sauvignon, Kadarka, Zweigelt en Pinot Noir. Onder de witte variëteiten zijn Olaszrizling, Riesling en Chardonnay de meest karakteristieke variëteiten. Szekszárd is bekend en gewild bij wijnliefhebbers, voornamelijk vanwege de rode wijn. De wijnen van Szkszárd hebben rijke aroma’s, levendige zuren en elegant. Ze onderscheiden zich van de rode wijnen van Hongarije. Deze wijnen kunnen vaak jong geconsumeerd worden, maar kunnen ook ouderen. In tegenstelling tot hun Villány tegenhangers, die echt weggelegd moeten worden.

Kleinschalig Pécs

Het wijndistrict Pécs ligt op de beschutte zuidelijke hellingen van de Mecsek, de glooiende hellingen rond Szederkény en Mohács, en de zuidoostelijke hellingen van de Zselic-heuvels. De wijnstokken worden geplant op hoogtes van 110 tot 300. Het sub-mediterrane klimaat wordt gevormd door de Mecsek-heuvels die de koude noordenwind tegenhouden en invloeden uit de Middellandse Zee. De winters zijn mild en, gunstig voor de groei van de wijnstok, warme dagen vroeg in het voorjaar. Daarmee is het het warmste wijndistrict van Hongarije met een lange groeiseizoen. Het wijndistrict wordt gekenmerkt door rode zandsteen en dolomietkalksteen, die wordt overwoekerd door los zand, klei en kalksteen. De hellingen van de Baranya Hills bestaan uit los zand en löss.

Het productiegebied beslaat weliswaar bijna 7.000ha – waarvan 6.400ha eerste klas is – terwijl slechts 700ha aangeplant staat en op 640ha echt actief wijnbouw plaatsvindt. Hiervan is 480ha met witte druiven aangeplant. We vinden hier een grote verscheidenheid aan druivenvariëteiten; zoals de witte Chardonnay, Irsai Olivér en Cirfandli. Maar ook de blauwe Bordeaux-rassen en Kékfrankos en Pinot Noir. Cirfandli-druiven zijn uniek voor Hongarije en zijn uitzonderlijk omdat ze kunnen worden gebruikt om droge, zoete, lichte of volle wijnen te produceren. Het warme klimaat en de lage regenval in de regio resulteren in volle wijnen, vaak rijk aan suiker en alcohol. Het relatief hoge suikergehalte wordt aangevuld met een zachte zuurgraad, waardoor wijnen goed in balans zijn. De wijnen hebben vaak een rijke kruidigheid; omdat de wijnen echter vaak geen zuurgraad hebben, rijpen wijnen uit de Mecsekalja relatief snel.

Bordeauxs twist in Hongaars Villány

In het zuidwesten van Hongarije, ten westen van de Donau en op de grens met Kroatië ligt Villány. Het is beroemd om haar rode wijn dat een twist is op de Bordeaux-blend. Villány deelt zijn breedtegraad (45,5 ° N) met de zeer noordelijke rand van Bordeaux. Maar de twee regio’s hebben heel weinig gemeen, afgezien van hun belangrijkste druivensoorten – Cabernet Sauvignon, Cabernet Franc en Merlot. Bordeaux heeft een uitgesproken zeeklimaat en worstelt om volledige rijpheid te bereiken in koele jaargangen. Geen van deze dingen geldt voor Villány, dat honderden kilometers van de dichtstbijzijnde zee ligt en gezegend is met een sub-mediterraan klimaattype. Niettemin is het mesoklimaat hier koeler en gematigder dan het warme, continentale klimaat elders in Zuid-Hongarije. Kijkend naar temperatuurkaarten, valt Villany op als merkbaar koeler dan de omliggende gebieden. Szekszárd, net ten noordoosten en Pecs, in het noorden, zijn twee van de warmste wijndistricten van Hongarije.

Het koele mesoklimaat van het district is te danken aan de aanwezigheid van de Villányi-Hegység – een lange, lage kalksteenrug, die ongeveer 18 kilometer oost-west loopt en 300 m boven de steden Villány en Siklós uitsteekt. De ondergrond varieert. Deels rijk aan kalksteen, maar ook löss waardoor de wijnen zachter worden, en bruine bosgronden. We kunnen bijna zeggen dat het gevoel van Bordeaux (vanwege de druiven) het Bourgondische landschap in Hongarije ontmoeten. Dat is ingegeven doordat de wijnranken die op de zuidelijke helling van de bergkam staan soms onderbroken worden door een bosrand of kalksteengroeve. Dit herkennen we ook in de Côtes de Nuits. Het productiegebied omvat 2.182ha waarvan 401ha staat aangeplant met witte druivenvariëteiten als Olaszrizling, Chardonnay en Hárslevelü en 1.781ha met blauwe druivenrassen als Bordeaux-rassen, Portugieser en Kékfrankos. Dit is dan ook het enige gebied waar de volledige productiezone gebruikt wordt!

Sauska Cuvée 13

Één van mijn persoonlijk favorieten zijn de wijnen van Sauska Borhaz. Hoewel ze gestart zijn in Tokaj, is de familie ook in 2008 een wijnmakerij in Villány begonnen.  De belangrijkste druivensoort is Cabernet Franc en de wijngaard beslaat ongeveer 80ha. De Sauska Cuvée 13 is een blend van Cabernet Franc, Cabernet Sauvignon, Merlot, Kékfrankos en Syrah. Met 14% is de wijn aan de stevige kant. De wijn is helder robijnrood, met een aantrekkelijke kruidenmix in de neus, vooral anijs en witte peper, gevolgd door rijpe zure kers en violet. Knapperig en fruitig in de mond met zwarte bessen-bosbessentonen en wat delicate rokerigheid. Kortom een heerlijke wijn!

Sauska Cuvee 13

Mooi complex stilistisch uit Balaton

Wanneer we vanuit Sopron in het Pannonia naar het zuiden afzakken, komen we uit bij het Balaton meer in het zuidwesten van het land. Hier vinden we vele kleinere appellaties. De Balaton appellaties brengen wijn voort die mooi en complex zijn maar hebben veel verschillen, vooral stilistisch. Maar de verschillen in kwaliteit worden kleiner. Tot het millenium produceerden vooral de noordelijk gelegen appellaties grote (witte) wijnen. Terwijl de zuidelijk gelegen regio’s minder stabiel leken te zijn.  Wijn wordt hier verbouwd sinds de 1e eeuw na Christus en was geïntroduceerd door de Romeinen. En staat tegenwoordig vooral bekend voor haar witte wijnen van lokale druivensoorten. Waarbij Olaszrizling het meest staat aangeplant. Volgens de wijn wetgeving kan men 33.000ha aanplanten (waarvan 22.500 1e klas), echter er staat op het moment slechts 10.500ha aangeplant.

Balaton is mogelijk de meest complexe appellatie van Hongarije. Ondanks de gemeenschappelijke kenmerken blijft iedere regio haar eigen profiel behouden. Het meer heeft vanzelfsprekend een belangrijke invloed. Het reflecteert het zonlicht de wijngaarden in, matigt zowel de extreme hitte in de zomer, als de strenge winters en creëert de juiste vochtigheid. De Bakony heuvels ten noorden van het meer beschermen de wijngaarden tegen de koude invloed. En in het zuiden liggen de Zala en Somogy heuvels. Het klimaat is over het algemeen gematigd continentaal.

Balatonfüred-Csopak

In de noordoost hoek van het Balaton meer ligt Balatonfüred-Csopak. Het feit dat de naam refereert aan het meer, geeft al aan wat haar belang is op de subregio. Deze appellatie heeft het allemaal, van lichte zomerwijnen tot complexe ronde wijnen, deels gebaseerd op de zo kenmerkende roodachtige bodem rondom Csopak.

Balatonfüred ook wel Füred genaamd, ontstond aan het begin van de 19e eeuw als resort. Sindsdien is het wijngaardareaal gekrompen als gevolg de recreanten. Csopak is een historische plaats en werd reeds bewoond voor de Bronstijd. Vondsten suggereren dat de wijnbereiding hier sinds de 2e eeuw plaats vond terwijl de vroegste (kerkelijke) vermelding dateert uit 1082. In 1211 kwamen de wijngaarden in eigendom van de Abdij van Tihany en dit bleef zo enkele eeuwen. Vanzelfsprekend had ook hier de Turkse overheersing haar sporen nagelaten. De volgende hausse kwam in de 18e eeuw. Pas in 1959 maakt Balatonfüred-Csopak zich los van Badacsony en vestigde haar eigen appellatie.

Bodemgesteldheid

De bodem is gevarieerd, veelal kalkhoudend met leisteen, Perm rode zandsteen, kwartaire löss.  De karakteristieke uitgesproken zuurgraad van de Csopak- en Balatonfüred-wijnen weerspiegelt het effect van deze kalkhoudende bodem. Het totale wijngaardoppervlak van het wijndistrict is 6.340 hectare, waarvan 5.792 1e klas. Het werkelijke wijnbouwareaal is momenteel 2.143 hectare, waarvan er momenteel 1.694 productief zijn.

Hoewel in de 19e eeuw hier vooral blauwe druiven waren aangeplant, overheerst nu vooral de witte. Vooral Olaszrizling (maar liefst 616ha aangeplant!), Chardonnay en Müller Thurgau. Olaszrizling uit Csopak is een volle wijn met een frisse groenachtig witte tot groenachtig gele glans en discrete aroma’s. Zowel geur en smaak doet denken aan bittere amandelen. De wijn kent een subtiel zuur met een ronde body dankzij de rijping. Indien het kan, produceert men ook late oogst wijn met ingedroogde bessen. Deze samorodni kan een zeldzame kwaliteit bereiken, heerlijk als aperitief. Het verschil tussen wijnen uit Csopak en Balatonfüred kan vooral gevonden worden in het feit dat Balantonfüred zachter zijn terwijl de eerstgenoemde meer elegant en complex zijn met heldere zuurgraad.

Badacsony

Ten westen van Balatonfüred vinden we Badacsony. De wijnbouwgeschiedenis gaat hier terug naar de Romeinse tijd, aangezien één van de militaire routes langs de voet van de berg Badacsony liep. Deze staat nog steeds bekend als de Romai Utca. Zoals in zoveel wijngebieden, floreerde ook hier de wijn industrie in de Middeleeuwen onder invloed van de kerk. Maar ook was de familie Atyusz zeer invloedrijk. Deze familie bouwde bijvoorbeeld het Almád-klooster in de buurt van Monostorapáti en het Szigliget-kasteel en leverde wijn aan het koninklijk hof. In de 18e en 19e eeuw verwierf de regio dezelfde status als Tokaj Aszú. Terwijl ook de phylloxera plaag hier haar sporen achterliet.

Het macroklimaat is mild en relatief vochtig door het nabijgelegen Balaton meer. De wijngaarden liggen op de vulkanisch hellingen van de berg Basacsony. De deklaag bestaat voroal uit klei en löss. De wijnstokken, gelegen op de zuidelijke hellingen, profiteren optimaal van de licht weerkaatsing van het meer maar ook dat het meer de warmte vasthoudt. En tevens zijn ze beschermd tegen de koude noordenwind. Door deze drie factoren ontstaat er een bijzonder microklimaat.

Wijngaard beheer

Volgens het kadaster is 4.300ha geschikt voor wijnbouw, merendeel 1e klasse wijngaarden. Echter slechts 1.400ha staat aangeplant terwijl slechts 1.150ha echt onder productie is. Hoewel hier een breed scala aan blauwe en witte druivensoorten aanwezig zijn, is de regio het laatste bolwerk van de witte druif Kéknyelü. Hoewel deze is gereduceerd door de strenge vorst in de jaren ’80, vindt er nu een kleine renaissance plaats. Maar er staat slechts 46ha aangeplant. Deze druivensoort vergt meer zorg en aandacht maar resulteert in zeer hoogwaardige wijnen. Doordat ze alleen maar vrouwelijk bloemen heeft is er een andere druif nodig voor de bestuiving, dat is meestal de Budai Zöld. Door het intensieve werk in de wijngaard werd ze door de plaatselijke wijnboeren “de druif van de heren” genoemd. Omdat ze vonden dat alleen rijke heren zich konden veroorloven om deze druif te telen wegens het vele werk en de lage opbrengst.

Een andere soort is de Szürkebárat (grijze monnik). Dit is een versie van de Pinot Gris die volgens een legende door Franse monniken in de 14e eeuw naar Hongarije is gebracht. Wanneer deze staat aangeplant op een warmere locatie, levert het vettige rijke wijnen op. Een andere zeldzame druif is Juhfark (ook bekend als Somló vernoemd naar de Somló heuvel waar de druif vandaan komt). Desondanks is ook hier Olaszrizling wat de klok slaat.

De Kéknyelü levert wijnen op die jong vooral aroma’s van perzik, citrus, groene kruiden met minerale en florale toetsen hebben. Hierdoor is het een heerlijke borrelwijn. Wanneer de wijn rijpt, ontplooien zich rijke aroma’s van rook, nootjes en honing. Het is een zeer gastronomische wijn. En doet het bijzonder goed bij groenten zoals venkel en selder of bij gevogelte, varkensvlees en vis.

Balaton-Felvidék

Badacsony wordt volledig ingekapseld door Balaton-Felvidék en kent slechts 850ha aan wijngaard areaal. Wijnstokken staan geplant op hellingen van kalkstenen valleien ten noorden van het meer. Een verscheidenheid aan bovengronden ligt over calciumrijke rendzina op dolomiet. De regio is gericht op aromatische witte wijn van vooral Olaszrizling, Szürkebarát en Chardonany. Ook vinden we enkele plukjes blauwe druiven van Pinot Noir, Cabernet Sauvignon en Kékfrankos.

De Kelten produceerden al wijn in deze regio, maar de wijnbouw won echt terrein in de Romeinse tijd en is sindsdien voortdurend nagestreefd. De Hongaarse wijnproductie kan ook ongeveer 1000 jaar terug worden getraceerd, omdat deze regio sinds de middeleeuwen een belangrijk wijnproducerend gebied is geweest. Veel van de wijn die tijdens het Árpád-tijdperk aan het koninklijk hof werd geleverd, kwam hier vandaan. De kloosters Almás en Salföld, die ooit aan de rand van het Kál-bekken stonden, produceerden ook wijn voor de verkoop en voor eigen gebruik.

Sub appellaties

De gebieden die deel uitmaken van de huidige wijndistricten Badacsony, Balatonfüred-Csopak en Balaton Felvidék maakten in de vorige eeuw deel uit van het wijngebied Balatonmelléke. Het eens verenigde wijnproducerende gebied werd omgedoopt tot het Badacsony-wijndistrict op basis van de Wine Regions Act van 1893, die leidde tot de opsplitsing. Sindsdien werd het westelijke Balaton Felvidék  gebied in de vroege jaren 1990 in het leven geroepen. Deze naam werd pas in 1999 in de wet vastgelegd en lijkt nu eindelijk permanent te zijn. Het totale productieareaal is 5.200ha echter slechts 640ha staat werkelijk aangeplant.

Er zijn drie subregio’s te vinden; Kali regio met haar basalt en tufsteen, Balatonederics en het Cserzseg met een bodem van dolomiet en mergel. Het zal inmiddels niet verrassen maar ook hier is Olaszrizling dominant. De wijn kent mooie minerale tonen met een aanzienlijke zuurgraad en gemiddeld alcohol percentage. Het zijn langlevende wijnen met een zeer lange afdronk. Door de combinatie van het zuurgehalte en alcohol, zijn de wijnen uitermate geschikt voor houtrijping.

Nagy-Somló

De heuvel van Somló is een vergeten gebied, erg jammer omdat de wijnen uitermate goed zijn. Het zijn wijnen met een onberispelijke structuur, met lange rijping en karakteristiek zout karakter. De regio omvat de heuvels van Ság, Kis-Somló  en Somló zelf. Volgens het kadaster opgave kan productie plaatsvinden op 1.150ha. Echter minder dan 430ha staat aangeplant. Het klimaat wordt beïnvloed door de heuvel en de nabijgelegen Marcal rivier. Een lange zonnige herfst volgt op de gematigde hete zomer. Een van de geheime wapens van de heuvel is het zwarte basaltgesteente dat de hitte van de dag vasthoudt en het terugstraalt als een kachel, waardoor de wijnstokken warm blijven op koudere dagen. De luchtvochtigheid is ook laag dankzij de constante bries, zodat veel telers biologisch kunnen werken. Er zijn inderdaad plannen om de appellatie volledig biologisch te laten verlopen.

Bourgogne in Hongarije

De vergelijking met Corton in de Bourgogne wordt gemaakt, vanwege het vuurstenen karakter op de Somló heuvel, vandaar dat dit een aparte subregio is – de Somló BOB. Zowel Corton als Somló liggen op een hoogte variërend tussen 150 en 300m. En beiden hebben een diameter van driekwart mijl.  Tevens delen ze de breedte graad; 47.04 noorderbreedte voor Corton en 47.08 noorderbreedte voor Somló. Echter de geologie is zeer verschillend. Somló is een uitgedoofde vulkaan met basaltrijke en zandbodems, terwijl de wijnstokken van Corton groeien in kalkhoudende klei. Geologisch gezien heeft Somló meer gemeen met de vulkanische regio’s van Rangen in het zuiden van de Elzas, of etna op Sicilië.

Er zijn kleine verschillen tussen de bodems aan elke kant: het oosten is bedekt met meer door de wind geblazen löss, waardoor lichtere wijnen worden opgeleverd. Terwijl het zuiden en westen meer klassieke, donkere, warmtevasthoudende bodems hebben die zeer rijpe druiven opleveren. Het westen is steniger, waardoor de wijnen meer mineraliteit hebben. Somló wordt gedomineerd door witte variëteiten met slechts ongeveer zeven hectare rode druiven. De Somlói is een blend van Juhfark, Olaszrizling and Furmint. Maar nu brengt de regio toch vooral single variety wijnen voort.

Somlói Harslevelü

Deze Somlói is mooi complex en stilistisch uit Balaton

De wijngaarden van Fekete liggen op de zuidelijke helling van Somló van een oude formatie met vulkanisch gesteente. De wijngaard staat voor een kleine 40% aangeplant met Harslevelü. Deze druif brengt een zeer uitgesproken wijn voort. De druiven zijn hand geplukt en gisting vindt spontaan plaats in 1000lt vaten van Hongaars eikenhout. Waarna de wijn ook nog enkele maanden rijpt in zowel deze Hongaarse eikenvaten als in RVS tanks.

Het resultaat is verbluffend. Het toont de karakteristieke eigenschappen van de druif met haar florale karakter en honingachtige aroma’s. De kruidigheid en het aangename minerale karakter maken de wijn compleet. De wijn heeft een geweldige structuur met gelijktijdige zachtheid en eigenaardige lichtheid. Deze wijn uit Balaton is levend, mooi, delicaat, zeer complex en stilistisch. Deze wijn is heerlijk bij vis, gerijpte kazen of salades.

Zala

Ooit waren de wijnen uit Zala net zo beroemd als Balaton Felvidék. Het is echter een koeler klimaat door de nabijgelegen Oostenrijkse Alpen, waardoor de zuurgraad stijgt, maar heeft tevens rijkere aroma’s. De wijngaarden zijn wijdverspreid en klein van omvang waardoor de wijnen genuanceerd, rijk en delicaat zijn. Ook hier zijn er drie subzones,  Csáfordi, Szentgyörgyvári en Mura-rural. De totale oppervlakte bedraagt 6079 ha, waarvan 4107 ha eersteklas. Ongeveer een derde van het beschikbare areaal, 639 ha, is beplant met wijnstokken. De bodemgesteldheid is vooral bruine bosgrond en lössleem. Ook hier is het een witte wijngebied, waarbij Olaszrizling de belangrijkste aanplant geniet. Maar ook Riesling, Müller Thurgau, Grüner Veltliner en Chardonnay staan veel aangeplant. Na de phylloxeraplaag leek de wijnbouwcultuur te verdwijnen en vervangen door een meer commerciële aanpak.

Balaton-Boglár

Zuidelijk van het Balaton meer vinden we Balaton-Boglár. Dit wordt ook wel het Zuide-Balaton wijngebied genoemd, is het enige wijngebied in de provincie Somogy. Ongeveer tweederde van het gebied is wit, de rest is blauw. Ook is dit de regio waar mousserende wijn vandaan komt. Van de totale oppervlakte van maar liefst 10.000ha is 8.150ha aangemerkt als eerste klasse. Echter slechts 3.150ha staat aangeplant en dat terwijl er 2.800 boeren werkzaam zijn.

De geschiedenis van Balaton-Boglár is mogelijk de dunste van de regio’s hier. Vroege verslagen maken melding dat er weinig onderscheid was tussen de de noordelijke en zuidelijke regio’s van het Balanton meer. De regio produceert ook een reeks rijpe, fruitige rode wijnen, meestal van Gamay, Pinot Noir, Merlot en Syrah druiven. Droge witte wijnen uit Balatonboglar zijn waarschijnlijk gebaseerd op Riesling, Sauvignon Blanc, Pinot Gris en Muscat Blanc, die ook populair zijn aan de westkant van het meer.

Interessant in Noord Transdanubia

We hebben de vorige keer kennis mogen maken met Tokaj en Opper Hongarije. We kijken nu in het noordwesten en komen terecht in Noord Transdanubia. Hoewel deze regio niet direct meer gerelateerd wordt aan wijnbouw, kent het toch een rijke geschiedenis. Door de eeuwen heen liepen belangrijke handelsroutes door deze regio naar het westen. En tevens vinden we hier de loop van de belangrijkste de rivier, de Donau. Welkom in interessant Noord Transdanubia.

Wijn en wijnstokken maken hier al sinds de Romeinse tijd deel uit van de cultuur. De wijnregio kenmerkt zich door haar koele klimaat en verscheidenheid aan levendige wijnen met hoge zuurgraad. Zoals je van het klimaat reeds kan verwachten, overheersen hier witte boven de rode druivensoorten. De klimaatveranderingen laat ook hier hun spoor na. De wijnen zijn in de loop der tijd voller en alcoholischer geworden. Dankzij de zuurgraad, vinden we hier wijnen die goede rijpingspotentieel hebben.

Interessant in Noord Transdanubia

De wijngebieden strekken zich uit langs bergen, heuvels en hellingen op een hoogte variërend van 150 tot 400m boven zeespiegel. Het strekt zich uit over 5.500ha van de westelijke grens tot aan Budapest. Door de uitgestrektheid zijn er vele verschillende druivenrassen te vinden, van Chardonnay tot Kékfrancos.

Hoofdstedelijk Etyek-Buda

Op wijn gebied onderscheid Budapest zich van vele andere hoofdsteden. Er zijn maar weinig hoofdsteden waar druiven en wijn eeuwenlang een belangrijke rol spelen. Nog niet zo lang geleden stonden op de Gellért heuvel en de Tabán druivenstokken geplant. Helaas zijn de wijngaarden inmiddels uit de stad verdwenen.

Reeds ten tijde van de Arpad-dynastie stond Budapest al bekend voor haar wijn industrie (9e tot en met 14e eeuw). De stad Etyek, die de regio ook haar naam heeft gegeven, trok de aandacht. Het stond bekend als de wijngaard van Boeda of zelfs als de Hongaarse Champagne! In 1899 was de regio de belangrijkste leverancier van mousserende wijnen van het Oostenrijks-Hongaarse monarchie met maar liefst 1 miljoen flessen per jaar.

Het huidige wijngaard arsenaal van deze regio in Noord Transdanubia beslaat ongeveer 1.650ha en omvat 1e en 2e klasse wijngaarden met wijnen die interessant in speciaal te noemen zijn. De bodem typeert zich door het hoge kalkgehalte en vooral leemgrond. Het klimaat is koel te noemen met gemiddelde jaar temperatuur van 9.5-10.5C. Dankzij een zachte wind ontstaat hier een optimale groeiomstandigheid voor de druiventeelt met weinig risico op schimmel- en vorstschade. Het klimaat wordt zeer beïnvloed door de zuidelijke vlaktes, het Balaton meer in het westen en de bergwinden van de Karpaten in het noorden.

De regio is bovenal een witte wijn regio. Vooral Chardonnay staat hier aangeplant, maar ook Irsai Olivér, Pinot Gris (Szürkebarät), Sauvignon Blanc, Olaszrizling en anderen. Ook vind je een “verdwaalde” Pinot Noir waarvan zo’n 117ha staat aangeplant voor zowel rode wijn als mousserende wijn. De oudste druivenvariëteit die we hier vinden is Schlamper, welke van Duitse oorsprong is, echter niet geschikt is voor kwaliteitswijn.

Etyeki Kúria Pinot Noir

Een mooie wijn is de Pinot Noir van wijnhuis Etyeki Kúria. Dit is een wijn met de intense aroma’s van kersen en zwarte bessen. Met een vleugje kruidigheid en een lichte bittere chocolade toets. In de mond bespeur je naast deze aroma’s ook lichte vanille door de houtrijping. Een heerlijk evenwichtige wijn met een aangename afdronk. Deze wijn is geweldig bij een eendgerecht of zachte kaas als camembert.

Koel Ászar-Neszmély

Iets naar het noorden ligt Ászár-Neszmély. De twee gebieden zijn in 1997 samengevoegd tot één, vernoemd naar de steden aan elk van de uiteinden van de regio. Vooral Eszterházy Csákvár heeft zich internationaal op de kaart gezet met wijnen van Cserszegi Füszeres, Irsai Oliver en Grüner Veltliner. Ook andere internationale druivenvariëteiten vinden we hier terug. De wijngaarden liggen vooral aan de rechteroever van de Donau op de zuidoostelijke hellingen van de Gerecse heuvels. De kleine 1.000ha bestaan vooral uit 1e klasse wijngaarden waarvan ruim 90% staat aangeplant met witte druivensoorten. Het gebied kenmerkt zich door de rijke mergel en klei grond. Het koele klimaat kent een hoge luchtvochtigheid, waardoor risico’s als schimmel op de loer liggen.

Hoewel Olaszrizling en Riesling de traditionele druiven waren, ligt de focus nu meer op Chardonnay, Pinot Gris (Szürkebarát), Sauvignon Blanc en anderen. Er is een verwaarloosbare hoeveelheid rode druiven aanwezig, vooral van Merlot en Pinot Noir. De wijnen zijn overwegend jong zodat u haar fruitige, frisse aroma’s met levendige zuren kan waarderen.

Oudste wijnproducerende Pannonhalma

Pannonhalma, is het oudste wijn producerende regio van Hongarije. Terwijl historisch gezien blauwe druiven domineerden, is het nu een uitstekende plaats voor aromatische en volle witte wijnen, mede dankzij de mineraalrijke bodem.

De Romeinen cultiveerden ook wijnstokken in de regio, maar na de verovering in 996 gaven de eerste benedictijnen die zich op de Sint-Maartensheuvel vestigden (Szent Márton hegy) een echte impuls aan de wijnbouw. Gedurende de hele geschiedenis is wijnbouw altijd van belang geweest. In de 2e helft van de 19e eeuw, voor de phylloxera uitbraak, telden het gebied 2.000ha aan wijngaarden. Tegen de Eerste Wereldoorlog kromp dit naar 1.000ha en nu is het ongeveer slechts 600ha. En dat terwijl volgens de wetgeving 3.950ha is toegewezen, waarvan 3.236ha als eerst klasse.

Het gesteente van de Sokoróalja-heuvels bestaat uit meerzand en klei met grind en (fijn) zand. Löss en bruine grond vormen de bovenlaag. Dit levert een rijke bodemstructuur op. De regio kent een gematigd landklimaat en is relatief winderig. Tegenwoordig staan hier vooral Chardonnay, Olaszrizling, Traminer, Sauvignon Blanc en anderen aangeplant. Hoewel het koele klimaat de teelt van Kékfrankos, Merlot en Cabernet Franc bevordert vanwege hun hoge zuurgraad, staan deze maar mondjesmaat aangeplant. De wijnen zijn zowel als jonge frisse zomerwijn te vinden als vol met uitgesproken zuurgraad, waardoor deze laatste ook goed kan rijpen.

Pannonhalmi Apatsagi Pinceszet Tricollis

Pannonhalmi Apatsagi

De Pannonhalmi Apatsagi Pinceszet Tricollis is een mooie witte blend van Olaszrizling (40%), Riesling (35%), Gewürztraminer (15%) en 105 Pinot Blanc en levert een intense fruitige wijn op. U ontdekt aroma’s als appel, peer en citrus omkadert door een volle structuur. Heerlijk bij garnalen of visgerechten met een lichte saus.

Levendige uitgebalanceerde wijnen uit Sopron

In de uiterste noordwestelijke hoek vinden we Sopron, van drie kanten omringd door Oostenrijk en nabij de Neusiedlersee. Je ziet daarom veel overeenkomsten met het Oostenrijkse wijngebied Burgenland. Na de Tweede Wereldoorlog werd Sopronland ook opgedeeld in een Oostenrijks deel (Burgenland) en Hongaars deel. Dit gebied, in tegenstelling tot de andere in Noord Transdanubia, richt zich vooral op wijnen van rode druivenrassen.  Het stokpaardje Kékfrankos (Blaufränkisch) is de belangrijkste, gevolgd door de Bordeaux rassen en Pinot Noir. Het heeft niet de internationale faam als Tokaj of Villány, maar er wordt wel volop geëxporteerd naar Europa en de Verenigde Staten.

Hoewel de regio een continentaal klimaat kent, zijn de winters minder streng en de ergste hitte wordt gereduceerd dankzij het nabijgelegen Neusiedlersee, lokaal ook bekend als Fertömeer. Het ligt op de uitlopers van de Alpen en aan de zuidelijke en westelijke oevers van het Neusiedlersee. De druiven kunnen beter en gestaag rijpen waardoor deze haar complexe aromatische complexiteit verkrijgt. Desondanks kan het klimaat worden omschreven als koel en regenachtig in vergelijking met de rest van het land. De oppervlakte van het wijndistrict is 4.290ha waarvan 3.250ha is geclassificeerd als 1e klasse. Echter er staat slechts 1.550ha aangeplant. De bodem is veelzijdig gevormd in het Palaeozoicum bedekt met grind, leem, kalksteen, löss en bosbodem. Dit levert zeer interessante complexe en rijke wijnen op die gedragen worden door een goede zuurgraad.

Weninger Kékfrankos Balf

Neem deze Kékfrankos Balf van het wijnhuis Weninger. In de neus stuivend met fruitige en kruidige aroma’s. Terwijl in de mond de complexe aroma’s van pruimenjam, rijp rood en zwart fruit. De wijn kent mooie gestructureerde tannine en een zeer prettige zuurgraad wat resulteert in een lange afdronk.  Heerlijk bij wild en vlees gerechten, maar ook stoofpot zoals goulash en kruidige half-harde kaassoorten.

Kekfrankos Balf

Mór

Hoewel Mór ooit een aanzienlijke diversiteit had op het gebied van wijnstijlen, is het nu vooral de witte druivensoort Ezerjó dat bekendheid geniet. Daarnaast staat hier ook de internationale druiven als Chardonnay, Sauvignon Blanc, Rizlingszilváni (Müller Thurgau)  en Riesling aangeplant. De Mór vallei ligt 60km ten westen van Budapest en kent kenmerkende buttes (geïsoleerde heuvels met steile wanden), lange richels en zacht glooiende uitlopers.  Het is overwegend koel doordat de noordwesten wind koele lucht tussen de bergketens Vértes en Bakony naar beneden komt. Bodems zijn een mix van bruine bosbodems over löss gesteente, löss gemengd met kalksteen en zand, en rendzina bodem over dolomiet en kalksteen gesteenten. Rendzina is een grijze bodem die rijk is aan hummus en calcium. De huidige oppervlakte van de wijnregio is 544ha en is daarmee een kleine regio.

Mór-wijnen worden meestal gekenmerkt door frisheid en bloemige aroma’s. Kalkhoudende mineraalachtige tonen komen veel voor. Samen met een relatief hoge zuurgraad resulteert dit soms in scherpe wijnen. Om deze redenen is het noodzakelijk dat druiven volledig rijpen en de opbrengst te beperken voor het behoud van de aroma’s. Rijping op eiken out is gunstig voor de wijnen, omdat dit in meer karaktervolle wijnen resulteert. De kans is aanwezig dat in de toekomst ook druiven als Pinot Noir aangeplant worden voor de productie van mousserende wijnen.

Prachtig Tokaj en krachtig Stierenbloedwijn

Nadat we twee weken geleden Hongarije hebben geïntroduceerd gaan we de regio’s nu verder verdiepen. We beginnen in het noordoosten van Hongarije waar we naast de wijnen uit prachtig Tokaj, ook de krachtig en volle Stierenbloedwijn vinden. Deze week gaan we ons verder verdiepen in deze subgregio’s.

Prachtig Tokaj

De eerste wijnen waar menig wijnliefhebber aan denkt wanneer Tokaj wordt gezegd, zal ongetwijfeld de prachtig zoete dessertwijnen uit Tokaj zijn. Dankzij deze nectarachtige wijn gebotrytiseerde wijn is Tokaj lang het meeste gerespecteerde wijngebied van Hongarije geweest. Leuk feitje is dat zelfs in het Hongaarse volkslied men refereert aan deze wijnstreek; “Tokaj szolovesszein nektárt csepegtettél” (in de wijngaarden van Tokaj druppelde je zoete nectar). De regio ligt in het noordoosten tegen Slowakije aan. Ooit maakte het Slowaakse Tokaj deel uit van deze regio. Tokaj beslaat ongeveer 30 dorpen en heeft ongeveer dezelfde omvang als de Côte d’Or in Bourgondië. De belangrijkste centra voor de wijnhandel zijn de steden Mad, Tarcal en Tokaj zelf. Het gebied dat geschikt is voor wijnbouw in het wijngebied is 11.149 hectare, maar er is momenteel slechts 5.803 hectare onder wijnstokken.

Tokaj is ’s werelds tweede oudste wijnregio, die met koninklijk besluit in 1757 werd bevestigd. De eerste is Chianti in 1716. Maar de eerste aanwijzing van wijnbouw dateert reeds uit de 12e eeuw, maar er zijn aanwijzingen van eerdere activiteiten. Daar waar vroeger ook rode druivensoorten aangeplant waren, zijn nu alleen witte druivenvariëteiten toegestaan.

Prachtig Tokaj

Klimaat en geologie

Tokaj kent een continentaal klimaat met hete zomers en koude winters. Het wordt beschermd door het Karpatengebergte dat in een halve maan vorm om het gebied heen ligt. De vele zonneschijn in combinatie met mistvorming in de herfst vormen ideale omstandigheden voor de vorming van botrytis. De bodem is bijzonder divers. Op de hoger gelegen wijngaarden vinden we vulkanisch klei, terwijl de lager gelegen hellingen vooral bedekt zijn met löss. Dichterbij de oevers van de Bodrog heersen zanderige bodems. De regio omvat ongeveer 5.720ha aan wijnbouwgebied. Overigens is Tokaj in 2002 tot Werelderfgoed benoemd. Documentatie bewijst dat de wijnteelt hier terug gaat naar 1561 en nog steeds (deels) op dezelfde authentieke wijze plaatsvindt. Hiermee is Tokaj aszu ’s werelds oudste gebotrytiseerde wijn!

Een ander uniek gegeven is dat in de periode 1400 tot 1600 na Christus een uitgebreid systeem van kelders is uitgehouwen uit massief gesteente. Ze zorgen voor een constante temperatuur van 10-12C. De kelders zijn bedekt met de kenmerkende schimmel die zich voedt met alcohol die tijdens het rijpen verdampt.

Dr druivensoorten voor Tokaj zijn Furmint, Hárslevelú, Sárga Muskotály (Muscat Blanc) en Kabar. Furmint is de dominante druivensoort, deze levert de hoge zuurgraad en suiker niveau die zo belangrijk zijn voor de lange bewaarpotentieel en het kruidenachtige aromaprofiel. Met het aroma profiel onderscheid deze wijn zich van de andere dessertwijnen.

Hoe wordt Tokaj gemaakt?

De aszú (gebotrytiseerde) wijn is dus gemaakt van de druiven die geïnfecteerd zijn met de botrytis schimmel. Deze schimmel droogt de druif uit waardoor de suikers concentreren.

Puttony

De zoetheid van de wijn wordt uitgedrukt in “puttonyos”. Een puttonyo is een grote mand die men gebruikt voor de oogst. De traditionele wijze om de zoetheid van de wijn te meten wordt berekend door het aantal manden dat toegevoegd wordt aan een vat van 136lt basiswijn.

Tegenwoordig meet men dit meer precies. De dessertwijn begint bij 3 puttonyos wat ook op de fles vermeld staat en omvat 25gr/lt restsuiker. Elke extra puttonyos voegt 5gr/lt restsuiker toe. Deze schaal gaat tot 6 puttonoys. Daarna komt nog de Aszu Aszencia. Dit is een zeer zeldzame aszu wijn in de allerzoetste stijl. Met maar liefst 800gr/lt restsuiker is ze zeer laag in alcohol (5%). Het is onverdunde nauwelijks gefermenteerde druivensap van gebotrytiseerde bessen. Dit is dan ook wijn dat meer dan 200 jaar kan rijpen.

Vanzelfsprekend zijn niet alle bessen geïnfecteerd, dus is er ook een niet-zoete Tokaj wijn. Dit is de Szamorodni, wat letterlijk “zoals het werd geteeld” betekent. Deze wijn is echter pas sinds het nieuwe millennium in beeld gekomen. Het zijn vaak raszuivere wijnen zoals Tokaj Furmint, Tokaj Hárslevelu of Tokaj Zeta (Oremus). Binnen deze stijl zijn er droge (száraz) tot zoete (édes) varianten beschikbaar. Om een vergelijking met de aszu wijnen te trekken. De édes kan je vergelijken met 2 tot 3 puttonyos. Doordat deze wijnen vaak geoxideerd rijpen, krijgen ze vaak een sherry-achtig karakter.

Opper Hongarije

Tussen Budapest en Tokaj ligt het district Opper Hongarije. Dit bestaat uit drie belangrijke regio’s Mátra, Bükk en Eger. De wijngaarden staan aangeplant op de hellingen van Bükk en Mátra, wat de hoogste bergen van Hongarije zijn, en bestrijken 13.000ha. Wat deze regio uniek maakt is dat de wijngaarden meestal op een hoogte tussen 200 en 300m liggen, terwijl aan de kant van Nagy-Eged heuvel deze op 500m hoogte liggen. Ook hier ondervinden de wijngaarden bescherming van de Noordelijke Centrale bergen.

Opper Hongarije met Stierenbloedwijn

Bükk

 Ten zuidwesten van Tokaj vinden we Bükk. Hier vind je vooral knisperend frisse en fruitige rode en witte wijnen. De belangrijkste druivensoorten zijn Kékfrancos (Blaufränkisch), Leányka, Olaszrizling (Welschriesling), Zweigelt, Chardonnay en lokale Cserszegi Fuszeres en Zenit. Vooral de experimenten met Zenit zijn veelbelovend! Het is niet verwonderlijke dat de Oostenrijkse druivenrassen zeer populair zijn, gelet op de innige historische band die de twee landen hebben gehad.

Het totale productiegebied omvat ongeveer 17.600ha en is onderverdeeld in twee klassen; Klassiek Bükk en Terroir Bükk. Voor de klassieke variant moeten de druiven uit de Bükk regio afkomstig te zijn. Chaptilisatie is niet toegestaan en het gebruik van houten chips is verboden. Het alcoholpercentage dient tussen de 11.5% en 14% te liggen na een rijpingsperiode van 6 maanden. De terroir gedreven wijn is afkomstig van druiven van Eerste Klasse wijngaarden waar deze handmatig geselecteerd moeten worden. Wijngaard beheer behoort biologisch te zijn. De wijn moet 6 maanden te rijpen op vat om vervolgens nog 6 maanden te rijpen op fles.

Het klimaat in Bükk wordt vooral bepaald door het Bükk-gebergte in het noorden dat de bescherming biedt. Echter de winters kunnen toch erg koud zijn. De lente heeft de neiging om pas laat haar intrede te doen, terwijl de eerste vorst zich vaak al in oktober meldt. Dit maakt het seizoen dus erg kort.

De geschiedenis van wijnbouw gaat terug naar een publicatie uit 1313. In de 18e eeuw bloeide de wijnproductie en de wijnhandel, mede onder invloed van Tokaj. Terwijl in de 20e eeuw Bükk vaak in de schaduw van Eger heeft gestaan. Maar eigenlijk is dit allemaal zeer onterecht. Bükk produceert zelf ook heel prettige wijnen.

Een Chardonnay uit Bükk kenmerkt zich kruidige wijnen met aroma’s van appel, rijpe peer en perzik. Aangenaam zacht romig met een prettige lange afdronk. Vooral lekker als aperitief of bij een romig vegetarisch gerecht. Maar vooral de rode wijnen zijn buitengewoon lekker. Neem bijvoorbeeld Medea van Sandor Zsolt. Deze biologische wijn die 14 maanden houtrijping geniet is een kruidenbom die gedomineerd is door zwarte bessen, kruidnagel en kaneel. Aanbevolen bij stevige gerechten als een stoofpotje. Helaas genoeg worden de meeste wijnen lokaal geconsumeerd en zijn dus internationaal lastig verkrijgbaar.

Matra

Het dichtst bij Budapest vinden we Mátra wat gelegen is tegen de lager liggende uitlopers van het Mátra gebergte. Hier produceert men aromatische witte wijnen, en in beperkte volume, mooi gestructureerde rode wijnen. Een hele reeks witte aromatische druivensoorten zijn toegestaan zoals Olaszriesling (Welschriesling), Müller-Thurgau en Muscat Ottonel. Maar ook Kékfrancos (Blaufränkisch), Cabernet Sauvignon en Zweigelt.

Hoewel het productiegebied 32.500ha omvat, waarvan 24.200ha als Eerste Klasse is aangemerkt, is slechts 6.000ha aangeplant. Deze beperkte aanplanting is gelegen op vulkanisch gesteente, op naar het zuiden gelegen hellingen. Eigenlijk vond er een grote omslag plaats na de phylloxera-plaag. Daarvoor stond er vooral de rode Kadarka aangeplant. Maar na de plaag kwamen vooral witte druivensoorten terug.

De bodem is significant anders, bosgronden, arm aan kalk en humusrijk. Dit maakt de wijnen zo mooi complex in combinatie met de rijke aromatische druivensoorten die aangeplant staan.

Serveer de kruidige witte, ronde wijn bij gevogelte of lamsvlees gerechten.

Eger

Wanneer Tokaji de meest onevenaarde wijn van Hongarije is, dan is Eger Bikavér wel de beroemdste rode wijn van het land. Deze stijl, wat een complexe blend van verschillende druiven met een donkere schil is, werd voor het eerst gemaakt eind 19e eeuw in Szekszard. De doorbraak kwam in de jaren 70 toen het staatsbedrijf Egervin de stijl monopoliseerde en internationaal op de kaart zette. Deze blend kent maar liefst negen druivenvariëteiten, te weten Kadarka, Kékfrankos, Zweigelt, Blauburger, Kekmedoc, Cabernet Franc, Cabernet Sauvignon, Merlot en Pinot Noir. Geen van deze variëteiten mag meer dan 50% bedragen, maar Kadarka en Kékfrankos nemen samen wel vaak een groot deel van de blend voor hun rekening. Een goede Bikavér is diep paars-karmozijnrood van kleur met zachte tannine een gemiddelde body met aangename zuurgraad en kruidige primaire aroma’s.

Ook vind je beperkte hoeveelheid witte wijn van vooral Olaszrizling (Welschriesling), Leanyka en Hárslevelyu. Maar deze benaderen de Bikavér geenszins. Het productiegebied omvat maar liefst 22.000ha waarvan 18.300ha tot de eerste klasse behoort. Echter de totale aanplant is slechts 5.700ha.

Eger heeft een redelijke bescherming van het Bükk gebergte in het noordoosten en de uitlopers van de Mátra in het westen. Daarom hebben de koude winden van het Karpatengebergte weinig invloed. Hoewel de zomers zeer heet kunnen zijn (ook wel boven de 40C), compenseert de barre winters de gemiddelde temperatuur. Hierdoor is de regio één van de koelste van Hongarije met een gemiddelde temperatuur 10C. De regio ligt op dezelfde breedtegraad als het bekende Oostenrijkse Neusiedlersee. Ook in deze regio vinden we de Kékfrankos en Bordeaux-variëteiten hetgeen natuurlijk geen toeval is. Geniet van deze wijn naast een rijk (wild) vleesgerecht, gevogelte in (licht) pikante saus) of stoofvlees.

De wijnlegende van Bikavér

De geschiedenis van Eger gaat terug tot in de 10e eeuw. Koning Stefanus I stichtte de stad en bisdom in Eger. Dit ondersteunde de verdere ontwikkeling van wijnbouw. Vervolgens branchten de Waalse kolonisten in de 11e eeuw de Franse wijnkennis. De beroemdste wijngaard, Eged-hegy, is vernoemd naar St Egyed. Eén van de patroonheiligen van een benedictijns abdij in Frankrijk.

Echter in de 16e eeuw vielen de Turken het land binnen. Toen de Turkse troepen de stad Eger belegerden, stuitten ze op een heftige weerstand. Hierdoor dachten de Turken dat de inwoners zich versterkt hadden door het drinken van het bloed van de stieren (bikavér). En zo ontstond de bijnaam voor de wijn Bikavér of wel “Stierenbloed”. Ondanks de alcohol onthouding van de Turken, werd de wijnproductie niet stopgezet omdat de belasting op wijn een goede inkomstenbron vormde.

Ben je nu ook nieuwsgierig geworden naar deze prachtig zoete wijn uit Tokaj of de krachtig en volle Stierenbloedwijn? Kijk dan ook eens op www.tokajwijnen.nl of neem even contact met ons op.

Prachtig mooie eilanden wijn van droog tot zoet

In de Egeïsche Zee tussen Griekenland en Turkije vinden we vele eilanden waar ook prachtig mooie wijn vandaan komen. Hoewel op de eilanden gedurende enkele duizenden jaren wijn wordt geproduceerd, zijn het vooral de Samos wijnen die weelderig zoet zijn en droge mineraalachtige Santorini met haar wijn die mineraalachtig droog zijn, die wijd bekend staan.

Echter op veel van de prachtig mooie eilanden produceert men de zoete maar verfrissende wijn op basis van Malvasia. Vooral tijdens de Venetiaanse overheersing op Paros, Rhodos en Kreta in de Middeleeuwen werden deze wijnen over heel Europa geëxporteerd. Door de daarop volgende Ottomaanse overheersing zakte deze markt echter flink in. De Ottomanen (Turken) mogen weliswaar vanuit religieuze overweging geen alcohol drinken, maar geheel verbieden deden ze ook niet.

Stabiel klimaat

Het mediterrane klimaat is zeer mild en droog. De stevige noorden en zuiden winden teisteren de wijnbouw. Om deze reden worden de wijnstokken laag bij de grond in een gobelet-stijl getraind om deze invloeden te verminderen. Deze wind draagt ook bij aan het verlagen van de effecten van de warme zonneschijn en verlengen de rijpingsperiode. Hierdoor behouden de druiven hun zuurgraad en kunnen ze complexe aroma’s ontwikkelen. De wijngaarden op de vele verschillende eilanden hebben één ding gemeen; ze liggen allemaal vlak bij zee en genieten van een overvloedig aantal zonuren tijdens het groeiseizoen.

De meeste wijngaarden liggen op onvruchtbare vulkanische bodem op de steile terrassen die uit de bergen zijn gesneden. Deze terrassen staan bekend onder de naam pezoules en helpen de erosie in de bodem te verminderen en weinige water dat valt vast te houden. Door de arme bodems, kent de druivenstok een lagere groeikracht waardoor de bladerengroei vermindert. Hierdoor concentreert de druivenrank zich op de voortplanting en dus concentratie van hoogwaardige druiven.

Er zijn maar liefst 42 verschillende druivensoorten toegestaan, veelal inheemse soorten. Maar vooral de witte Assyrtiko en Athiri en de rode Mandilaria en Fokiano zijn zeer geliefd op de eilanden. De wijnen zijn droog en zoet wit en rosé. Tevens vinden we hier mousserende wijnen.

Classificaties in een vogelvlucht

Wijn van prachtig mooie Griekse eilanden

Er zijn maar liefst 9 PGI’s en 8 PDO’s verdeeld over de vele eilanden. En alle eilanden produceren wijn onder de classificatie PGI Egeïsche Zee. De PDO’s zijn op de bekende eilanden; Limnos, Samos, Paros, Santorini en Rhodos.

Limnos

Net ten zuiden van Grieks Macedonië ligt het eiland Limnos. Uit kloosterarchieven blijkt dat wijnbouw dateert uit de Byzantijnse periode. Sinds 1982 vinden we onder de naam PDO Muscat van Limnos witte wijn die weelderig zoet is van Muscat d’Alexandrie. Deze zijn gemaakt volgens de vin doux naturel stijl. Ook kom je de vermelding Grand Cru tegen. Dat mag onder de voorwaarden dat alle druiven van de één wijngaard afkomstig is met beperkte opbrengst per hectare. De droge witte wijnen komen op de markt onder de naam PDO Limnos en is ook van de Muscat d’Alexandrie. De wijngaarden liggen vooral in het centrale en zuidelijke deel van het eiland, goed beschermd tegen de stevige noordelijke winden. De temperaturen zijn hier net iets lager dan op het vaste land.

Vanaf 2011 zijn er ook droge rode wijnen van Limnio beschikbaar. Deze staan lokaal bekend onder de naam kalampaki. Wijnen gemaakt van deze druivenvariëteit hebben een interessante, frisse smaak, een kleur van gemiddelde diepte, elegante aroma’s die zowel de neus als de mond stimuleren, gedomineerd door tonen van verse kruiden en rood fruit. In de mond hebben ze een gemiddelde tot hoge zuurgraad, knapperige tannine en ongeveer 12,5-13% alcohol. Ook gebruikt men Limnio om versterkte zoete wijnen te produceren, deze zijn een blend van 90% Limnio en 10% Muscat d’Alexandrie.

Vanwege de gunstige klimatologische omstandigheden, zijn veel van de wijnen biologisch gecertificeerd. Saillant detail is dat er meerdere regio’s zijn die refereren naar de Muscat druif. Echter Limnos is de enige regio die gebruikt maakt van Muscat d’Alexandrie. In de andere regio’s staat Muscat Blanc à Petit Grains.

Historisch produceerde Limnos meer rode wijn dan witte. Pas in de jaren 1900 werd de Muscat geïntroduceerd. Doordat deze druif zo goed aansloeg met het lokale terroir, overschaduwde de Muscat druif alle andere druivensoorten.

Mooi Samos

Op één van de mooiste Griekse wijnzones vinden we PDO Samos. De meeste wijngaarden vinden we aan het noordelijke deel van het eiland. De wijngaarden liggen vooral op stenen terrassen rondom de berg Karvounis en de noordoostelijke helling van de berg Kerki. De hoogten kunnen oplopen tot wel 900m om het warme klimaat te temperen. Het aanzienlijke verschil tussen dag- en nachttemperatuur vertraagd de rijping wat ten goede komt aan de zuurgraad en de aroma ontwikkeling.

Tot 2016 was de Unie van Wijnbouwcoöperaties van Samos de enige producent en heeft de weelderig zoete wijn van Samos internationaal op de kaart gezet. De enige toegestane druivenras is Muscat White, beter bekend als Muscat Blanc à Petit Grains en lokaal als Moschata Aspro. Van de ongeveer 1.400ha wijngaarden, staat 98% aangeplant met deze druivensoort.

De wijnproductie op Samos gaat terug naar de 5e eeuw voor Christus. De beroemste periode is echter de 19e eeuw toen Europa geteisterd werd door phylloxera. De West Europeanen keken naar de zoete Griekse Muscats en in het bijzonder naar Samos.

De zoete wijnen kunnen gemaakt worden volgens het principe van Vin Naturellement Doux (zongedroogde druiven), Vin Doux Naturel of Vin Doux zijn. De Vin Naturel Grand Cru is afkomstig van wijngaarden die op 400m of hoger zijn aangeplant.

Paros

Centraal gelegen in de Egeïsche Zee vinden we het eiland Paros, dat onderdeel is van de Cycladen-eilandenketen. Op dit winderige, door bergen gedomineerde eiland vinden we vooral de Monemvasia-druivensoort. Hoewel deze vaak wordt aangezien als Malvasia Bianco, is onlangs uit DNA onderzoek gebleken dat er geen relatie is tussen de twee soorten. Wat bijzonder is, is dat phylloxera zich nooit heeft genesteld op Paros. Hierdoor vinden we hier zeer oude en diepgewortelde wijnstokken.

Alle wijngaarden op het eiland vallen onder de PDO Paros die in 1981 in het leven is geroepen en zowel rode als witte wijnen kent.

Monemvasia is de enige witte druivensoort van het eiland. Witte wijnen geclassificeerd onder de Paros PDO-appellatie moeten 100 procent Monemvasia zijn. Ze zijn meestal knapperig en droog van stijl. In 2011 is de Malvasia Paros PDO geïntroduceerd als classificatie voor zoete wijn van minimaal 85% zongedroogde (Vin Naturellement Doux) Monemvasia en maximaal 15% Assyrtiko. Deze wijn moet minimaal 24 maanden op houten vaten rijpen voordat ze gebotteld mogen worden.  Verwarrend genoeg verwijst de PDO naam naar Malvasia, waar dit niet de druif betreft maar de wijnstijl. In de Middeleeuwen tijdens de Venetiaanse overheersing produceerde de Egeïsche Zee regio een populaire zoete wijn onder de naam “Malvasias Oenos”. De beide namen Malvasia en Monemvasia zijn afgeleid van de havenplaats Monemvasia op het schiereiland Peloponnesos.

PDO Paros is de enige Griekse classificatie die een rode wijn toestaat die een blend is met een witte druivensoort. Om de onstuimigheid van de rode Mandilaria in balans te brengen, blendt de wijnmakers van Paros deze met de witte Monemvasia.

Oud Santorini

Santorini is het meest zuidelijke eiland van de Cycladen-groep. Het eiland is geologisch gezien het overblijfsel van een oude vulkanisch kegel waarvan de uitbarsting de kliffen en lagune creëerde. Het eiland staat bekend om haar frisse droge witte wijnen  en zoete vinsanto van Assyrtiko. Maar produceert ook rode wijn van Mandilaria en Mavrotragano.

Rijke Santoriaanse geschiedenis

De wijnbouwgeschiedenis op Santorini gaat terug naar 1653 voor Christus. In dat jaar had een vulkaanuitbarsting de stad Akrotiri onder as begraven en opgravingen hebben bewijs opgeleverd dat in die tijd er een bloeiende wijnbouw activiteit bestond. Drie eeuwen later heeft men opnieuw druivenstokken aangeplant op dit eiland. En dankzij het hoge zandgehalte in combinatie met het weinige klei en organische materiaal in de bodem (met als gevolg veel mineralen), overleefden de wijnstokken de phylloxera plaag in de 19e eeuw. Hierdoor vinden we hier wortelstokken die ouder dan 300 jaar zijn!

Klimaat

Tijdens het groeiseizoen kent Santorini nagenoeg geen regenval. Daarnaast teisteren sterke warme westenwinden het eiland. Om die reden traint men de wijnstokken in een spiraalvormige kroonachtige vorm, zogenaamde “mand” wijnstokken die beter bestand zijn tegen deze winden. Het hete droge klimaat geeft als gevolg een lagere opbrengst, maar wel van hoge kwaliteit met veel suiker en zuren.

Diverse Wijnstijlen

De wijnstijl voor droge witte wijn op Santorini is verfrissend, fris en aromatisch. Deze minerale en citrus geurende wijnen worden voornamelijk gemaakt van Assyrtiko, met een beetje Athiri en Aidani. Wanneer ze op eikenhout rijpen zijn ze nog complexer met een vleugje van noten en kruiden. De meest complexe wijnen zijn Nykteri, gemaakt van overrijpe druiven. Deze rijpen 3 tot 10 maanden op vat. Ze zijn genoemd naar “de hele nacht werken” omdat ze traditioneel ’s nachts worden geoogst om complicaties te voorkomen die wel ontstonden wanneer de druiven bij dag werden geoogst. Het verschil tussen Nykteri en gewone Santorini is dat deze wijnen rijker zijn met aroma’s van tropisch fruit en kamperfoelie.

Zoete Vinsanto is misschien wel de belangrijkste bijdrage van Santorini aan de wijnwereld. Deze rijke dessertwijn combineert zuurgraad en intense zoetheid met aroma’s van gedroogde citrusschil, vijgen, abrikozen en toffeepudding. De naam Vinsanto kan worden teruggevoerd tot de 16e eeuw, toen wijn werd geëxporteerd van het eiland in vaten gemerkt als wijn (vin) uit Santorini (Santo). Hoewel het vaak verkeerd vertaald wordt als “Heilige Wijn”, is het heel anders dan het Italiaanse “Vin Santo”. In 2002 verleende de Europese Unie Santorini exclusieve rechten op de naam “Vinsanto”, hoewel Italië nog steeds “vin santo” mag gebruiken.

Tenslotte de rode wijn van Mandilaria en Mavrotragano zijn diep rood van kleur, met zachte tannine en fruitige aroma’s. Vaak hebben ze iets van rokerigheid en overrijp fruit. Sommige mensen associëren deze wijn met de Italiaanse Amarone-stijl.

Beroemd Rhodes

Rhodos is zo niet het meest beroemde eiland in Griekenland en ligt slechts op 20km afstand van Turkiye. De vondst van amforen die uit de 7e eeuw voor Christus afkomstig zijn, levert bewijs dat de wijncultuur hier reeds 2.400 jaar oud is. Een andere bijzonderheid was dat ten tijde van de Ottomaanse heerschappij Rhodos specifiek goedkeuring kreeg om wijn van Malvasia te blijven verhandelen.

Vandaag de dag omvat dit slechts twee appellaties op het eiland, PDO Rhodos voor rode Mandilaria (lokaal Amorgiano) wijn en droge witte Athiri wijn en PDO Muscat van Rhodos voor zoete witte wijn van de Muscat Blanc à Petit Grains (ookwel Moschato Aspro) in een Vin Doux Naturel stijl of Vin Naturellement Doux (zongedroogde druiven)-stijl. Verder is Rhodos een belangrijke bron van mousserende wijn volgens de tank-methode. De stijl is zeer toegankelijk en charmant met aroma’s van rijp fruit. Tevens zijn er rosé versies die mogelijk tot de beste van de Middellandse Zee gebied behoren.

De berg Attavyros speelt een centrale rol in deze cultuur. Op de golvende hellingen en uitlopers vinden we de meeste wijngaarden. Rhodos heeft één van de droogste en warmste klimaten van Griekenland met haar mediterrane klimaat. Tijdens het groeiseizoen koelt de zuidelijke zeebries met name de hooggelegen wijngaarden op de Attavyros. Op deze hoogte vinden we daarom vooral de Athiri witte druivensoort die laag gesnoeid wordt om bescherming te bieden aan de stevige wind. Deze wind geeft de verkoeling die de rijping vertraagd wat de ontwikkeling van de zuurgraad en aroma’s bevordert. De rode Amgiano staat lager op de uitlopers van de berg aangeplant waar de temperaturen hoger zijn en de fenolische rijpheid bevorderen.

Conclusie

Bijna iedereen kent wel de Samos wijn en Vinsanto wijn van Santorini die heerlijk weelderig en zoet zijn met aroma’s van rijp fruit en mooie zuren. Heerlijk bij lichte fruit gebakjes of gele kazen.

Terwijl de zeer prijzige Santorini wijnen zijn mineraalachtig en droog. En ze zijn rijk van smaak zijn met aroma’s van citrus, gevolgd door abrikoos, mediterrane kruiden en een lichte vanilletoets. Deze wijnen zijn heerlijke bij traditionele Griekse gerechten inclusief lamsvlees. Maar ook quiches, pasta met romige sauzen of stoofpotjes.

De rode wijnen van de eilanden zijn ook goed aan de prijs (20€+) en heerlijk bij de traditionele Griekse vleesgerechten of rijpe gele kazen.

Je blijft gewoon genieten op deze prachtig mooie eilanden, of het nou het uitzicht, de natuur, het eten of de wijn is!

Kwaliteit in ontwikkeling in Algarve

Gelegen in het zuiden van Portugal ligt de Algarve. De naam is afkomstig van het Arabische Al-Garb Andalus. Onder de Moorse heerschappij was dit de naam van het gebied. Al-Garb betekent “van het westen” en Andalus was de Moorse naam voor het Moorse Iberië. Deze naam komt natuurlijk nog terug in Andalusië. Dit gebied is gescheiden van Alentejo-vlakte door een ononderbroken bergketen die van de Atlantische kust tot aan de Spaanse grens loopt. De Algarve is een gebied waar de kwaliteit van wijn nog steeds in ontwikkeling is.

Wijnbouw in de Algarve is sinds halverwege de 20e eeuw dramatisch gedaald, vooral vanwege de opgang van citrusplantages, resorts en golfbanen. Daarom zijn de wijnbouwcommissie van de Algarve en de wijnbouwers gaan samenwerken om nieuwe wijngaarden aan te planten en de wijnkelders en productiemethoden te verbeteren.

Je kan het gebied in tweeën delen. Ten westen van Faro ligt de Barlavento. Hier is de invloed van de Atlantische Oceaan het grootst en is het koelen en natter dan ten oosten van Faro. Dit gebied noemt men Sotavento.

Kwaliteit in ontwikkeling in Algarve

Klimaat en geologie

De bodem is redelijk heterogeen en verdeeld tussen zanderige bodems dichtbij de kust, kalksteenrijke klei grond en kalkstenen bodems. Op de berghellingen vinden we ook nog zones bedekt met schist. Die profiteren ook van de hogere ligging en daarmee bijbehorende grotere temperatuurvariatie gedurende de dag. Dit komt de zuurgraad juist ten goede. De wijngebieden zijn beschermt tegen de hete droge noordelijke invloeden dankzij de bergketen. Maar profiteert van maar liefst 3.000 zonuren per jaar.  Ter vergelijking, in Nederland hebben we gemiddeld 1.500 tot 1.550 zonuren per jaar.

Door het warme klimaat versnelt het groeiseizoen, waardoor de druiven een sappige zoete potentieel bereiken voordat de diepere, meer complexe smaken zich kunnen ontwikkelen. Vanwege de temperaturen zie je ook dat de druiven de natuurlijke zuren inruilen voor suikers. En suikers zetten zich vervolgens om in alcohol. Wat de hoog alcoholische wijnen verklaart.

Hierdoor zijn de traditionele wijnen hoog in alcohol met een lage zuurgraad en gestoofde fruitsmaken.

Subregio’s

De meeste wijnen worden op de markt gebracht onder Vinho Regional Algarve. Een grotere hoeveelheid druivensoorten zijn toegestaan onder de generieke appellatie. Tevens zijn ook mousserende en late harvest (ofwel Vendange Tardive) wijnen beschikbaar.

De Algarve heeft vier sub-regio’s met DOC classificatie die van west naar oost langs de kust. Binnen deze classificatie dient het alcohol percentage voor rode wijn minimaal 12% bedragen terwijl dit voor witte wijn 11.5% is. Verder dient rode wijn minimaal 8 maanden opgeslagen te zijn voordat men de wijn mag verkopen. Terwijl witte wijnen 6 maanden moeten rijpen voordat ze op fles gaan.

De belangrijkste witte wijnen worden geproduceerd van Arinto, Malvasia Fino, Maneúdo en Síria (ook bekend als Crato Branco). En voor rode wijn zijn dit Negra Mole en Castelão. Hoewel internationale druivenrassen als Syrah aan een opkomst bezig zijn. De nadruk ligt op rode wijn, terwijl men ook een kleine hoeveelheid frisse aromatische witte wijnen maakt. De wijnproductie is overwegend in handen van coöperaties. Maar de kleinschalige wijnproductie om zich te onderscheiden is in opkomst.

De rode wijn, hoewel de grootste productie, is weinig bijzonder. Ze zijn robijnrood van kleur en hebben weinig kleur, body, tannine en boeket, bezitten veel alcohol en missen zuur. De witte wijnen zijn fris, zacht en strogeel van kleur. Ze bevatten een lage zuurgraad. Hieraan bemerk je dat de wijn kwaliteit in de Algarve zeker nog een flinke ontwikkeling mag maken.

DOC Lagos

Lagos ligt in de zuidwestelijke punt van de Algarve, omgeven door de Atlantische Oceaan. Hier zijn vooral de (rode) wijnen van Negra Mole en Castelão (ofwel Periquita) bekend.

De rode wijnen zijn fluweelachtig en fruitig met een robijnrode kleur. Ze zijn laag in zuurgraad en hoger in alcoohol. De witte wijnen citroenkleurig en delicaat met een gemiddelde afdronk.

DOC Portimão

Ten oosten van DOC Lagos ligt de DOC Portimão, rondom de gelijknamige plaats. De rode blend moet voor minimaal 75% te bestaan uit Negra Mole en Castelão. Dat resulteert in zijdezachte fruitige wijnen met alcohol percentages aan de onderkant van de minimum voorgeschreven percentages. De wijnen hebben een vol mondgevoel.

De witte wijnen zijn strokleurig en minder uitgesproken. Belangrijkste witte druivensoort is Síria. De blend moet minimaal voor 75% te bestaan uit deze druivensoort.

DOC Lagoa

Ten oosten van Portimão ligt Lagoa. Dit omvat de gemeenten Albufeira, Lago, Loulé, Silves en Lagoa. Net als in DOC Portimão dienen de wijnen uit DOC Lagoa ook voor minimaal 75% te bestaan uit Negra Mole en Castelão voor rode wijn en 75% uit Síria voor witte wijn. Hoewel we hier de beste rode wijnen uit de Algarve vinden, hebben deze nog wel enige tijd van flesrijping nodig om zich goed te ontwikkelen. De rode wijn is fruitig maar met een merkbaar hoog alcoholpercentage. 

De witte wijnen zijn droge maar robuuste en fruitige wijnen. Ze verbeteren na enkele maanden rijping.

DOC Tavira

Geheel in het oosten, grenzend aan Spanje ligt DOC Tavira. De gelijknamige stad wordt ook wel het “Venetië van het zuiden” genoemd. Het is bekend dat reeds in de 16e eeuw wijnen vanuit Tavira geëxporteerd werden.

De witte wijnen die in deze subregio worden geproduceerd, zijn complex, aromatisch, met een licht body en de karakteristieke lage zuurgraad van warme gebieden. De rode wijnen worden gekenmerkt als fruitige, medium bodied wijnen met een laag tanninegehalte en gemakkelijk te drinken.

Kortom

Het klimaat is eigenlijk te warm voor echt goede wijnen. Hoewel de lokale druiven zich hier natuurlijk wel deels op hebben aangepast. Veel van de wijnen zijn niet voorhanden buiten Portugal. Dat de Algarve een fantastisch toeristisch gebied is, staat niet ter discussie. Maar de wijn kwaliteit in de Algarve daarentegen is nog veel in te bereiken deze ondergaat zeker nog een positieve ontwikkeling.

Verrassend revolutionair Alentejo

In het oosten van Portugal vinden we revolutionair Alentejo met als gevolg wijnen die zeer verrassend zijn. Dit gebied is heet en droog en neemt ongeveer 1/3e van Portugal voor zijn rekening. Het staat ook bekend voor haar krachtige rode wijnen. Voor Alentejo wijnen maakt men gebruik van Aragones (Tempranillo), Castelão en Trincadeira (Malvasia) druiven. Vaak ook in een blend. De Antao Vaz druivensoort gebruikt men voor witte wijn omdat deze een hoge zuurgraad en mooie tropisch fruit aroma’s kent. Verder vind je hier ook internationale druivenrassen.

Gezien de omvang van Alentejo is hier ook een verscheidenheid aan subzones te vinden. Verder kent het een zacht glooiend landschap dat een groot deel van de regio beschermd tegen de afkoelende effecten van de Atlantische Oceaan. In deze omstandigheden kunnen druiven optimaal rijpen waardoor je makkelijk drinkbare, rijke wijnen kan verkrijgen.

Wat is er gebeurd

De regio kent een rijke wijn historie, dat terug gaat naar tijden voor het grote Romeinse Rijk. De roerige tijden die volgden met ook de inname door de Moren, deden de wijngaarden niet veel goeds. In het midden van de 17e eeuw waren de Alentejo wijnen, samen met Beira en Estremadura de beroemdste en meest gewilde Portugese wijnen. Een tweede crisis voor Alentejo ontstond doordat markies van Pompal een organisatie oprichtte om de Douro-wijnen te beschermen. Gevolg was dat wijngaarden in andere regio’s gerooid dienden te worden. Pas halverwege de 19e eeuw werd de glorie hersteld. Helaas deed de phylloxera haar intrede en de wereldoorlogen volgden.

Verrassend revolutie in Alentejo

In de afgelopen decennia heeft Alentejo een metamorfose ondergaan door een verrassend revolutionair verandering in de wijn bereiding. Mede door verschillende programma’s van de Europese Unie vond er een ommekeer plaats van door overheid gesubsidieerde coöperaties naar kleine onafhankelijke wijnbouw producenten. Die produceren nu dankzij deze revolutie een premium wijn die heerlijk en verrassend is. Mede hierdoor kunnen de wijnen uit  Alentejo zich meteen met de grand cru’s uit Frankrijk of de DOCG’s uit Italië.

 De rode wijnen zijn jong, zeer fruitig en zijn al snel drinkbaar. Ze hebben een donkere robijn tot granaatrode kleur, bezitten veel aroma’s (rijpe vruchten) en ze zijn vol met een relatief hoog alcoholgehalte. De wijn vereist vaak houtrijping om de tannine structuur zachter te maken.

De witte wijnen gisten zonder schil en moeten jong gedronken worden. Dit betekent binnen één jaar. Ze zijn strogeel tot citroenkleurig, licht en aromatisch, fruitig en fris met een relatief hoog alcoholgehalte.

Alentejo sub regio’s

Er zijn acht sub regio’s in Alentejo. Dit waren voorheen eigen DOC’s of IPR’s, maar zijn in 2003 opgenomen in het grote Alentejo DOC. Echter de regio’s mogen nog steeds worden vermeld op het etiket. Sommige zones overlappen elkaar en geeft de wijnmaker de flexibiliteit om voor de ene of andere zone te kiezen. Dit is afhankelijk van de wijn wetgeving en de beperkingen die er gelden.

Complex en rijk Portalegre

In het noordoosten tegen de Spaanse grens vinden we Portalegre sub zone rondom de gelijknamige plaats. Dit is de meest unieke regio. Hier vinden we vooral granieten onderbodem en soms leisteen met verkoelende invloeden van de Serra de São Mamede. De wijngaarden met overwegend oude wijnstokken staan aangeplant op steile hellingen van het gebergte. Dit waarborgt de frisse wijnen met veel complexiteit.

De toegestane druivenrassen voor rode wijn dient te bestaan uit minimaal 75% Aragones, Grand Noir, Trincadeira of Castelão, aangevuld met andere lokale rassen. Hierbij speelt Trincadeira een hoofdrol. Voor witte wijn is dit minimaal 75% Arinto, Fernão Pires, Malvasia, Siria of Trincadeira das Pratas.

Dynamisch Borba

Ten zuiden van Portalegre vinden we Borba. Dit is de eerste subregio die internationaal bekend kwam te staan met haar rode wijnen met kersen bouquet. De bodem bestaat vooral uit kalksteen en klei en een enkele plaats bedekt met leisteen. De marmer afzetting hebben een enorme stempel gedrukt op de wijnbouw en het karakter van de wijn. Aanzienlijke stukken rode leisteen verspreid over sobere en arme grond vormen een duidelijk andere typologie in Borba, wat meteen deze zone dynamisch maakt.

De toegestane druivenrassen voor rode wijn dient te bestaan uit minimaal 75% Aragones, Trincadeira of Castelão, aangevuld met andere lokale rassen. En witte wijn dient minimaal voor 75% te bestaan uit Arinto, Rabo de Ovelha, Siria of Trincadeira das Pratas.

Historisch Évora

Évora was reeds in de middeleeuwen een bekend wijngebied. Door de phyloxera in 1880 kampte de zone met een sterke terugval. Terwijl later in 1974, ten tijde van de Anjerrevolutie, de wijnstokken plaats moesten maken voor graan. De zone heeft zich nu langzaam hersteld. Het hete, droge landschap wordt gedomineerd door niet-kalkhoudende grijze mediterrane grond, die enkele van de meest prestigieuze wijnen van de Alentejo produceert.

De toegestane druivenrassen voor rode wijn dient te bestaan uit minimaal 75% Aragones, Trincadeira of Castelão, aangevuld met andere lokale rassen. Voor witte wijn is dit minimaal 75% Antão Vaz, Arinto, Siria of Perrum.

Redondo

De zone Redondo omvat de gemeenten Redondo, Évora en Alandroal. De heuvels van Serra d’Ossa beschermen de wijngaarden tegen de noordelijke en oostelijke winden. Tevens geven deze heuvels de nodige koude droge winters als tegenhang van de hete zomers. De wijngaarden liggen vooral op de zuidelijke hellingen. De bodem bestaat vooral uit graniet en soms leisteen of rode kalksteen.

De toegelaten druivenrassen voor de rode wijnen zijn voor minimum 75% Alfrocheira Preto, Aragonez, Moreto, Trincadeira en Castelão. En de witte wijnen zijn voor minimum 75% Arinto, Fernão Pires, Rabo de Ovelha, Síria en Trincadeira das Pratas. Daarnaast moet de witte wijn voor minstens 50% uit de Rabo de Ovelha en/of Síria.

Groot en arm Reguengos

Ten zuiden van Redondo ligt Reguengos, grenzend aan Granja Amareleja in het oosten. Het omvat de gemeenten Reguengos en delen van Évora en Redondo. Dit is de grootste subzone in Alentejo. Het is een arm, steenachtig terrein. Soms treft men er ook leisteen of rode kalksteen aan in de bodem. De bodem en klimaat leveren volle krachtige wijnen met goed bewaarpotentieel.

De toegelaten druivenrassen voor de rode wijnen zijn Aragonez (minstens 5%), Moreto (minimaal 20%), Trincadeira (minimaal 20%), Castelão en Tinta Amarela (minstens 20%). Deze blend moet minimaal 75% omvatten.

Voor de witte wijnen zijn Antão Vaz, arinto, Perrum, Roupeiro, Rabo de Ovelha (minstens 20%), Síria (minstens 20%) en Diagalves (maximum 5%) toegestaan. Deze blend dient ook minimaal 75% te omvatten.

Rode Moreto uit Granja-Amareleja

Grenzend aan Reguengos en de rivieren Guadiana en Ardila ligt Granja Amareleja. Dit gebied staat vooral bekend om haar rode wijnen met hoog alcohol percentage dankzij het druivenras Ras Moreto. Door de weinige regenval, afwezigheid van organisch materiaal en schaarse plantengroei is de opbrengst hier overwegend laag. De bodem bestaat uit graniet en leisteen. Daarnaast dragen de hete zomers bij aan vroege rijping en zachte warme wijnen met hoog alcohol percentage.

Voor minimaal 75% bestaan de rode wijnen uit de Moreto, Trincadeira en Castelão druivenrassen. De witte wijnen zijn voor minimum 65% Manéudo, Rabo de Ovelha en Síria.

Witte wijn uit Vidigueira

De herkomst van de naam Vidigueira komt van het Portugese woord “videira” wat “wijn” betekent. Vidigueira ligt westelijk van Grande Amareleja. Net als in Grand Amareleja, bestaat de bodem vooral uit graniet en leisteen. Echter de Vidiqueira-breuk die van oost naar west loopt beïnvloedt het klimaat. De heuvels maakt de zuidelijk gelegen zone gematigd waardoor witte wijn hier kan domineren. Maar liefst 80% van de productie is witte wijn. De toegestane witte druiven zijn Antão Vaz, Arinto, Fernão Pires, Perrum en Síria. En de wijn moet voor minimaal 75% uit deze rassen bestaan. Ook vind je hier rode wijn.

We vinden hier Talha-wijn, een bereidingsmethode die 2.000 jaar terug gaat naar de Romeinse tijd. Deze techniek waarbij kleipotten of amfora’s (ofwel “talha’s”) gebruikt worden voor de (schil)vergisting, heeft een cult status gekregen. Elke boer, hoe klein de wijngaard ook is, kon niet zonder zijn eigen “talhinha” (kleine kleipot) om wijn te maken voor persoonlijke consumptie.

Het resultaat is verbluffend. In de geur rijpe mandarijn, kanaal, zwarte thee, rijpe ananas en kruiden gecombineerd met mineralen. En in de mond rijp en complex.

Moura

In het zuidelijk en warm gelegen Moura vinden we de wijngaarden in koele, op rode klei gebaseerde bodems. De bodem is bijzonder arm, afwisselend klei en kalksteen. De bovengrond is ondiep, hard gebakken en moeilijk voor wijnstokken om te wortelen. Maar het houdt wel goed het weinige water vast. Dit ondersteunt de verlenging van de rijpingsperiode van de druif en voegt finesse toe aan de wijnen.

De rode wijn dient voor minimaal 75% te bestaan uit Alfrocheiro Preto, Moreto, Trincadeira en Castelão druivensoorten. Terwijl witte wijn voor minimaal 65% afkomstig moet zijn van  Antão Vaz, Fernão Pires, Rabo de Ovelha en Síria.

Moura wijnen vertonen een zacht warm profiel met gematigd alcohol percentage.

Conclusie

Hoewel verrassend genoeg coöperaties nog steeds een grote rol spelen in Alentejo, waaruit blijkt dat de revolutionair strategische wijziging nog niet helemaal voltooid is, zijn de wijnen toch wel van beduidend betere kwaliteit. De regio is hard aan de weg aan het timmeren met interessante, makkelijk drinkbare wijnen. Zeker de moeite waard om te gaan ontdekken.

Mooi Tejo en versterkte Setúbal

Na een aantal interessante feitjes en update over de wijnen van Bordeaux en Duitsland, gaan we weer verder met de verdieping van Portugal. Na Lissabon gaan we naar het oosten en zuiden en komen we in mooi Tejo en Setúbal terecht waar interessante versterkte wijn vandaan komt.

Veelzijdig Tejo

Tejo ligt in centraal Portugal en draagt de naam Vinho Regional (VR) Tejo sinds 2009. Daarvoor was het bekend onder de naam Ribatejo. Overigens VR staat gelijk aan het Franse IGP ofwel Vin de France. De betere wijnen mogen ook de classificatie Do Tejo DOC dragen.

In tegenstelling tot alle andere wijngebieden van Portugal, is Tejo de enige die niet aan de oceaan grenst. Echter de rivier de Tejo (de Taag) waar de regio haar naam aan dankt, heeft grote invloeden. De wijngaarden vinden we dan ook langs de rivier. De alluviale bodem is bijzonder vruchtbaar en lange tijd belangrijk voor de groente en fruit opbrengsten voor de lokale bevolking. Overigens gaat wijnbouw terug naar de Romeinse tijd. Echter pas vanaf 1170 wordt melding gemaakt van wijn uit deze regio.  De wijn heeft zich lange tijd gekenmerkt door geen invloeden van buiten de regio. Tot de toetreding van Portugal tot de EU, waarna met name Franse invloeden hun intrede deden.

Klimaat en geologie

Mooi Tejo DOC regio

Mede omdat de rivier een verbinding is tussen Madrid en Lissabon, is deze regio altijd al één rijke regio’s van Portugal geweest. Hierdoor ontstond er reeds vroeg een levendige handel in onder andere wijn. Maar ook is Tejo bij uitstek de regio waar veel kurkeiken staan aangeplant, belangrijk voor de kurken op de wijnflessen.

Door het droge klimaat kent de regio weinig last van plagen en schimmels. Zoals reeds aangegeven, matigt de rivier het klimaat en levert de broodnodige irrigatie.

Charneca

Ook Charneca, ten zuiden van de rivier dat Chamusca, Almeirim en Coruche omvat,  is een droog vlak gebied op arme zandgrond. Doordat de wijnstokken diep moeten reiken, levert het prestigeuze wijnen op. De hogere temperaturen stimuleren de druiven om sneller te rijpen dan in de rest van de Tejo regio. De subregio’s omvatten vooral witte druivensoorten.

Bairra

De kwaliteitswijnen vinden we in de iets hoger gelegen gebieden in de regio Bairro ten noorden van de rivier de Tejo. Dit omvat de subregio’s Tomar, Santarem, Cartaxo en het noordelijke deel van Chamusca. De hooglanden bestaan uit glooiende hellingen en uitgestrekte vlaktes die rijk zijn aan kalksteen en kleigrond die goed water doorlaten. Verder naar het noorden vertoont de bodem schist zodat de wijnstokken dieper moeten rijken. Deze wijnen tonen gelijkenissen met de wijnen uit Lissabon.

Campo

De lager gelegen wijngaarden in de regio Campo, profiteren van deze irrigatie wat vervolgens ook overvloedige opbrengsten kan opleveren. Campo strekt zich uit in een smalle strook langs beide zijden van de rivier. Tejo neemt daarom plek 2 in van de gebieden in Portugal die de hoogste opbrengsten opleveren. Dit zijn de wijnen waar het draait om kwantiteit en niet kwaliteit. De wijngaarden zijn vooral in handen van coöperaties.

Wijnen

In Tejo vinden we vooral rode wijnen van traditionele rassen als Touriga Nacional, Trincadeira, Castelão en Aragonês. De enkele witte wijnen zijn gemaakt van Fernão Pires en Arinto. Echter internationale rassen als Syrah en Cabernet Sauvignon nemen een toevlucht. Deze worden vooral in blends toegepast. Hoewel er maar liefst 90 verschillende druivenrassen zijn toegestaan, ligt de nadruk op elegante wijnen en dus niet te zwaar.

In Tejo delen wijnhuizen het land met oude dorpjes, olijfgaarden en kurkbomen. Elk vertellen hun unieke verhaal en stijl, gecreëerd door het gemeenschappelijke doel om hoogwaardige wijnen vorot te brengen die uitdrukking aan het terroir geven. Één van de unieke eigenschappen zijn de voetstappen (druiven pletten en stampen met de voeten), gemeenschapsoogst (lokale vrouwen die de druiven met de hand plukken terwijl traditionele liederen gezongen worden) en de kurkafsluiting.

Quinta do Casal Monteiro

Quinta do Casal Monteiro is een wijnhuis dat reeds 150 jaar opereert als familiebedrijf. De druivenstokken staan aangeplant op zand- en kleibodem die geschikt is voor het voortbrengen van kwaliteitswijnen.

Quinta do Casal Monteiro blend

Zo ook deze rode veganistische blend van 40% Touriga Nacional, 30% Syrah en 30% Merlot. De wijn is zelfs bekroond met 85 punten Parker. De robijnrode wijn heeft een gemiddelde tot diepe kleurintensiteit. De wijn is heerlijk rond en vol van smaak. Met aroma’s van kersen en rood fruit. De wijn heeft een mooie balans en een structuur waardoor je deze wijn naast verschillende gerechten kan serveren. Tannine is mooi gerijpt en de afdronk is soepel en evenwichtig. Drink deze wijn bij vleesgerechten als lam, kalf. Maar ook vegetarische gerechten, vooral met paprika, salades.

Deze witte harmonieuze wijn van 50% Arinto en 50% Fernão Pires is ook een vegan wijn. Met aroma’s van appel en steenfruit zoals perzik. De prettige zuurgraad en gemiddeld alcohol levert een wijn op die een prettig balans en mondgevoel kent. De wijn heeft een lange afdronk.

Geniet van deze veelzijdige wijn bij visgerechten, (vis)pasta of salades. Maar ook gevogelte, of lamsvlees en zachte kazen is deze wijn bijzonder verrassend.

Quinta do Casal Monteiro Arinto Fernão Pires

Wanneer u interesse heeft in deze wijnen, neem even contact op en wij sturen u een offerte.

 Setúbal

Versterkte wijn uit Setúbal DOC

Direct ten zuidoosten van Lissabon vinden we het schiereiland Setúbal met haar versterkte wijn gelegen aan de overkant van de monding van de Tejo die mooi de Atlantische Oceaan opzoekt. Het terroir varieert van zanderige kustvlakte tot de steile kalkrijke Serra Arribida heuvels. De belangrijkste rivier is de Sado. Er zijn twee DOC-titels en één IGP. In het noordelijke deel van de regio vinden we de twee DOC’s die beiden een andere wijnstijl hanteren.

Palmela DOC

In het noordoosten vinden we Palmela DOC, gelegen rondom de gelijknamige stad. De DOC gaat tot de stad Setúbal en overlapt dus de andere DOC grenzen. Palmela heeft eerst indruk gemaakt met haar licht zoete witte wijnen van Muscat druiven. Echter in recente jaren is de focus verschoven naar rode en droge witte tafelwijnen en ook naar kwaliteitswijnen.

De regio is een zacht glooiend gebied dat overwegend uit kalk, zandsteen en leem bestaat. Vooral de hoger gelegen wijngaarden produceren mooie kwaliteitswijnen. Terwijl de lager gelegen gebieden op vooral zandbodems de tafelwijnen voortbrengen.

De DOC mag alle soorten wijn voortbrengen, waarbij mousserende wijn 9 maanden moet rijpen. De rode druivenrassen zijn vooral Castelão (min 67%), Cabernet Sauvignon en Bastardo. De witte druivenrassen zijn onder andere Arinto, Fernão Pires en Moscatel de Setúbal. De Castelão Frances is de belangrijkste druivensoort en deze bevindt zich vooral op de diepe arme zandgronden. Aangezien dit de enige plaats is waar deze druivensoort tot goede rijping kan komen door het warme zeeklimaat. De rode wijnen uit Palmela DOC staan bekend om hun balans, rijpe tannine en kersen karakter.

Setúbal DOC

Setúbal DOC staat bekend om haar versterkte wijnen. Natuurlijk zijn deze wijnen niet vergelijkbaar met de port-wijnen. En een ander groot verschil zit in de gebruikte druivenrassen. Setúbal gebruikt bijna uitsluitend Moscatel de Setúbal (ofwel Muscat d’Alexandrie).

Het klimaat is mediterraan met warme droge zomers en regenval vooral in de koelere wintermaanden. De nabijheid van de Atlantische Oceaan levert de nodige vochtigheid op en ook de broodnodige luchtstroom om de wijngaarden te vrijwaren van meeldauw.

Zoals gebruikelijk bij het maken van versterkte wijn, voegt men alcohol toe om de vergisting voortijdig te stoppen om zo de suikers te behouden (Mutage). Vervolgens rijpt de wijn in houten vaten. In Setúbal voegen de wijnmakers de overgebleven druivenschillen van de zeer aromatische Moscatel toe. Om vervolgens de wijn met de schillen gedurende 6 maanden te laten weken. Dit geeft de Moscatel de Setúbal haar typerende intense bloemige aroma. Vervolgens rijpt de wijn nog 4 tot 5 jaar op vat. De wijn verkrijgt dan haar oranje tint en haar ingedroogde karakter.

Leuk weetje is dat Lodewijk XIV (de zonnekoning) een voorliefde had voor deze zoete wijnen. Daarnaast werden deze wijnen vroeger veelvuldig naar Brazilië geëxporteerd. De wijn die daar niet werd verkocht keerde terug. Doordat ze bloot werden gesteld aan de hoge temperaturen bemerkte men bij het lossen dat de wijn geconcentreerder en soepeler was geworden. Deze wijnen staan bekend als torna-viagem (“terugreis”).

VR Peninsula de Setúbal

Tot 2008 heette de regio VR Terras do Sado, wat Land van de Rivier de Sado betekent. Hier vinden we ongeveer 20.000ha aan wijngaarden. Het zijn vooral blends die hier domineren. De witte wijn moet tenminste voor 50% te bestaan uit Arinto, Chardonnay, Fernão Pires, Malvasia Fina, Moscatel de Setúbal of Roupeiro (Syrah). De rode wijn moet voor tenminste 50% te bestaan uit Aragonez (Tempranillo), Cabernet Sauvignon, Merlot, Moscatel Roxxo, Castelão Frances, Trincadeira Preta en Touriga Nacional.

Authentiek in de Charente

Ik was onlangs in de Charente, net ten noorden van de Bordeaux en de Dordogne en het is echt genieten in deze streek. Het is niet direct bekend als een wijnstreek. Maar toch vinden we hier bijzondere wijnen die, net als de Charente zelf authentiek zijn.

Authentiek Charente

De Charente is in IGP, Indication Géographique Protégée, ofwel Vin de Pays. Het staat dus als herkomstaanduiding tussen Vin de France en een AOC-wijn in. Bedenk dat dit weinig over kwaliteit zegt. In de wijn wetgeving draait het om terroir aanduiding, hoe preciezer de locatie van de wijngaarden aan te duiden is, hoe beter de wijn op waarde kan worden geschat. Deze IGP aanduiding is gereserveerd voor de tafelwijnen.

De regio staat meer bekend als de Cognac AOC. Dit destillaat van wijn heet officieel “eau de vie de Cognac” of “eau de vie de Charentais”. Maar staat ook bekend onder de naam “eau de vie de vin”; “levenswater van wijn”. Wat een mooie benaming!

Klimaat en bodemgesteldheid

De Charentais strekt zich uit vanaf de riviermonding van de Gironde in het zuidwesten tot aan de voet van het Centraal Massief in het oosten. Door haar omvang is het lastig om één uniek terroir vast te stellen. Het klimaat is maritiem vanwege de liggen aan de Atlantische Oceaan. Dit tempert de temperaturen waardoor er milde winters en koelere zomers zijn. De vele zonuren en gemiddelde regenval maakt dat de regio goed geschikt is voor wijnbouw.

De bodemtype varieert nogal in de streek. Echter de wijngaarden staan over het algemeen op kalkrijke kleigrond met een hoog aandeel kalksteen. Deze kalksteen zorgt voor het vasthouden van water en hydrateert de wijnstokken tijdens het groeiseizoen. Aan de kust en op de eilanden kent de toplaag meer zand structuur. Dit geeft betere drainage en leidt tot meer geconcentreerde wijnstijlen.

Door de neergang van Cognac in de jaren 70 zocht men een reden om meer diversiteit aan te brengen. Vandaar dat in 1981 de Vin de Pays Charentais in het leven is geroepen en in 2009 is de IGP Charentais bekrachtigd. Er staan wel 40 verschillende druivensoorten aangeplant. Maar natuurlijk overheersen de Cognac variëteiten Ugni Blanc en Colombard. Voor de witte wijn staat vooral Sauvignon Blanc en Chardonnay aangeplant.  Terwijl voor rode wijn en rosé Cabernet Sauvignon, Merlot, Syrah en Pinot Noir te vinden zijn.

Pineau des Charentes

 De Pineau neemt een aparte plaats in en heeft in 1945 haar eigen AOC mogen ontvangen. Wat is hier nu zo bijzonder aan? Dit is een drank waarbij ¾ van de most wordt aangevuld met ¼ cognac. Strikt genomen is dit geen versterkte wijn, hoewel het vaak zo wel genoemd wordt. Deze drank is zowel in wit, rood als rosé verkrijgbaar. Het is zoet en gekoeld geniet men hiervan als middag-aperitief. Zie het een beetje als een “zomer-port”. De most en cognac moeten uit dezelfde wijngaard komen.

Na het binnenhalen van de druiven worden deze direct geperst en gemengd met cognac dat een alcohol percentage tussen de 60% en 72% bevat. Door dit te blenden voorkomt de wijnmaker de vergisting. Vervolgens rijpt de wijn op vat.

Geschiedenis

Wijn wordt verbouwd in deze regio sinds de 3e eeuw na Christus. Maar het duurde tot de Middeleeuwen dat het wijn maken echt naam kreeg. Dit werd veroorzaakt door Eleanor van Aquitanië en haar man, die later Henry II van Engeland werd. Hun huwelijk gaf een boost aan de handel tussen Engeland en Acquitanië (dat toen uitstrekte van de Charente tot ten zuiden van de Bordeaux). De rivier de Charente die dwars door het gebied gaat, speelde een grote rol in de transport van wijn. In de 15e eeuw exporteerden de Nederlandse handelaren de wijn naar Nederland, Engeland en Scandinavië. Tegen de 19e eeuw produceerde de Charentais 4 miljoen hl geproduceerd op 100.000ha wijngaarden. Maar toen diende de phylloxera ramp zich aan en verwoestte bijna alle wijngaarden. Aan het eind van de 19e eeuw was er nog maar 8.000ha wijngaarden over.

Domaine Pascal Gonthier

Wijngaard Pascal Gonthier

Het domein van Pascal Gonthier is er één die 400 jaar terug gaat. Zijn voorvader Elie verbouwde reeds druivenstokken in de 17e eeuw en de wijngaard is onafgebroken in familiebezit gebleven. Pascal is een gepassioneerde ambachtelijke wijnmaker die terroir in zijn wijnen voorop stelt. Verder is hij een zeer hartelijke gastheer die heel graag met passie zijn ervaring en kennis deelt.

Zijn wijnen mogen dan wel niet biologisch zijn, maar chemicaliën en pesticiden worden nauwelijks tot niet gebruikt dankzij slim gebruik van een weerstation. Pascal luistert nauw naar de bodem en wat deze nodig heeft, en het predikaat bio geeft dan soms net teveel beperkingen. Net als veel van zijn collega’s levert Pascal ook veel van zijn druiven aan de grote Cognac producenten zoals Hennessy en Martell, maar ongeveer 13ha houdt hij over om zijn echte passie waar te maken. Ook is hij een samenwerking aangegaan met Domaine Henri Bourgeois uit Sancerre waarbij Pascal Gonthier deels de sauvignon blanc druiven voor de Petit Bourgeois levert.

Pascal produceert vier series; l’Héritage d’Aliénor – een ode aan Eleanor van Acquitanië en Domaine Pierrière Gonthier – een reflectie van de passie van zijn voorvaderen. De Cuvée Jean Marin wordt gevinifieerd in de kelder gebouwd door zijn overgrootvader Jean Marin en tenslotte Gamme Cépage welke de instapwijn is die een monocépage van drie druivenrassen zijn; Cabernet, Merlot of Colombard.

Pascal Gonthier Cabernet 2020

Gonthier Cabernet rose gris

Deze rosé gris kan je bijna blanc de noirs noemen. De kleur neigt meer naar gemiddeld geel dan naar rosé. De kleur heeft een lichte intensiteit en heeft mooie tranen die aan het glas plakken. De neus is uitbundig, je wordt overspoeld door frisse fruit tonen van kers, aardbei en cassis. De wijn is nog volop in ontwikkeling. De droge wijn heeft gemiddeld+ zuur en behoudt haar aangename verfrissende smaak in een lange afdronk. De body is vol dankzij het hoge alcohol percentage van 14%. Echter dit is zeker niet overheersend. De tannine is niet merkbaar. Terwijl de smaak intensiteit gemiddeld+ is. Met heerlijke tonen van aardbeien en rode bessen. Drink deze wijn op 10C en zij komt nog beter tot haar recht. Geniet van deze wijn bij gegrilde gerechten of een lekker kaasplankje vooral met geitenkazen.

Pascal Gonthier Sauvignon Blanc 2019

Gonthier Sauvignon Blanc

Tijdens mijn bezoek heb ik de Sauvignon Blanc mogen proeven. Wat een heerlijk verrassende wijn, echt vergelijkbaar met een Loire-wijn. De wijn is mooi geel van kleur met lichte intensiteit. In de neus stuift het groene en citrusfruit je tegemoet. Je kan echt wel zeggen dat deze wijn een hoge geurintensiteit heeft. De neus geeft nog niet aan dat de wijn over zijn top is. Maar het is zeker één die je niet te lang meer moet wegleggen. Met 14% is het promillage aan de hoge kant, maar zeker niet vervelend. Het mondgevoel is gemiddeld met zeer prettige aroma’s van citroen, limoen en een vleugje gras. Verder bespeur je een prettige minerale toets in de wijn. De afdronk is aangenaam door de meer dan gemiddelde zuurgraad. Kortom dit is een wijn die zeer goed gebalanceerd is, het terroir naar voren brengt terwijl de nadruk op de fruitigheid blijft liggen. Geniet van deze wijn bij schaal- en schelpdieren of een lekkere blauwaderkaas.

Pascal Gonthier Cuvée Jean Marin Sauvignon x Chardonnay 2019

Gonthier Sauvignon Chardonnay

Een andere wijn die ik heb mogen proeven was deze bijzondere cuvée. De Sauvignon Blanc en Chardonnay worden apart vergist en pas na de houtrijping op barrique samen geblend. De donkergele kleur weerspiegelt haar rijkdom. In de neus bespeur je eerst rijpe abrikoos en perzik waarbij de geurintensiteit goed aanwezig is. In de mond vervolgens blijf je genieten. De volle body in combinatie met de 14% alcohol en meer dan gemiddelde zuurgraad wisselt zich goed af met de fruitaroma’s. Naast de bovengenoemde steenvruchten bespeur je ook exotisch fruit als ananas en verder vanille en toast van de houtrijping afgemaakt met een vettig laagje. In de afdronk is de toast misschien een beetje dominant, maar wie daarvan houdt ergert zich daar zeker niet aan. Leg deze wijn nog gerust 5-7 jaar weg en dan zal deze houtsmaak meer integreren. Deze zeer complexe wijn is ideaal naast gerechten met (romige) sauzen en misstaat zelfs niet bij (wit) vlees.

Pascal Gonthier Merlot 2019

Gonthier Merlot

De laatste wijn die ik op het domein mocht proeven was een rosé van cabernet. Deze droge stijl rosé was vol van rood fruit. Maar eigenlijk wil ik het nog hebben over de Merlot. Deze Merlot is diep robijn gekleurd. In de neus bespeur je een beetje de scherpte van de alcohol vermengd met zwart fruit. De wijn draagt het prettige smaakaroma van zwart fruit als bessen en bramen met een lichte hint naar groene paprika. De tannine is mooi rond en in combinatie met de prettige zuren en gemiddelde alcohol percentage is dit een prima wijn. Ze heeft houtrijping gehad, maar dit is niet nadrukkelijk aanwezig. Tenslotte bespeur je nog een lichte botersmaak van de malolactische omzetting. Het is een zeer prettige soepele wijn om zo te drinken, maar past prima bij een charcuterie en gegrild vlees gerechten.

Tot slot

Wie zegt dat IGP wijnen niet goed zijn, heeft het mis. Pascal bewijst zeker dat uit authentiek Charente mooie en bijzondere wijnen vandaan komen. Maak eens een afspraak en bezoek deze lokale wijnmakers. De deur staat altijd open voor een gezellige proeverij waarbij je nog veel kan leren! Vooral de Sauvignon Blanc is bijzonder goed, menig Loire-wijn mag zich hier mee meten. Ook de blend van Sauvignon en Chardonnay is erg bijzonder, al mag deze nog iets langer blijven liggen om de houtsmaak verder te laten integreren.

Stevig en fruitig uit Lisboa

Aan de kust van de Atlantische Oceaan vinden we de wijnregio van Lissabon, Lisboa VR. Voorheen heette dit Estremadura. Dit moet niet worden verward met het Spaanse provincie Extremadura. Lisboa is een gebied met hoge productie, maar de wijn die stevig en fruitig is, is eigenlijk niet echt bekend. Dit is omdat van oudsher de wijnen geëtiketteerd worden onder de lokale subregio’s zoals Alenquer, Buvelas en Colares.

Stevig en fruitig Lisboa

Tot 2008 viel Lisbao onder de classificatie Vinho Regional. Maar om de wetgeving meer in lijn te brengen met de Europese, werd in 2008 de regio omgedoopt tot IGP. Tevens werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om Estremadura om te dopen in Lisboa.

De regio laat zich kenmerken door de Serra de Montejuno die de regio in tweeën opdeelt. In het westen teistert de harde Atlantische wind en de herfstregens de wijngaarden. Hierdoor is wijnbouw een enorme uitdaging. Opvallend is dat Colares DOC meer bekend staat om haar phylloxera-resistente bodem dan om haar robuuste rode wijnen. Dezelfde koele natte omstandigheden dragen bij aan de brandewijn in Lourinhã en de mousserende wijnen in Óbidos DOC.

Aan de andere kant van de bergketen vinden we één van de beste wijnen in deze regio. Alenquer DOC brengt een zeer complexe volle blend voort van o.a. Touriga Nacional en Tinta Roriz. Terwijl Bucelas DOC zeer frisse mineraalrijke witte wijn van Arinto.

Wijnbouw

De wijn uit Lisboa richt zich vooral op kwantiteit en helaas niet op kwaliteit. Één van de redenen is dat wijncorporaties domineren met hun commerciële focus. Hierdoor is er weinig focus voor individuele creativiteit en passie. En de wijnrassen zijn geselecteerd op hun opbrengsten en ziekteresistentie. Gelukkig zien we langzaam een trend ontstaan met meer aandacht voor terroir en creativiteit, maar we zijn er nog lang niet. Maar dit heeft wel gebracht dat de regio bekend staat om haar goede prijs-kwaliteit verhouding. Inmiddels mogen meer dan 30 rassen aangeplant staan waarbij witte rassen de overhand hebben.

Encostas de Aire

De grootste subregio is Encosta de Aire DOC. Hier heeft de moderniseringsslag pas als laatste haar intrede gedaan. Nieuwe druivenrassen zijn aangeplant zoals Baga en Castelão. Net als de witte Arinto, Malvasia Fina en Fernão Pires. De regio is in 2005 verheven tot DOC status. Het ligt aan de voet van kalkrijke heuvels van de Serre d’Aire.  Er heerst een gematigd mediterraan klimaat dat duidelijke invloeden van de Atlantische Oceaan heeft. De zomers zijn koel en de winters mild.

Een wijde serie van druivenrassen worden hier gebruikt van zowel lokale als internationale druivenrassen. Het zijn geen kwalitatieve bijzonder goede wijnen. Maar de wijn uit deze streek in Lisboa zijn zeker prettig te drinken, stevig maar wel fruitig. Geniet van de krachtige rode wijn bij pasta of vlees gerechten.

Lourinha DOC

Ingeklemd tussen Óbidas DOC in het noordoosten en  Torres Vedras DOC in het zuiden vinden we Lourinhã DOC. Deze regio is zo bijzonder omdat hier uitsluitend brandy wordt gemaakt van witte druiven.  De brandy dient een alcohol percentage te hebben van minimaal 38%. Daarnaast slaat men deze op voor 24 maanden voordat de wijn gebotteld wordt. Er heerst een gematigd mediterraan klimaat met invloeden vanaf de Atlantische Oceaan.

Torres Vedras

Ten zuiden van Lourinhã en ingeklemd tussen de Atlantische Oceaan en het Serra de Montejunto vinden we Torres Vedras DOC. Je hebt hier zowel rode als witte wijnen van vooral inheemse druivenrassen.  De rode wijnen zijn van mindere kwaliteit, ze zijn stevig met enige tannine en aroma’s van rood fruit. De witte wijnen zijn matig te noemen. Ze zijn hoog in alcohol, fris en aromatisch. Maar niet geheel in balans. Dit is dan ook een reden dat deze wijn niet makkelijk verkrijgbaar is buiten Portugal.

Pétillant uit Óbidos DOC

Een uur ten noorden van Lissabon en ten oosten van Lourinha ligt Óbidos. Hier is het koel en winderig, ondanks dat het verder landinwaarts ligt. Daardoor is het niet geschikt voor de productie van verfijnde rode of witte wijn. In plaats daarvan vind je hier geweldige wijn met een lichte bubbel. Door het vochtige terroir, dienen de wijnboeren te kiezen tussen intensief gewasbeheer en lagere opbrengst of een ontspannen beheer en hoge opbrengst. De eerste optie geeft kwalitatief betere druiven terwijl de tweede optie grotere volumes van lagere kwaliteit opleveren.

De belangrijkste druivensoorten zijn Arinto en Fernão Pires voor witte wijn en Castelão en Touriga Nacional voor rode wijn.

Succesvol Alenquer DOC

Mogelijk is dit wel de meest succesvolle wijn uit de regio. De klassieke Portugese druivensoorten als Aragonez, Touriga Nacional en Touriga Franca zorgen voor enkele van de beste wijnen van Lisboa.  Ook zijn internationale rassen toegestaan als Cabernet Sauvignon, Merlot en Syrah. Alenquer DOC ligt landinwaarts en is dus meer beschut tegen de felle winden.

De wijnen kenmerken zich door hun zwarte fruit met tonen van chocolade, vanille en mokka. Het is een levendige wijn met aangename afdronk wat ideaal samengaat bij vleesgerechten.

Arruda

Ten noorden van Lissabon ligt het stadje Arruda dos Vinhos. Niet verwonderlijk heeft de regio deze naam gekregen, Arruda DOC. De rode en witte wijnen zijn vooral gemaakt van inheemse druiven. Maar het zijn de rode wijnen die hier indruk maken.

Beroemd Bucelas, Colares en Carcavelos

Deze drie regio’s in het zuiden van de regio, rondom de stad Lissabon, waren heel bekend. Nu helaas door verstedelijking zijn de wijnstokken met uitsterven bedreigd.

Bucelas DOC

Bucelas DOC kreeg haar herkomst in 1911 en produceert uitstuitend witte wijn van de Arinto druif. Het is veelbelovende regio omdat er veel geïnvesteerd is in de wijnbouw. De regio ligt tussen Arrunto DOC en de stad Lissabon. Door de bescherming van de Serra de Montejuno is er een droger en gelijkmatiger klimaat. Hierdoor profiteren de druiven om optimale rijpheid te bereiken. Het zijn vooral klassieke frisse wijnstijlen die je hier tegenkomt.

Quinta de Murta Bucelas DOC

Quinta da Murta – Bucelas DOC

Deze droge zeer frisse wijn van Arinto druiven doet denken aan een Elzasser Riesling, strakdroog met mineraal tonen. De wijn vergist in RVS en tempreratuur gecontroleerde vaten. Uniek is dat alleen wijngaard eigen gist gebruikt wordt. Je bespeurt appel, peer en ananas naast een lichte amandel toon en iets ziltigs. Het is een krachtige wijn met mooi balans en een zeer aangename afdronk.

Colares DOC

Colares DOC staat dus bekend om haar phylloxera-resistente zanderige bodem (“chão de areira”) met kleiachtige ondergrond (“chão de rijo”). De wijnstokken zijn dan ook niet geënt op andere onderstokken, iets wat in Europa maar zeer zelden voorkomt. Wijnstokken op een andere bodem in deze regio mag dan ook niet op de markt worden gebracht als Colares DOC. De onderlaag is van groot belang voor het vasthouden van water en voedingsstoffen. De Ramisco-druivensoort, dat robuuste rode wijnen voortbrengt, staat uitsluitend hier aangeplant is misschien de enige vitis vinifera ras dat niet is geënt op een andere onderstok. Verder als bescherming tegen de vlagerige wind vanaf de Atlantische Oceaan, zijn de wijngaarden omringd door droogriethekken. Dit is een eeuwenoude oplossing voor een praktisch probleem.

Helaas beslaat Colares DOC tegenwoordig nog maar een fractie van wat het eerst was. Maar het mooie is dat het nu een niche beslaat waardoor het nu een kleine renaissance doormaakt. Het bereikt ongeveer 10.000 flessen op jaarbasis.

Carcavelos DOC

Op het uiterste puntje van de Lisbao regio vinden we Carcavelos DOC. Het is hierdoor aan drie kanten omringd door de Atlantische Oceaan. Vaak wordt dit gezien als een positieve invloed op wijnbouw, echter daar zijn de Atlantische winden te heftig voor. En ze komt met nevel in de oogsttijd wat schimmels met zich meebrengt.

In zowel Colares als Carcavelos zijn de wijnen rustiek en hoekig. Tannine is niet optimaal geïntegreerd. Het zijn wijnen die lang kunnen ouderen. Ze zijn ideaal bij rood vlees of barbecue. En zijn zeker wijnen waarbij gegeten moet worden.

Kortom

Lisboa staat vooral bekend als een gezellige stad. Maar ook vinden we hier natuurlijk wijn. Alleen ligt de focus op kwantiteit en pas recent begint kwaliteit van belang te zijn. Vooral in de regio’s Colares, Carcavelos en Bucelas kan je nog bijzondere wijnen tegen komen. De andere regio’s zijn meer gericht op bulkwijn. Heerlijk om ter plekke in Lisboa te genieten van wijn die stevig en fruitig is, met de bijbehorende ervaringen.