Italië staat natuurlijk bekend als het land van lekker eten en drinken. Bij wijn uit Italië zijn er 3 zeer bekende wijnen die allen met B’s beginnen. Dit zijn natuurlijk Barolo, Barbaresco en Brunello. Deze druiven leveren één van Italië’s beste wijnen op. Maar waarom is dat? Laten we eens gaan kijken wat de belangrijkste verschillen zijn.
Het is natuurlijk puur toeval dat de druiven allemaal met de letter B beginnen. Maar het is ook een interessante wijze om de 3 wijnen van hoogste kwaliteit uit Italië aan te duiden met B’s.
In de Langhe, Piemonte vinden we de wijnregio’s Barbera en Barolo vlak naast elkaar. Vaak wordt Barolo aangeduid als de meer krachtige wijn terwijl Barbera meer zachtere wijnen opleveren. In beide regio’s is de wijn gemaakt van de Nebbiolo-druif. De heuvels hebben grote invloed op de wijnstijlen. In koelere maanden ontstaat er mist (in het Italiaans nebbia genaamd). Hierdoor krijgen de wijnen hun complexe aroma’s en goede rijpe tannine.
Brunello vinden we in Toscane, rondom het stadje Montalcino, gelegen op een heuvel in de provincie Siena. De wijn is gemaakt van Sangiovese-druif, die lokaal dus Brunello wordt genoemd (om het makkelijk te maken).
Barolo
Zoals aangegeven, vinden we Barolo in Piemonte. De Barolo DOCG bestaat uit 11 dorpen ten zuiden van de stad Alba. De enige toegestane druivensoort is dus Nebbiolo. Dit is een druivensoort met een dunne schil maar hoog in zuurgraad en tannine.
Nebbiolo kan makkelijk verwart worden met Pinot Noir. En dat is niet verwonderlijk, aangezien ook het landschap en terroir overeenkomsten heeft met Bourgogne. De rode lijn op de kaart laat zien waar het blauwgrijze mergel in het westen overgaat in zand- en kalkstenen bodem. Barolo en Pinot Noir wijnen zijn licht granaatrood met naar de rand bruine tinten wanneer de wijn oudert. Ze hebben beiden een geurige intensiteit van rood fruit (rode appel, rode bes),rozen tot aan leer en koffie wanneer de wijn ouder is. Een ander kenmerk voor Barolo is de aanwezige geur van rozen. Decanteren is vaak aan te raden om de aroma’s goed tot uiting te laten komen.
Maar dan het grote verschil, Nebbiolo staat bekend om haar harde hoekige tannine structuur. Deze worden slechts overtroffen door Tannat. Deze zijn zeker meer aanwezig in het oostelijke deel van de DOCG waar de bodem zand- en kalksteenrijk is. Om de tannine te verzachten zetten de wijnmakers houtrijping en flesrijping in. Door de DOCG is voorgeschreven dat Barolo minimaal 3 jaar moet rijpen en Barolo Riserve 5 jaar. Vele Barolo’s komen goed op smaak wanneer ze 10-15 jaar hebben gerijpt. Hoewel er genoeg voorbeelden zijn van Barolo’s die na 40 jaar nog steeds prima zijn! Dat geeft maar weer aan wat het rijpingspotentieel is van deze druif!
Pairing
Maar waar drink je zo een krachtpatser bij? Denk vooral aan gerechten met een sterk smaakprofiel. Gegrilde ribben met een hoger vetgehalte kan de tannine meer in evenwicht brengen. De meest klassieke match is natuurlijk bij gerechten waarbij de Alba truffel is gebruikt. Denk aan een risotto met deze truffel. Ook gegrilde eendenborst of foie gras zijn goede keuzes.
Cascina del Monastero Barolo Perno 2012
Deze mooie wijn heeft een granaatrode kleur. De wijn is rijk aan zwart fruit in de neus, maar ook balsamico, leer, kruidigheid, zoethout. Het is een volle, zware wijn met veel zuur, waarbij het fruit in de mond gestoofd lijkt te zijn. Verder bespeur je aardse tonen, leer, tabak en cacao – allemaal tertiaire kenmerken. De wijn heeft een mooie lange afdronk, maar is toch overduidelijk nog wat jong. Deze kan gerust nog een paar jaar weg worden gelegd!
De wijn staat prima naast lokale gerechten als gegrild vlees met truffel.
Nog maar een paar flessen beschikbaar, nu voor slechts € 37.50
Barbaresco
Dat brengt ons bij Barbaresco. Deze appellatie ligt ten noordoosten van de stad Alba en bestaat uit vier gemeenten. De wijnen zijn toegankelijker dan die uit Barolo, terwijl ze van dezelfde druif gemaakt zijn. Dit zit in de bodem. De bodem in Barbaresco DOCG bevat meer voedingsstoffen en daardoor is de tanninestructuur zachter. En dus zijn de wijnen jong reeds goed op dronk. Qua geur- en aromabeleving zijn de wijnen hetzelfde (eenmaal het is dezelfde druif!). Maar het midden van het mondgevoel is bij Barbaresco zachter vanwege de tannine structuur. Dat is dan ook de reden dat Barbaresco slechts 2 jaar hoeft te rijpen (Barbaresco Riserva 4 jaar).
Brunello di Montalcino
De laatste van de 3 grote B’s uit Italië is dus Brunello, ofwel Sangiovese. Deze vinden we nabij Siena in Toscane. Het is een heel andere wijn dan Barolo of Barbaresco. De bessen hebben een dikke schil en daarom zijn de wijnen met uitzonderlijke fruitaroma’s, hoge zuurgraad en stevige tannine. Een jonge Brunello heeft aroma’s zoals kersen, gedroogde cranberries, wilde aardbei, braam, viooltjes en zoethout. Maar ook aardse tonen van espresso en bewerkte grond. Maar door de strakke tannine valt deze wijn niet bij iedereen in de smaak wanneer deze nog jong is. Houdt rekening met de rijpingseisen. Een Brunello dient 5 jaar te rijpen, waarvan 2 jaar op eikenhout en 4 maanden op fles. Een Riserva moet 6 jaar rijpen, waarvan 2 jaar op eikenhout en 6 maanden op fles. Dus bij een “jonge” Brunello moet je al gauw denken aan een wijn die jonger is dan 10 jaar.
Een gerijpte Brunello verzacht deze astringente tannine. De frisse fruit aroma’s maken plaats voor gedroogde vijgen, geconfijt fruit, hazelnoten en leer. Terwijl de tannine structuur chocolade toevoegt.
Pairing
Geniet van deze wijn bij een charcuterie plankje, rood vlees, wild, champignons en natuurlijk truffel.