We sluiten de serie over Hongarije af met de regio over de meest bezongen rivier de Donau ofwel Danube regio. De regio is in 2006 in het leven geroepen ter vervanging van de wijngebieden die de Great Hungarian Plain vormden. Deze werd niet altijd met kwaliteitswijn geassocieerd. En de naamswijziging gaf de wijnproducenten die kwaliteit nastreefden nieuwe mogelijkheden. Dat is inmiddels wel te merken, de wijnen zijn beduidend beter geworden maar kunnen zich (nog) niet meten met de gevestigde namen. Echter we kunnen toch wel parels vinden in de Danube regio die overwegend toch wel gericht is op massaproductie.
Dit is de grootste wijnregio van het land en beslaat ongeveer 25% van de Hongaarse wijngaard arsenaal. Tevens, afhankelijk van het wijnjaar, brengt deze regio 33% van de Hongaarse druivenoogst op. De Great Hungarian Plain ofwel Alföld is een gebied van 52.000km2 en beslaat daarmee ook een groot oppervlakte van de Pannonian Plain. Om verwarring te voorkomen, de Great Hungarian Plain was geen onderdeel van de Romeinse provincie Pannonia – zie ook het artikel over Transdanubia. Het gebied kenmerkt zich door haar glooiende en rollende heuvels, maar kent soms extreme weersomstandigheden.
Klimaat
Gedurende de zomer kan extreme hitte en brandende zon schade aanrichten, terwijl in het vroege voorjaar en late najaar vorst condities op kunnen treden. Resultaat is redelijke wijnen die vooral zijn voortgekomen uit massa productie. Echter, zoals vermeld, tot 2006 toen de regio om werd gevormd naar Danube wijn regio. We vinden tegenwoordig plezierige goede wijnen afkomstig van vooral alluviale bodems waar kalkzandsteen overheerst. Alleen de zuidelijk gelegen Hagós Baja en Csongrád is kleurrijker vanwege het rijkere mineraalgehalte in de bodem. Wijnen die afkomstig zijn van deze alluviale bodems zijn veelal lichte, fruitige en makkelijk drinkbare (tafel-) wijnen.
De meest voorkomende druivenvariëteiten zijn de lokale witte druiven Cserszegi Fűszeres en Ezerjó, maar Müller-Thurgau en de rode Kadarka vinden we terug.
Groots en wijds Kunság
Wanneer men het volledige areaal zou benutten, zou Kunság mogelijk het grootste aan een gesloten wijngebied van Europa kunnen zijn, met ongeveer 103.000ha oppervlakte. Maar slechts 20.500ha staat aangeplant. Kunság is in 1990 verzelfstandigt uit de Great Hungarian Plain en stond voorheen bekend onder de naam Kiskunság. Detail is dat de wijnregio Kunság niet de hele Kunság omvat, alleen het deel dat historisch bekend stond onder de naam Kiskunság. Daarom is de naam dus een beetje misleidend. We vinden hier alle drie de kleurvariaties terug maar het is vooral de thuisbasis van mousserende basiswijnen.
Geschiedenis
Documentatie omtrent wijnbereiding gaat terug naar de 11e eeuw en ging door tot in de Middeleeuwen. Het is helaas niet bekend of het kwalitatief goede wijnen waren. Het was vooral voor eigen consumptie en een klein deel export (vooral Duitsland en Oostenrijk). In 1779 vaardigde koningin Maria Theresia een decreet uit waarin werd aangedrongen op het planten van wijnstokken in de Great Plains om het stuifzand te helpen binden. De wijnbouw ging onverminderd door eind 18e eeuw, mede omdat de phylloxera-plaag geen invloed had vanwege de zandgronden. Terwijl ruim 90% van de wijngaarden in de heuvels van Hongarije vernietigd werden. Dit gaf natuurlijk een belangrijk (financieel) impuls in de regio. Vanaf 1970 kwam de focus te liggen op het aanplanten van kwaliteitsrassen en variëteiten voor mousserende wijn.
In de tweede helft van de 20e eeuw werd Alföld Nemes Kadarka (Edele Kadarka van de Grote Vlakte) geproduceerd. Het was een medium droge rode en laat geoogste wijn in kleine oplagen die populair was in zijn tijd. Het zuurgehalte van de Alföld Kadarka is relatief laag; het heeft echter meestal een hoger alcoholgehalte dan de meeste andere zwarte druiven. De lage tannine maakten het zeer toegankelijk voor de consument.
Klimaat
Het klimaat is continentaal met extreem weinig neerslag. Door de eerder genoemde risico’s in combinatie met de weinige neerslag is dit de minst betrouwbare regio als het gaat om opbrengstzekerheid van alle Hongaarse wijngebieden. De aanplant is zowel wit als blauwe druiven, veelal lokale rassen. De wijn is veelal massa productie en blends van verschillende druivensoorten. Het zijn lichte zachte wijnen met weinig complexiteit en uitermate geschikt als tafelwijn. Echter wanneer opbrengst in de wijngaard vermindert wordt, kunnen er ook kwalitatief betere wijnen ontstaan.
Het grootste kelderdorp in Hajós Baja
Deze regio heeft haar naam te danken aan de dorpen Hajós en Baja die hun eigen unieke cultuur kennen. Hajós kan zelfs beschouwd worden als een zeldzaamheid in het Karpatenbekken. Over parels gesproken in de massaproductie regio van de Danube. Vanzelfsprekend kent deze regio een gedeelde geschiedenis met de Great Hungarian Plain. Echter hier sloeg de phylloxera ongenadig hard toe en vernietigde de wijnbouw nagenoeg volledig. Pas in de jaren 60 van de 20e eeuw werd nieuw leven ingeblazen in de wijncultuur. Wijntoeristen zullen zeker waarderen dat het grootste kelderdorp van Europa zich in Hajós bevindt. Historisch was Hajós ook van groot belang, gelet op de ligging aan de oevers van de Donau. Hierdoor speelde ze een belangrijke rol in de handel over de Donau.
Hajós Baja ligt in het zuidwesten langs de Donau en de Slowaakse grens, op de westelijke hellingen van de Bácksa-lössrug. Aan de overkant van de Donau vinden we Szekszard. Het vormt een overgang naar de zandrijke Kunság regio. Het productiegebied is 14.800ha maar slechts 1.600ha staat aangeplant. De bodem is gevormd op een laag van löss en zandlöss met een hoger leemgehalte dan in Kunság. Dit is dan ook de kracht achter de kwaliteitswijnen die we hier vinden. Witte druiven aanplant overheerst met Cserszegi Fűszeres, gevolgd door Chardonnay, Riesling (Rajnai Rizling), Olivér Irsai en Olaszrizling. De belangrijkste blauwe variëteiten zijn Kékfrankos, Cabernet Sauvignon, Zweigelt, Oporto en Cabernet Franc. Maar de oudste druivensoort is Kadarka.
Wijn maken
De wijnen zijn overwegend zacht van karakter met een lagere zuurgraad. De witte en rosé wijnen worden gemaakt met een reductieve methode om hun fruit te benadrukken. Terwijl de rode wijnen diep van kleur zijn met aroma’s die beïnvloed zijn door houtrijping. De semi-mousserende wijnen die hier geproduceerd worden zijn overwegend gemaakt met koolzuurinjectie van Cserszegi Füszeres en Olivér Irsai druiven. Het zijn frisse aromatische wijnen. De mousserende wijnen volgens méthode traditionelle zijn wijnen met citrus en rijpere steenvruchten aroma’s. Door het hogere kalkgehalte, hebben de wijnen een aangename zuurgraad. Door de kleinschaligheid is dit echt ambachtelijk werk waarbij de flessen handmatig worden gedraaid.
Sziegl Pince Kadarka
De Sziegl familie heeft een mooie wijngaard die meer dan 80 jaar oud is, in het zuiden van Hajós Baja en brengt de wijn op de markt onder de naam Sziegl Pince (wat “kelder” betekent). Ze zijn in 2012 gestart maar produceren echt heel interessante wijnen. Deze wijn van de Herreberg wijngaard is 100% Kadarka. De druiven worden in 2 rondes geplukt om vervolgens gedurende 7 dagen te weken. Deels via maceration carbonique en deels als gehele tros. Na het persen vergist 85% van de wijn in Hongaars eiken vaten en 15% in RVS.
Deze heerlijke Kadarka wijn geeft aroma’s van delicaat rood fruit, met mineraalachtige diepgang en verfrissende zuurgraad. Schenk deze wijn licht verkoelend naast goulash of een andere paprika-gerecht.
Csongrád
In het zuidoosten van de regio op de rechteroever van de rivier Tisza vinden we Csongrád. Deze wijnen zijn nauwelijks verkrijgbaar buiten de regio en kent ook maar een handvol producenten. De regio is nog volop in ontwikkeling.
De eerste verwijzing naar de wijnbouw in de regio Csongrád is te vinden in het oprichtingscharter van de abdij van Garamszentbenedek (1075) en heeft betrekking op de wijngaarden rond het dorp Alpár in de buurt van de rivier de Tisza. Szeged en andere nabijgelegen marktsteden hadden al wijngaarden in de 14e eeuw. Ten tijde van de Turkse overheersing speelde wijn verrassend genoeg een belangrijke inkomstenbron. In deze tijd arriveerde de rode wijncultuur in de Balkan met Kadarka als belangrijkste variëteit. Phylloxera had ook hier minder grip. Doordat in de jaren 70 van de 20e eeuw de overheidssubsidies afnamen in Csongrád, stortte de wijnindustrie langzaam in elkaar. Ook na de verzelfstandiging van het gebied uit het grotere Great Hungarian Plain.
Wijngaardmanagement
De totale productie van het gebied is 14.300ha waarvan 2.600ha is geclassificeerd als eerste klasse en 8.500ha als tweede klasse. Slechts 900ha staat aangeplant. De bodem is overwegend kalkhoudend alluviaal zand afkomstig van de Tisza en deels van de originele Donau bedding. Het klimaat is extreem continentaal met zeer weinig neerslag. Maar met grondwater op 2 tot 3m diepte, hebben wijnstokken geen moeite om aan water te komen. De overvloedige zon en warmte draagt bij aan goede rijping en suikervorming. Vanwege de sterke droge wind die hier onafgebroken waait, zijn de druivenstokken laag bij de grond getraind zonder enige ondersteuning.
Iets meer dan de helft van de aanplant zijn witte druiven, voornamelijk Cserszegi Fűszeres, Kövidinka, Olaszrizling, Riesling (Rajnai Rizling) en Kunleány. De overheersende blauwe variëteiten zijn Kékfrankos en Zweigelt. Csongrád-wijnen hebben meestal een gemiddeld tot hoog alcoholgehalte, zijn gemaakt van extreem rijpe druiven en hebben meestal een lage zuurgraad. Deze fruitige wijnen zijn duidelijk anders dan die geproduceerd in andere delen van de Great Plain.