Krachtig en gevarieerd Pannon

Even ten zuiden van de wijnregio Balaton in Hongarije ligt Pannon. Deze regio is onderverdeeld in vier subregio’s waarvan Villany mogelijk de meest bekende is. Mede doordat in Pannon hier wijnen vandaan komen die krachtig zijn met een bodem die gevarieerd is. Het gebied wordt beïnvloedt door de Donau in het oosten, de Drava in het zuiden en het Balaton-meer in het noorden. De regio ligt in nagenoeg een aaneengesloten gebied van heuvels met veel zonneschijn en een aangenaam mediterraan meso-klimaat. De wijnregio omvat 7.800ha waarbij de bodem gedomineerd wordt door een löss bodem. De wijnproductie vindt hier reeds plaats sinds de Romeinse tijd en in tegenstelling tot de eerder besproken gebieden, domineert de blauwe druif de aanplant. Het zijn vooral de Bordeaux rassen Cabernet Sauvignon, Cabernet Franc en Merlot.

De wijnen in deze regio leveren een zachtere zuurgraad en rijpere evenwichtigere rode wijn dan in de gebieden ten noorden van het Balaton-meer. Ook zijn de witte wijnen meer ingetogen en zachter en minder levendig. Rassen die in andere delen van Hongarije niet goed rijpen, komen in krachtig en gevarieerd Pannon tot hun recht. De meest bekende wijnen zijn waarschijnlijk de Szekszárdi Bikáver en de Villány wijnen met volle body in Bordeaux-stijl. De regio kent in totaal vijf beschermde oorsprongsbenamingen, één voor elke regio en de overkoepelende Pannon.

Krachtig en gevarieerd Pannon

Net als we in de andere regio’s gezien hebben beslaat het kader een veel groter gebied dan de werkelijke aanplant.

De twee gezichten van Tolna

Bij het horen van de naam van het wijndistrict Tolna weten veel mensen niet precies wat het is. Dat komt omdat Tolna een van de jongste wijndistricten van Hongarije is. Het werd pas in 1998 aangewezen en bestaat voornamelijk uit het voormalige Völgységi-regio van het wijndistrict Szekszárd, aangevuld met een paar andere goede wijnbouwgebieden. Aan de andere kant is het een van de oudste wijndistricten van Hongarije, omdat het een 2000 jaar oude geschiedenis heeft als onderdeel van Szekszárd.

Het totale productiegebied is bijna 11.500ha groot, waarvan 7.363ha eerste klas is. Momenteel staat slechts 2.117ha aangeplant. De bodemstructuur is vrijwel hetzelfde; löss-leem en bruine bosgrond.  Het gebied heeft een gematigd landklimaat. Vergeleken met het wijndistrict Szekszárd zijn de Völgység en Noord-Tolna, die iets verder naar het westen liggen, iets koeler en iets natter. Het zuidelijke deel van de Mezőföld is echter iets warmer en droger. Dit doet denken aan het landklimaat van de Alföd in de Danube regio. Het heeft gunstigere neerslagcondities dan Szekszárd, dat regelmatig de lijdt onder droogte.

We komen hier bekende druivenrassen tegen zoals Chardonnay, Pinot Gris, Olaszrizling, Pinot Blanc en dergelijke. Ook van de blauwe druivenrassen komen we bekenden tegen zoals Kékfrankos, Bordeaux-rassen, Zweigelt en Kadarka. De witte wijnen zijn zacht mede onder invloed van de löss bodem en het koelere klimaat. Het zijn levendige fruitige wijnen. De rode wijnen zijn ook zacht en zeer goed gestructureerd door hun volle body en iets rijkere tannine. Vooral de Bordeaux-rassen kunnen goed rijpen wanneer de wijnbouw en kelder methodes zorgvuldig zijn. Denkend aan de hetere zomers van de afgelopen jaren, is het zonder twijfel dat het koelere klimaat in het profijt heeft gewerkt.

Illes Chardonnay 2019

Illes Chardonnay

Illes Borhaz is een kleine wijnmakerij die in 2014 is begonnen met 35ha grond.

In de rijke Chardonnay bespeur je in de aanzet mango en ananas, dan later perziken en groene appels. Op de achtergrond is er een beetje boter en toast te bespeuren door de malolactische omzetting en houtrijping. De complexe zuren en lichte zoetheid vormen een aangenaam smaakeffect, waarin je de vruchten kan ontdekken die ook voorkomen in het aroma en de tonen van houtachtige rijping. Geniet van deze wijn bij vis en witvlees, gevogelte, gerechten van jong kalfsvlees of zelfs voor desserts.

Beroemdheden in Szekszárd

Het wijngebied Szekszárd ligt tussen de Tolna-Baranyai heuvels en de Donauvlakte, ten westen van Sárköz. Aan de oostkant van de noord-zuid route van Szekszárd naar Báta liggen de wijngaarden die dit landschap zo beroemd maakten. Op deze oostelijke helling vindt u ook de beroemde wijngaarden van Õcsényi, Decsi en Sárpilisi, hoewel hun gelijknamige dorpen zelf 3-5 kilometer verderop liggen, op de voormalige uiterwaarden van de Donau. Het productiegebied beslaat zo’n 6.000ha waarvan 3.800ha staat geclassificeerd als 1e klas. Werkelijk staat er 2.038ha aangeplant. De dikke lössbedekking van de heuvels van Szekszárd biedt een uitstekende basis voor de vorming van bodems die gunstig zijn voor de teelt van blauwe druiven. Zoals reeds aangegeven kent ook Szekszárd een landklimaat maar het is hier droger dan in Tolna.

De geschiedenis is zeer indrukwekkend. Franz Schubert en zijn kwintet die het lied “Trout” inspireerde op de Szekszárd Kadarka en Franz Liszt die een welkome gast was in de regio.

De belangrijkste druivensoorten zijn Kékfrankos, Merlot, Cabernet Franc, Cabernet Sauvignon, Kadarka, Zweigelt en Pinot Noir. Onder de witte variëteiten zijn Olaszrizling, Riesling en Chardonnay de meest karakteristieke variëteiten. Szekszárd is bekend en gewild bij wijnliefhebbers, voornamelijk vanwege de rode wijn. De wijnen van Szkszárd hebben rijke aroma’s, levendige zuren en elegant. Ze onderscheiden zich van de rode wijnen van Hongarije. Deze wijnen kunnen vaak jong geconsumeerd worden, maar kunnen ook ouderen. In tegenstelling tot hun Villány tegenhangers, die echt weggelegd moeten worden.

Kleinschalig Pécs

Het wijndistrict Pécs ligt op de beschutte zuidelijke hellingen van de Mecsek, de glooiende hellingen rond Szederkény en Mohács, en de zuidoostelijke hellingen van de Zselic-heuvels. De wijnstokken worden geplant op hoogtes van 110 tot 300. Het sub-mediterrane klimaat wordt gevormd door de Mecsek-heuvels die de koude noordenwind tegenhouden en invloeden uit de Middellandse Zee. De winters zijn mild en, gunstig voor de groei van de wijnstok, warme dagen vroeg in het voorjaar. Daarmee is het het warmste wijndistrict van Hongarije met een lange groeiseizoen. Het wijndistrict wordt gekenmerkt door rode zandsteen en dolomietkalksteen, die wordt overwoekerd door los zand, klei en kalksteen. De hellingen van de Baranya Hills bestaan uit los zand en löss.

Het productiegebied beslaat weliswaar bijna 7.000ha – waarvan 6.400ha eerste klas is – terwijl slechts 700ha aangeplant staat en op 640ha echt actief wijnbouw plaatsvindt. Hiervan is 480ha met witte druiven aangeplant. We vinden hier een grote verscheidenheid aan druivenvariëteiten; zoals de witte Chardonnay, Irsai Olivér en Cirfandli. Maar ook de blauwe Bordeaux-rassen en Kékfrankos en Pinot Noir. Cirfandli-druiven zijn uniek voor Hongarije en zijn uitzonderlijk omdat ze kunnen worden gebruikt om droge, zoete, lichte of volle wijnen te produceren. Het warme klimaat en de lage regenval in de regio resulteren in volle wijnen, vaak rijk aan suiker en alcohol. Het relatief hoge suikergehalte wordt aangevuld met een zachte zuurgraad, waardoor wijnen goed in balans zijn. De wijnen hebben vaak een rijke kruidigheid; omdat de wijnen echter vaak geen zuurgraad hebben, rijpen wijnen uit de Mecsekalja relatief snel.

Bordeauxs twist in Hongaars Villány

In het zuidwesten van Hongarije, ten westen van de Donau en op de grens met Kroatië ligt Villány. Het is beroemd om haar rode wijn dat een twist is op de Bordeaux-blend. Villány deelt zijn breedtegraad (45,5 ° N) met de zeer noordelijke rand van Bordeaux. Maar de twee regio’s hebben heel weinig gemeen, afgezien van hun belangrijkste druivensoorten – Cabernet Sauvignon, Cabernet Franc en Merlot. Bordeaux heeft een uitgesproken zeeklimaat en worstelt om volledige rijpheid te bereiken in koele jaargangen. Geen van deze dingen geldt voor Villány, dat honderden kilometers van de dichtstbijzijnde zee ligt en gezegend is met een sub-mediterraan klimaattype. Niettemin is het mesoklimaat hier koeler en gematigder dan het warme, continentale klimaat elders in Zuid-Hongarije. Kijkend naar temperatuurkaarten, valt Villany op als merkbaar koeler dan de omliggende gebieden. Szekszárd, net ten noordoosten en Pecs, in het noorden, zijn twee van de warmste wijndistricten van Hongarije.

Het koele mesoklimaat van het district is te danken aan de aanwezigheid van de Villányi-Hegység – een lange, lage kalksteenrug, die ongeveer 18 kilometer oost-west loopt en 300 m boven de steden Villány en Siklós uitsteekt. De ondergrond varieert. Deels rijk aan kalksteen, maar ook löss waardoor de wijnen zachter worden, en bruine bosgronden. We kunnen bijna zeggen dat het gevoel van Bordeaux (vanwege de druiven) het Bourgondische landschap in Hongarije ontmoeten. Dat is ingegeven doordat de wijnranken die op de zuidelijke helling van de bergkam staan soms onderbroken worden door een bosrand of kalksteengroeve. Dit herkennen we ook in de Côtes de Nuits. Het productiegebied omvat 2.182ha waarvan 401ha staat aangeplant met witte druivenvariëteiten als Olaszrizling, Chardonnay en Hárslevelü en 1.781ha met blauwe druivenrassen als Bordeaux-rassen, Portugieser en Kékfrankos. Dit is dan ook het enige gebied waar de volledige productiezone gebruikt wordt!

Sauska Cuvée 13

Één van mijn persoonlijk favorieten zijn de wijnen van Sauska Borhaz. Hoewel ze gestart zijn in Tokaj, is de familie ook in 2008 een wijnmakerij in Villány begonnen.  De belangrijkste druivensoort is Cabernet Franc en de wijngaard beslaat ongeveer 80ha. De Sauska Cuvée 13 is een blend van Cabernet Franc, Cabernet Sauvignon, Merlot, Kékfrankos en Syrah. Met 14% is de wijn aan de stevige kant. De wijn is helder robijnrood, met een aantrekkelijke kruidenmix in de neus, vooral anijs en witte peper, gevolgd door rijpe zure kers en violet. Knapperig en fruitig in de mond met zwarte bessen-bosbessentonen en wat delicate rokerigheid. Kortom een heerlijke wijn!

Sauska Cuvee 13

Mooi complex stilistisch uit Balaton

Wanneer we vanuit Sopron in het Pannonia naar het zuiden afzakken, komen we uit bij het Balaton meer in het zuidwesten van het land. Hier vinden we vele kleinere appellaties. De Balaton appellaties brengen wijn voort die mooi en complex zijn maar hebben veel verschillen, vooral stilistisch. Maar de verschillen in kwaliteit worden kleiner. Tot het millenium produceerden vooral de noordelijk gelegen appellaties grote (witte) wijnen. Terwijl de zuidelijk gelegen regio’s minder stabiel leken te zijn.  Wijn wordt hier verbouwd sinds de 1e eeuw na Christus en was geïntroduceerd door de Romeinen. En staat tegenwoordig vooral bekend voor haar witte wijnen van lokale druivensoorten. Waarbij Olaszrizling het meest staat aangeplant. Volgens de wijn wetgeving kan men 33.000ha aanplanten (waarvan 22.500 1e klas), echter er staat op het moment slechts 10.500ha aangeplant.

Balaton is mogelijk de meest complexe appellatie van Hongarije. Ondanks de gemeenschappelijke kenmerken blijft iedere regio haar eigen profiel behouden. Het meer heeft vanzelfsprekend een belangrijke invloed. Het reflecteert het zonlicht de wijngaarden in, matigt zowel de extreme hitte in de zomer, als de strenge winters en creëert de juiste vochtigheid. De Bakony heuvels ten noorden van het meer beschermen de wijngaarden tegen de koude invloed. En in het zuiden liggen de Zala en Somogy heuvels. Het klimaat is over het algemeen gematigd continentaal.

Balatonfüred-Csopak

In de noordoost hoek van het Balaton meer ligt Balatonfüred-Csopak. Het feit dat de naam refereert aan het meer, geeft al aan wat haar belang is op de subregio. Deze appellatie heeft het allemaal, van lichte zomerwijnen tot complexe ronde wijnen, deels gebaseerd op de zo kenmerkende roodachtige bodem rondom Csopak.

Balatonfüred ook wel Füred genaamd, ontstond aan het begin van de 19e eeuw als resort. Sindsdien is het wijngaardareaal gekrompen als gevolg de recreanten. Csopak is een historische plaats en werd reeds bewoond voor de Bronstijd. Vondsten suggereren dat de wijnbereiding hier sinds de 2e eeuw plaats vond terwijl de vroegste (kerkelijke) vermelding dateert uit 1082. In 1211 kwamen de wijngaarden in eigendom van de Abdij van Tihany en dit bleef zo enkele eeuwen. Vanzelfsprekend had ook hier de Turkse overheersing haar sporen nagelaten. De volgende hausse kwam in de 18e eeuw. Pas in 1959 maakt Balatonfüred-Csopak zich los van Badacsony en vestigde haar eigen appellatie.

Bodemgesteldheid

De bodem is gevarieerd, veelal kalkhoudend met leisteen, Perm rode zandsteen, kwartaire löss.  De karakteristieke uitgesproken zuurgraad van de Csopak- en Balatonfüred-wijnen weerspiegelt het effect van deze kalkhoudende bodem. Het totale wijngaardoppervlak van het wijndistrict is 6.340 hectare, waarvan 5.792 1e klas. Het werkelijke wijnbouwareaal is momenteel 2.143 hectare, waarvan er momenteel 1.694 productief zijn.

Hoewel in de 19e eeuw hier vooral blauwe druiven waren aangeplant, overheerst nu vooral de witte. Vooral Olaszrizling (maar liefst 616ha aangeplant!), Chardonnay en Müller Thurgau. Olaszrizling uit Csopak is een volle wijn met een frisse groenachtig witte tot groenachtig gele glans en discrete aroma’s. Zowel geur en smaak doet denken aan bittere amandelen. De wijn kent een subtiel zuur met een ronde body dankzij de rijping. Indien het kan, produceert men ook late oogst wijn met ingedroogde bessen. Deze samorodni kan een zeldzame kwaliteit bereiken, heerlijk als aperitief. Het verschil tussen wijnen uit Csopak en Balatonfüred kan vooral gevonden worden in het feit dat Balantonfüred zachter zijn terwijl de eerstgenoemde meer elegant en complex zijn met heldere zuurgraad.

Badacsony

Ten westen van Balatonfüred vinden we Badacsony. De wijnbouwgeschiedenis gaat hier terug naar de Romeinse tijd, aangezien één van de militaire routes langs de voet van de berg Badacsony liep. Deze staat nog steeds bekend als de Romai Utca. Zoals in zoveel wijngebieden, floreerde ook hier de wijn industrie in de Middeleeuwen onder invloed van de kerk. Maar ook was de familie Atyusz zeer invloedrijk. Deze familie bouwde bijvoorbeeld het Almád-klooster in de buurt van Monostorapáti en het Szigliget-kasteel en leverde wijn aan het koninklijk hof. In de 18e en 19e eeuw verwierf de regio dezelfde status als Tokaj Aszú. Terwijl ook de phylloxera plaag hier haar sporen achterliet.

Het macroklimaat is mild en relatief vochtig door het nabijgelegen Balaton meer. De wijngaarden liggen op de vulkanisch hellingen van de berg Basacsony. De deklaag bestaat voroal uit klei en löss. De wijnstokken, gelegen op de zuidelijke hellingen, profiteren optimaal van de licht weerkaatsing van het meer maar ook dat het meer de warmte vasthoudt. En tevens zijn ze beschermd tegen de koude noordenwind. Door deze drie factoren ontstaat er een bijzonder microklimaat.

Wijngaard beheer

Volgens het kadaster is 4.300ha geschikt voor wijnbouw, merendeel 1e klasse wijngaarden. Echter slechts 1.400ha staat aangeplant terwijl slechts 1.150ha echt onder productie is. Hoewel hier een breed scala aan blauwe en witte druivensoorten aanwezig zijn, is de regio het laatste bolwerk van de witte druif Kéknyelü. Hoewel deze is gereduceerd door de strenge vorst in de jaren ’80, vindt er nu een kleine renaissance plaats. Maar er staat slechts 46ha aangeplant. Deze druivensoort vergt meer zorg en aandacht maar resulteert in zeer hoogwaardige wijnen. Doordat ze alleen maar vrouwelijk bloemen heeft is er een andere druif nodig voor de bestuiving, dat is meestal de Budai Zöld. Door het intensieve werk in de wijngaard werd ze door de plaatselijke wijnboeren “de druif van de heren” genoemd. Omdat ze vonden dat alleen rijke heren zich konden veroorloven om deze druif te telen wegens het vele werk en de lage opbrengst.

Een andere soort is de Szürkebárat (grijze monnik). Dit is een versie van de Pinot Gris die volgens een legende door Franse monniken in de 14e eeuw naar Hongarije is gebracht. Wanneer deze staat aangeplant op een warmere locatie, levert het vettige rijke wijnen op. Een andere zeldzame druif is Juhfark (ook bekend als Somló vernoemd naar de Somló heuvel waar de druif vandaan komt). Desondanks is ook hier Olaszrizling wat de klok slaat.

De Kéknyelü levert wijnen op die jong vooral aroma’s van perzik, citrus, groene kruiden met minerale en florale toetsen hebben. Hierdoor is het een heerlijke borrelwijn. Wanneer de wijn rijpt, ontplooien zich rijke aroma’s van rook, nootjes en honing. Het is een zeer gastronomische wijn. En doet het bijzonder goed bij groenten zoals venkel en selder of bij gevogelte, varkensvlees en vis.

Balaton-Felvidék

Badacsony wordt volledig ingekapseld door Balaton-Felvidék en kent slechts 850ha aan wijngaard areaal. Wijnstokken staan geplant op hellingen van kalkstenen valleien ten noorden van het meer. Een verscheidenheid aan bovengronden ligt over calciumrijke rendzina op dolomiet. De regio is gericht op aromatische witte wijn van vooral Olaszrizling, Szürkebarát en Chardonany. Ook vinden we enkele plukjes blauwe druiven van Pinot Noir, Cabernet Sauvignon en Kékfrankos.

De Kelten produceerden al wijn in deze regio, maar de wijnbouw won echt terrein in de Romeinse tijd en is sindsdien voortdurend nagestreefd. De Hongaarse wijnproductie kan ook ongeveer 1000 jaar terug worden getraceerd, omdat deze regio sinds de middeleeuwen een belangrijk wijnproducerend gebied is geweest. Veel van de wijn die tijdens het Árpád-tijdperk aan het koninklijk hof werd geleverd, kwam hier vandaan. De kloosters Almás en Salföld, die ooit aan de rand van het Kál-bekken stonden, produceerden ook wijn voor de verkoop en voor eigen gebruik.

Sub appellaties

De gebieden die deel uitmaken van de huidige wijndistricten Badacsony, Balatonfüred-Csopak en Balaton Felvidék maakten in de vorige eeuw deel uit van het wijngebied Balatonmelléke. Het eens verenigde wijnproducerende gebied werd omgedoopt tot het Badacsony-wijndistrict op basis van de Wine Regions Act van 1893, die leidde tot de opsplitsing. Sindsdien werd het westelijke Balaton Felvidék  gebied in de vroege jaren 1990 in het leven geroepen. Deze naam werd pas in 1999 in de wet vastgelegd en lijkt nu eindelijk permanent te zijn. Het totale productieareaal is 5.200ha echter slechts 640ha staat werkelijk aangeplant.

Er zijn drie subregio’s te vinden; Kali regio met haar basalt en tufsteen, Balatonederics en het Cserzseg met een bodem van dolomiet en mergel. Het zal inmiddels niet verrassen maar ook hier is Olaszrizling dominant. De wijn kent mooie minerale tonen met een aanzienlijke zuurgraad en gemiddeld alcohol percentage. Het zijn langlevende wijnen met een zeer lange afdronk. Door de combinatie van het zuurgehalte en alcohol, zijn de wijnen uitermate geschikt voor houtrijping.

Nagy-Somló

De heuvel van Somló is een vergeten gebied, erg jammer omdat de wijnen uitermate goed zijn. Het zijn wijnen met een onberispelijke structuur, met lange rijping en karakteristiek zout karakter. De regio omvat de heuvels van Ság, Kis-Somló  en Somló zelf. Volgens het kadaster opgave kan productie plaatsvinden op 1.150ha. Echter minder dan 430ha staat aangeplant. Het klimaat wordt beïnvloed door de heuvel en de nabijgelegen Marcal rivier. Een lange zonnige herfst volgt op de gematigde hete zomer. Een van de geheime wapens van de heuvel is het zwarte basaltgesteente dat de hitte van de dag vasthoudt en het terugstraalt als een kachel, waardoor de wijnstokken warm blijven op koudere dagen. De luchtvochtigheid is ook laag dankzij de constante bries, zodat veel telers biologisch kunnen werken. Er zijn inderdaad plannen om de appellatie volledig biologisch te laten verlopen.

Bourgogne in Hongarije

De vergelijking met Corton in de Bourgogne wordt gemaakt, vanwege het vuurstenen karakter op de Somló heuvel, vandaar dat dit een aparte subregio is – de Somló BOB. Zowel Corton als Somló liggen op een hoogte variërend tussen 150 en 300m. En beiden hebben een diameter van driekwart mijl.  Tevens delen ze de breedte graad; 47.04 noorderbreedte voor Corton en 47.08 noorderbreedte voor Somló. Echter de geologie is zeer verschillend. Somló is een uitgedoofde vulkaan met basaltrijke en zandbodems, terwijl de wijnstokken van Corton groeien in kalkhoudende klei. Geologisch gezien heeft Somló meer gemeen met de vulkanische regio’s van Rangen in het zuiden van de Elzas, of etna op Sicilië.

Er zijn kleine verschillen tussen de bodems aan elke kant: het oosten is bedekt met meer door de wind geblazen löss, waardoor lichtere wijnen worden opgeleverd. Terwijl het zuiden en westen meer klassieke, donkere, warmtevasthoudende bodems hebben die zeer rijpe druiven opleveren. Het westen is steniger, waardoor de wijnen meer mineraliteit hebben. Somló wordt gedomineerd door witte variëteiten met slechts ongeveer zeven hectare rode druiven. De Somlói is een blend van Juhfark, Olaszrizling and Furmint. Maar nu brengt de regio toch vooral single variety wijnen voort.

Somlói Harslevelü

Deze Somlói is mooi complex en stilistisch uit Balaton

De wijngaarden van Fekete liggen op de zuidelijke helling van Somló van een oude formatie met vulkanisch gesteente. De wijngaard staat voor een kleine 40% aangeplant met Harslevelü. Deze druif brengt een zeer uitgesproken wijn voort. De druiven zijn hand geplukt en gisting vindt spontaan plaats in 1000lt vaten van Hongaars eikenhout. Waarna de wijn ook nog enkele maanden rijpt in zowel deze Hongaarse eikenvaten als in RVS tanks.

Het resultaat is verbluffend. Het toont de karakteristieke eigenschappen van de druif met haar florale karakter en honingachtige aroma’s. De kruidigheid en het aangename minerale karakter maken de wijn compleet. De wijn heeft een geweldige structuur met gelijktijdige zachtheid en eigenaardige lichtheid. Deze wijn uit Balaton is levend, mooi, delicaat, zeer complex en stilistisch. Deze wijn is heerlijk bij vis, gerijpte kazen of salades.

Zala

Ooit waren de wijnen uit Zala net zo beroemd als Balaton Felvidék. Het is echter een koeler klimaat door de nabijgelegen Oostenrijkse Alpen, waardoor de zuurgraad stijgt, maar heeft tevens rijkere aroma’s. De wijngaarden zijn wijdverspreid en klein van omvang waardoor de wijnen genuanceerd, rijk en delicaat zijn. Ook hier zijn er drie subzones,  Csáfordi, Szentgyörgyvári en Mura-rural. De totale oppervlakte bedraagt 6079 ha, waarvan 4107 ha eersteklas. Ongeveer een derde van het beschikbare areaal, 639 ha, is beplant met wijnstokken. De bodemgesteldheid is vooral bruine bosgrond en lössleem. Ook hier is het een witte wijngebied, waarbij Olaszrizling de belangrijkste aanplant geniet. Maar ook Riesling, Müller Thurgau, Grüner Veltliner en Chardonnay staan veel aangeplant. Na de phylloxeraplaag leek de wijnbouwcultuur te verdwijnen en vervangen door een meer commerciële aanpak.

Balaton-Boglár

Zuidelijk van het Balaton meer vinden we Balaton-Boglár. Dit wordt ook wel het Zuide-Balaton wijngebied genoemd, is het enige wijngebied in de provincie Somogy. Ongeveer tweederde van het gebied is wit, de rest is blauw. Ook is dit de regio waar mousserende wijn vandaan komt. Van de totale oppervlakte van maar liefst 10.000ha is 8.150ha aangemerkt als eerste klasse. Echter slechts 3.150ha staat aangeplant en dat terwijl er 2.800 boeren werkzaam zijn.

De geschiedenis van Balaton-Boglár is mogelijk de dunste van de regio’s hier. Vroege verslagen maken melding dat er weinig onderscheid was tussen de de noordelijke en zuidelijke regio’s van het Balanton meer. De regio produceert ook een reeks rijpe, fruitige rode wijnen, meestal van Gamay, Pinot Noir, Merlot en Syrah druiven. Droge witte wijnen uit Balatonboglar zijn waarschijnlijk gebaseerd op Riesling, Sauvignon Blanc, Pinot Gris en Muscat Blanc, die ook populair zijn aan de westkant van het meer.

Interessant in Noord Transdanubia

We hebben de vorige keer kennis mogen maken met Tokaj en Opper Hongarije. We kijken nu in het noordwesten en komen terecht in Noord Transdanubia. Hoewel deze regio niet direct meer gerelateerd wordt aan wijnbouw, kent het toch een rijke geschiedenis. Door de eeuwen heen liepen belangrijke handelsroutes door deze regio naar het westen. En tevens vinden we hier de loop van de belangrijkste de rivier, de Donau. Welkom in interessant Noord Transdanubia.

Wijn en wijnstokken maken hier al sinds de Romeinse tijd deel uit van de cultuur. De wijnregio kenmerkt zich door haar koele klimaat en verscheidenheid aan levendige wijnen met hoge zuurgraad. Zoals je van het klimaat reeds kan verwachten, overheersen hier witte boven de rode druivensoorten. De klimaatveranderingen laat ook hier hun spoor na. De wijnen zijn in de loop der tijd voller en alcoholischer geworden. Dankzij de zuurgraad, vinden we hier wijnen die goede rijpingspotentieel hebben.

Interessant in Noord Transdanubia

De wijngebieden strekken zich uit langs bergen, heuvels en hellingen op een hoogte variërend van 150 tot 400m boven zeespiegel. Het strekt zich uit over 5.500ha van de westelijke grens tot aan Budapest. Door de uitgestrektheid zijn er vele verschillende druivenrassen te vinden, van Chardonnay tot Kékfrancos.

Hoofdstedelijk Etyek-Buda

Op wijn gebied onderscheid Budapest zich van vele andere hoofdsteden. Er zijn maar weinig hoofdsteden waar druiven en wijn eeuwenlang een belangrijke rol spelen. Nog niet zo lang geleden stonden op de Gellért heuvel en de Tabán druivenstokken geplant. Helaas zijn de wijngaarden inmiddels uit de stad verdwenen.

Reeds ten tijde van de Arpad-dynastie stond Budapest al bekend voor haar wijn industrie (9e tot en met 14e eeuw). De stad Etyek, die de regio ook haar naam heeft gegeven, trok de aandacht. Het stond bekend als de wijngaard van Boeda of zelfs als de Hongaarse Champagne! In 1899 was de regio de belangrijkste leverancier van mousserende wijnen van het Oostenrijks-Hongaarse monarchie met maar liefst 1 miljoen flessen per jaar.

Het huidige wijngaard arsenaal van deze regio in Noord Transdanubia beslaat ongeveer 1.650ha en omvat 1e en 2e klasse wijngaarden met wijnen die interessant in speciaal te noemen zijn. De bodem typeert zich door het hoge kalkgehalte en vooral leemgrond. Het klimaat is koel te noemen met gemiddelde jaar temperatuur van 9.5-10.5C. Dankzij een zachte wind ontstaat hier een optimale groeiomstandigheid voor de druiventeelt met weinig risico op schimmel- en vorstschade. Het klimaat wordt zeer beïnvloed door de zuidelijke vlaktes, het Balaton meer in het westen en de bergwinden van de Karpaten in het noorden.

De regio is bovenal een witte wijn regio. Vooral Chardonnay staat hier aangeplant, maar ook Irsai Olivér, Pinot Gris (Szürkebarät), Sauvignon Blanc, Olaszrizling en anderen. Ook vind je een “verdwaalde” Pinot Noir waarvan zo’n 117ha staat aangeplant voor zowel rode wijn als mousserende wijn. De oudste druivenvariëteit die we hier vinden is Schlamper, welke van Duitse oorsprong is, echter niet geschikt is voor kwaliteitswijn.

Etyeki Kúria Pinot Noir

Een mooie wijn is de Pinot Noir van wijnhuis Etyeki Kúria. Dit is een wijn met de intense aroma’s van kersen en zwarte bessen. Met een vleugje kruidigheid en een lichte bittere chocolade toets. In de mond bespeur je naast deze aroma’s ook lichte vanille door de houtrijping. Een heerlijk evenwichtige wijn met een aangename afdronk. Deze wijn is geweldig bij een eendgerecht of zachte kaas als camembert.

Koel Ászar-Neszmély

Iets naar het noorden ligt Ászár-Neszmély. De twee gebieden zijn in 1997 samengevoegd tot één, vernoemd naar de steden aan elk van de uiteinden van de regio. Vooral Eszterházy Csákvár heeft zich internationaal op de kaart gezet met wijnen van Cserszegi Füszeres, Irsai Oliver en Grüner Veltliner. Ook andere internationale druivenvariëteiten vinden we hier terug. De wijngaarden liggen vooral aan de rechteroever van de Donau op de zuidoostelijke hellingen van de Gerecse heuvels. De kleine 1.000ha bestaan vooral uit 1e klasse wijngaarden waarvan ruim 90% staat aangeplant met witte druivensoorten. Het gebied kenmerkt zich door de rijke mergel en klei grond. Het koele klimaat kent een hoge luchtvochtigheid, waardoor risico’s als schimmel op de loer liggen.

Hoewel Olaszrizling en Riesling de traditionele druiven waren, ligt de focus nu meer op Chardonnay, Pinot Gris (Szürkebarát), Sauvignon Blanc en anderen. Er is een verwaarloosbare hoeveelheid rode druiven aanwezig, vooral van Merlot en Pinot Noir. De wijnen zijn overwegend jong zodat u haar fruitige, frisse aroma’s met levendige zuren kan waarderen.

Oudste wijnproducerende Pannonhalma

Pannonhalma, is het oudste wijn producerende regio van Hongarije. Terwijl historisch gezien blauwe druiven domineerden, is het nu een uitstekende plaats voor aromatische en volle witte wijnen, mede dankzij de mineraalrijke bodem.

De Romeinen cultiveerden ook wijnstokken in de regio, maar na de verovering in 996 gaven de eerste benedictijnen die zich op de Sint-Maartensheuvel vestigden (Szent Márton hegy) een echte impuls aan de wijnbouw. Gedurende de hele geschiedenis is wijnbouw altijd van belang geweest. In de 2e helft van de 19e eeuw, voor de phylloxera uitbraak, telden het gebied 2.000ha aan wijngaarden. Tegen de Eerste Wereldoorlog kromp dit naar 1.000ha en nu is het ongeveer slechts 600ha. En dat terwijl volgens de wetgeving 3.950ha is toegewezen, waarvan 3.236ha als eerst klasse.

Het gesteente van de Sokoróalja-heuvels bestaat uit meerzand en klei met grind en (fijn) zand. Löss en bruine grond vormen de bovenlaag. Dit levert een rijke bodemstructuur op. De regio kent een gematigd landklimaat en is relatief winderig. Tegenwoordig staan hier vooral Chardonnay, Olaszrizling, Traminer, Sauvignon Blanc en anderen aangeplant. Hoewel het koele klimaat de teelt van Kékfrankos, Merlot en Cabernet Franc bevordert vanwege hun hoge zuurgraad, staan deze maar mondjesmaat aangeplant. De wijnen zijn zowel als jonge frisse zomerwijn te vinden als vol met uitgesproken zuurgraad, waardoor deze laatste ook goed kan rijpen.

Pannonhalmi Apatsagi Pinceszet Tricollis

Pannonhalmi Apatsagi

De Pannonhalmi Apatsagi Pinceszet Tricollis is een mooie witte blend van Olaszrizling (40%), Riesling (35%), Gewürztraminer (15%) en 105 Pinot Blanc en levert een intense fruitige wijn op. U ontdekt aroma’s als appel, peer en citrus omkadert door een volle structuur. Heerlijk bij garnalen of visgerechten met een lichte saus.

Levendige uitgebalanceerde wijnen uit Sopron

In de uiterste noordwestelijke hoek vinden we Sopron, van drie kanten omringd door Oostenrijk en nabij de Neusiedlersee. Je ziet daarom veel overeenkomsten met het Oostenrijkse wijngebied Burgenland. Na de Tweede Wereldoorlog werd Sopronland ook opgedeeld in een Oostenrijks deel (Burgenland) en Hongaars deel. Dit gebied, in tegenstelling tot de andere in Noord Transdanubia, richt zich vooral op wijnen van rode druivenrassen.  Het stokpaardje Kékfrankos (Blaufränkisch) is de belangrijkste, gevolgd door de Bordeaux rassen en Pinot Noir. Het heeft niet de internationale faam als Tokaj of Villány, maar er wordt wel volop geëxporteerd naar Europa en de Verenigde Staten.

Hoewel de regio een continentaal klimaat kent, zijn de winters minder streng en de ergste hitte wordt gereduceerd dankzij het nabijgelegen Neusiedlersee, lokaal ook bekend als Fertömeer. Het ligt op de uitlopers van de Alpen en aan de zuidelijke en westelijke oevers van het Neusiedlersee. De druiven kunnen beter en gestaag rijpen waardoor deze haar complexe aromatische complexiteit verkrijgt. Desondanks kan het klimaat worden omschreven als koel en regenachtig in vergelijking met de rest van het land. De oppervlakte van het wijndistrict is 4.290ha waarvan 3.250ha is geclassificeerd als 1e klasse. Echter er staat slechts 1.550ha aangeplant. De bodem is veelzijdig gevormd in het Palaeozoicum bedekt met grind, leem, kalksteen, löss en bosbodem. Dit levert zeer interessante complexe en rijke wijnen op die gedragen worden door een goede zuurgraad.

Weninger Kékfrankos Balf

Neem deze Kékfrankos Balf van het wijnhuis Weninger. In de neus stuivend met fruitige en kruidige aroma’s. Terwijl in de mond de complexe aroma’s van pruimenjam, rijp rood en zwart fruit. De wijn kent mooie gestructureerde tannine en een zeer prettige zuurgraad wat resulteert in een lange afdronk.  Heerlijk bij wild en vlees gerechten, maar ook stoofpot zoals goulash en kruidige half-harde kaassoorten.

Kekfrankos Balf

Mór

Hoewel Mór ooit een aanzienlijke diversiteit had op het gebied van wijnstijlen, is het nu vooral de witte druivensoort Ezerjó dat bekendheid geniet. Daarnaast staat hier ook de internationale druiven als Chardonnay, Sauvignon Blanc, Rizlingszilváni (Müller Thurgau)  en Riesling aangeplant. De Mór vallei ligt 60km ten westen van Budapest en kent kenmerkende buttes (geïsoleerde heuvels met steile wanden), lange richels en zacht glooiende uitlopers.  Het is overwegend koel doordat de noordwesten wind koele lucht tussen de bergketens Vértes en Bakony naar beneden komt. Bodems zijn een mix van bruine bosbodems over löss gesteente, löss gemengd met kalksteen en zand, en rendzina bodem over dolomiet en kalksteen gesteenten. Rendzina is een grijze bodem die rijk is aan hummus en calcium. De huidige oppervlakte van de wijnregio is 544ha en is daarmee een kleine regio.

Mór-wijnen worden meestal gekenmerkt door frisheid en bloemige aroma’s. Kalkhoudende mineraalachtige tonen komen veel voor. Samen met een relatief hoge zuurgraad resulteert dit soms in scherpe wijnen. Om deze redenen is het noodzakelijk dat druiven volledig rijpen en de opbrengst te beperken voor het behoud van de aroma’s. Rijping op eiken out is gunstig voor de wijnen, omdat dit in meer karaktervolle wijnen resulteert. De kans is aanwezig dat in de toekomst ook druiven als Pinot Noir aangeplant worden voor de productie van mousserende wijnen.

Prachtig Tokaj en krachtig Stierenbloedwijn

Nadat we twee weken geleden Hongarije hebben geïntroduceerd gaan we de regio’s nu verder verdiepen. We beginnen in het noordoosten van Hongarije waar we naast de wijnen uit prachtig Tokaj, ook de krachtig en volle Stierenbloedwijn vinden. Deze week gaan we ons verder verdiepen in deze subgregio’s.

Prachtig Tokaj

De eerste wijnen waar menig wijnliefhebber aan denkt wanneer Tokaj wordt gezegd, zal ongetwijfeld de prachtig zoete dessertwijnen uit Tokaj zijn. Dankzij deze nectarachtige wijn gebotrytiseerde wijn is Tokaj lang het meeste gerespecteerde wijngebied van Hongarije geweest. Leuk feitje is dat zelfs in het Hongaarse volkslied men refereert aan deze wijnstreek; “Tokaj szolovesszein nektárt csepegtettél” (in de wijngaarden van Tokaj druppelde je zoete nectar). De regio ligt in het noordoosten tegen Slowakije aan. Ooit maakte het Slowaakse Tokaj deel uit van deze regio. Tokaj beslaat ongeveer 30 dorpen en heeft ongeveer dezelfde omvang als de Côte d’Or in Bourgondië. De belangrijkste centra voor de wijnhandel zijn de steden Mad, Tarcal en Tokaj zelf. Het gebied dat geschikt is voor wijnbouw in het wijngebied is 11.149 hectare, maar er is momenteel slechts 5.803 hectare onder wijnstokken.

Tokaj is ’s werelds tweede oudste wijnregio, die met koninklijk besluit in 1757 werd bevestigd. De eerste is Chianti in 1716. Maar de eerste aanwijzing van wijnbouw dateert reeds uit de 12e eeuw, maar er zijn aanwijzingen van eerdere activiteiten. Daar waar vroeger ook rode druivensoorten aangeplant waren, zijn nu alleen witte druivenvariëteiten toegestaan.

Prachtig Tokaj

Klimaat en geologie

Tokaj kent een continentaal klimaat met hete zomers en koude winters. Het wordt beschermd door het Karpatengebergte dat in een halve maan vorm om het gebied heen ligt. De vele zonneschijn in combinatie met mistvorming in de herfst vormen ideale omstandigheden voor de vorming van botrytis. De bodem is bijzonder divers. Op de hoger gelegen wijngaarden vinden we vulkanisch klei, terwijl de lager gelegen hellingen vooral bedekt zijn met löss. Dichterbij de oevers van de Bodrog heersen zanderige bodems. De regio omvat ongeveer 5.720ha aan wijnbouwgebied. Overigens is Tokaj in 2002 tot Werelderfgoed benoemd. Documentatie bewijst dat de wijnteelt hier terug gaat naar 1561 en nog steeds (deels) op dezelfde authentieke wijze plaatsvindt. Hiermee is Tokaj aszu ’s werelds oudste gebotrytiseerde wijn!

Een ander uniek gegeven is dat in de periode 1400 tot 1600 na Christus een uitgebreid systeem van kelders is uitgehouwen uit massief gesteente. Ze zorgen voor een constante temperatuur van 10-12C. De kelders zijn bedekt met de kenmerkende schimmel die zich voedt met alcohol die tijdens het rijpen verdampt.

Dr druivensoorten voor Tokaj zijn Furmint, Hárslevelú, Sárga Muskotály (Muscat Blanc) en Kabar. Furmint is de dominante druivensoort, deze levert de hoge zuurgraad en suiker niveau die zo belangrijk zijn voor de lange bewaarpotentieel en het kruidenachtige aromaprofiel. Met het aroma profiel onderscheid deze wijn zich van de andere dessertwijnen.

Hoe wordt Tokaj gemaakt?

De aszú (gebotrytiseerde) wijn is dus gemaakt van de druiven die geïnfecteerd zijn met de botrytis schimmel. Deze schimmel droogt de druif uit waardoor de suikers concentreren.

Puttony

De zoetheid van de wijn wordt uitgedrukt in “puttonyos”. Een puttonyo is een grote mand die men gebruikt voor de oogst. De traditionele wijze om de zoetheid van de wijn te meten wordt berekend door het aantal manden dat toegevoegd wordt aan een vat van 136lt basiswijn.

Tegenwoordig meet men dit meer precies. De dessertwijn begint bij 3 puttonyos wat ook op de fles vermeld staat en omvat 25gr/lt restsuiker. Elke extra puttonyos voegt 5gr/lt restsuiker toe. Deze schaal gaat tot 6 puttonoys. Daarna komt nog de Aszu Aszencia. Dit is een zeer zeldzame aszu wijn in de allerzoetste stijl. Met maar liefst 800gr/lt restsuiker is ze zeer laag in alcohol (5%). Het is onverdunde nauwelijks gefermenteerde druivensap van gebotrytiseerde bessen. Dit is dan ook wijn dat meer dan 200 jaar kan rijpen.

Vanzelfsprekend zijn niet alle bessen geïnfecteerd, dus is er ook een niet-zoete Tokaj wijn. Dit is de Szamorodni, wat letterlijk “zoals het werd geteeld” betekent. Deze wijn is echter pas sinds het nieuwe millennium in beeld gekomen. Het zijn vaak raszuivere wijnen zoals Tokaj Furmint, Tokaj Hárslevelu of Tokaj Zeta (Oremus). Binnen deze stijl zijn er droge (száraz) tot zoete (édes) varianten beschikbaar. Om een vergelijking met de aszu wijnen te trekken. De édes kan je vergelijken met 2 tot 3 puttonyos. Doordat deze wijnen vaak geoxideerd rijpen, krijgen ze vaak een sherry-achtig karakter.

Opper Hongarije

Tussen Budapest en Tokaj ligt het district Opper Hongarije. Dit bestaat uit drie belangrijke regio’s Mátra, Bükk en Eger. De wijngaarden staan aangeplant op de hellingen van Bükk en Mátra, wat de hoogste bergen van Hongarije zijn, en bestrijken 13.000ha. Wat deze regio uniek maakt is dat de wijngaarden meestal op een hoogte tussen 200 en 300m liggen, terwijl aan de kant van Nagy-Eged heuvel deze op 500m hoogte liggen. Ook hier ondervinden de wijngaarden bescherming van de Noordelijke Centrale bergen.

Opper Hongarije met Stierenbloedwijn

Bükk

 Ten zuidwesten van Tokaj vinden we Bükk. Hier vind je vooral knisperend frisse en fruitige rode en witte wijnen. De belangrijkste druivensoorten zijn Kékfrancos (Blaufränkisch), Leányka, Olaszrizling (Welschriesling), Zweigelt, Chardonnay en lokale Cserszegi Fuszeres en Zenit. Vooral de experimenten met Zenit zijn veelbelovend! Het is niet verwonderlijke dat de Oostenrijkse druivenrassen zeer populair zijn, gelet op de innige historische band die de twee landen hebben gehad.

Het totale productiegebied omvat ongeveer 17.600ha en is onderverdeeld in twee klassen; Klassiek Bükk en Terroir Bükk. Voor de klassieke variant moeten de druiven uit de Bükk regio afkomstig te zijn. Chaptilisatie is niet toegestaan en het gebruik van houten chips is verboden. Het alcoholpercentage dient tussen de 11.5% en 14% te liggen na een rijpingsperiode van 6 maanden. De terroir gedreven wijn is afkomstig van druiven van Eerste Klasse wijngaarden waar deze handmatig geselecteerd moeten worden. Wijngaard beheer behoort biologisch te zijn. De wijn moet 6 maanden te rijpen op vat om vervolgens nog 6 maanden te rijpen op fles.

Het klimaat in Bükk wordt vooral bepaald door het Bükk-gebergte in het noorden dat de bescherming biedt. Echter de winters kunnen toch erg koud zijn. De lente heeft de neiging om pas laat haar intrede te doen, terwijl de eerste vorst zich vaak al in oktober meldt. Dit maakt het seizoen dus erg kort.

De geschiedenis van wijnbouw gaat terug naar een publicatie uit 1313. In de 18e eeuw bloeide de wijnproductie en de wijnhandel, mede onder invloed van Tokaj. Terwijl in de 20e eeuw Bükk vaak in de schaduw van Eger heeft gestaan. Maar eigenlijk is dit allemaal zeer onterecht. Bükk produceert zelf ook heel prettige wijnen.

Een Chardonnay uit Bükk kenmerkt zich kruidige wijnen met aroma’s van appel, rijpe peer en perzik. Aangenaam zacht romig met een prettige lange afdronk. Vooral lekker als aperitief of bij een romig vegetarisch gerecht. Maar vooral de rode wijnen zijn buitengewoon lekker. Neem bijvoorbeeld Medea van Sandor Zsolt. Deze biologische wijn die 14 maanden houtrijping geniet is een kruidenbom die gedomineerd is door zwarte bessen, kruidnagel en kaneel. Aanbevolen bij stevige gerechten als een stoofpotje. Helaas genoeg worden de meeste wijnen lokaal geconsumeerd en zijn dus internationaal lastig verkrijgbaar.

Matra

Het dichtst bij Budapest vinden we Mátra wat gelegen is tegen de lager liggende uitlopers van het Mátra gebergte. Hier produceert men aromatische witte wijnen, en in beperkte volume, mooi gestructureerde rode wijnen. Een hele reeks witte aromatische druivensoorten zijn toegestaan zoals Olaszriesling (Welschriesling), Müller-Thurgau en Muscat Ottonel. Maar ook Kékfrancos (Blaufränkisch), Cabernet Sauvignon en Zweigelt.

Hoewel het productiegebied 32.500ha omvat, waarvan 24.200ha als Eerste Klasse is aangemerkt, is slechts 6.000ha aangeplant. Deze beperkte aanplanting is gelegen op vulkanisch gesteente, op naar het zuiden gelegen hellingen. Eigenlijk vond er een grote omslag plaats na de phylloxera-plaag. Daarvoor stond er vooral de rode Kadarka aangeplant. Maar na de plaag kwamen vooral witte druivensoorten terug.

De bodem is significant anders, bosgronden, arm aan kalk en humusrijk. Dit maakt de wijnen zo mooi complex in combinatie met de rijke aromatische druivensoorten die aangeplant staan.

Serveer de kruidige witte, ronde wijn bij gevogelte of lamsvlees gerechten.

Eger

Wanneer Tokaji de meest onevenaarde wijn van Hongarije is, dan is Eger Bikavér wel de beroemdste rode wijn van het land. Deze stijl, wat een complexe blend van verschillende druiven met een donkere schil is, werd voor het eerst gemaakt eind 19e eeuw in Szekszard. De doorbraak kwam in de jaren 70 toen het staatsbedrijf Egervin de stijl monopoliseerde en internationaal op de kaart zette. Deze blend kent maar liefst negen druivenvariëteiten, te weten Kadarka, Kékfrankos, Zweigelt, Blauburger, Kekmedoc, Cabernet Franc, Cabernet Sauvignon, Merlot en Pinot Noir. Geen van deze variëteiten mag meer dan 50% bedragen, maar Kadarka en Kékfrankos nemen samen wel vaak een groot deel van de blend voor hun rekening. Een goede Bikavér is diep paars-karmozijnrood van kleur met zachte tannine een gemiddelde body met aangename zuurgraad en kruidige primaire aroma’s.

Ook vind je beperkte hoeveelheid witte wijn van vooral Olaszrizling (Welschriesling), Leanyka en Hárslevelyu. Maar deze benaderen de Bikavér geenszins. Het productiegebied omvat maar liefst 22.000ha waarvan 18.300ha tot de eerste klasse behoort. Echter de totale aanplant is slechts 5.700ha.

Eger heeft een redelijke bescherming van het Bükk gebergte in het noordoosten en de uitlopers van de Mátra in het westen. Daarom hebben de koude winden van het Karpatengebergte weinig invloed. Hoewel de zomers zeer heet kunnen zijn (ook wel boven de 40C), compenseert de barre winters de gemiddelde temperatuur. Hierdoor is de regio één van de koelste van Hongarije met een gemiddelde temperatuur 10C. De regio ligt op dezelfde breedtegraad als het bekende Oostenrijkse Neusiedlersee. Ook in deze regio vinden we de Kékfrankos en Bordeaux-variëteiten hetgeen natuurlijk geen toeval is. Geniet van deze wijn naast een rijk (wild) vleesgerecht, gevogelte in (licht) pikante saus) of stoofvlees.

De wijnlegende van Bikavér

De geschiedenis van Eger gaat terug tot in de 10e eeuw. Koning Stefanus I stichtte de stad en bisdom in Eger. Dit ondersteunde de verdere ontwikkeling van wijnbouw. Vervolgens branchten de Waalse kolonisten in de 11e eeuw de Franse wijnkennis. De beroemdste wijngaard, Eged-hegy, is vernoemd naar St Egyed. Eén van de patroonheiligen van een benedictijns abdij in Frankrijk.

Echter in de 16e eeuw vielen de Turken het land binnen. Toen de Turkse troepen de stad Eger belegerden, stuitten ze op een heftige weerstand. Hierdoor dachten de Turken dat de inwoners zich versterkt hadden door het drinken van het bloed van de stieren (bikavér). En zo ontstond de bijnaam voor de wijn Bikavér of wel “Stierenbloed”. Ondanks de alcohol onthouding van de Turken, werd de wijnproductie niet stopgezet omdat de belasting op wijn een goede inkomstenbron vormde.

Ben je nu ook nieuwsgierig geworden naar deze prachtig zoete wijn uit Tokaj of de krachtig en volle Stierenbloedwijn? Kijk dan ook eens op www.tokajwijnen.nl of neem even contact met ons op.